Spring naar de content

Inez Weski: ‘Ik kan moeilijk twee uur lang stilzitten’

Inez Weski is een van de bekendste strafrechtadvocaten van Nederland. Wat leest, kijkt en luistert ze in haar schaarse vrije tijd?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Nick Muller

Boeken

“Ik moet in mijn genen een zekere neiging hebben tot het vergaren van kennis, want ik heb vanaf mijn vroegste jeugd altijd veel gelezen. In den beginne las ik alles wat thuis in de boekenkast stond: Russische schrijvers als Gogol en Dostojevski, maar ook bijvoorbeeld alle werken van Shakespeare en de boeken van Conrad. Natuurlijk begrijp je als achtjarige nog niet alles wat je leest, maar dat is ook helemaal niet belangrijk. Het is net als met muziek: kinderen zingen soms blind mee met een nummer en begrijpen pas later waar het nummer over gaat. Het gaat om het gevoel dat zo’n boek of nummer overbrengt. Een van de boeken die destijds veel indruk hebben gemaakt is De geverfde vogel van Jerzy Kosinski. Het gaat over een Joodse jongen die tijdens de Tweede Wereldoorlog ronddoolt door de krochten van het door pogroms doorploegde platteland van Oost-Europa. De scène waarin een wat onbehouwen boer met een lepel het oog van een ander uithaalt is me altijd bijgebleven. Later is in twijfel getrokken of dit boek wel autobiografisch is, zoals de auteur altijd heeft verteld. Ik zou zeggen: kijk om je heen. Dit soort gruwelen zijn van alle tijden. We willen gewoon niet geloven tot wat voor gruwelijkheden mensen, in tegenstelling tot de andere dieren, die niet nutteloos doden, in staat blijken.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement
inez weski
Dagboek van een gek, Nikolaj Gogol
inez weski
White Fang, Jack London

“Ik mag graag leesadvies geven. Drie boeken die ik vaak aanraad, zijn Dagboek van een gek van Nikolaj Gogol, Dokter Zjivago van Boris Pasternak en White Fang van Jack London. Dagboek van een gek is het verslag van een ambtenaar die door vreselijk liefdesverdriet opgenomen wordt in een psychiatrische inrichting. Door een dagboek bij te houden wil hij bewijzen dat hij niet krankzinnig is, maar omdat hij schrijft over allerlei waanvoorstellingen die hij heeft, bereikt hij juist het tegenovergestelde. Het boek gaat over leven in de wanen. Dat zie je misschien ook bij Het proces van Franz Kafka. Het verhaal is bekend: een man wordt zonder reden gearresteerd en raakt verwikkeld in een bizar juridisch proces. Er zijn verschillende interpretaties van dit verhaal mogelijk, maar mijn interpretatie is dat het proces helemaal in his mind speelt, het is een waanproces. Daar zijn allerlei aanwijzingen voor.

“Ik hou van verhalen over het harde leven, over de wisselwerking tussen mensheid en natuur, over onderlinge strijd en survival of the fittest. Dokter Zjivago verhaalt over de diepe tegenstellingen en sociale tragiek in Rusland in de periode tussen de Russische Revolutie en de Tweede Wereldoorlog. Ook de film vind ik prachtig. Omar Sharif, met die grote vochtige ogen en besneeuwde wimpers, brengt de diepe droefenis van dat verhaal fantastisch tot uiting. White Fang gaatook over het harde leven. Het boek gaat over het ruwe leven van goudzoekers tijdens de Goudkoorts van Klondike. Honderdduizend mannen reisden in 1896 af naar Canada; van die meute kwamen zeventigduizend op de heenweg al om. Ik heb dit boek eens aangehaald in een strafzaak om aan te geven hoe zo’n bewustzijnsvernauwende goudkoorts de labiliteit van de mens in de hand werkt. Ik haalde de passage aan waarin de schrijver vertelt hoe de mannen hun paarden behandelden: “Men shot them, worked them to death and when they were gone, went back to the beach and bought more… Their hearts turned to stone – those which did not break – and they became beasts, the men on the Dead Horse Trail.’ De goudkoorts brandde kortom hun laatste restje geweten weg.”

Kunst

“Mijn ouders waren culturele veelvraten. Ik heb het dus niet van een vreemde. Ze verzamelden ook veel kunst. De maskers en muziekinstrumenten die in mijn werkkamer aan de muur hangen – de meeste Afrikaans, een paar Maori – zijn door mijn moeder verzameld. Ik weet niet eens of ik ze echt mooi vind, maar ik vind ze in ieder geval fascinerend. Bij de maskers spreekt vooral het antropologische aspect me aan. Zo’n masker is verstilde angst, ooit gemaakt om de drager tegen onheil te beschermen. Dat heeft iets aandoenlijks. Mijn vroegste herinneringen zijn die aan museumbezoeken. Het zijn niet zozeer bepaalde kunstwerken die ik me herinner, maar vooral de sfeer van het struinen door zo’n museum. Het lopen, het kijken, het verbazen. Ik heb door die bezoekjes een groot aantal beelden in mijn hoofd gekregen die me nooit meer loslaten. Al associërend komen ze weer tevoorschijn. Daarom is het ook zo belangrijk om kinderen, hoe klein ze ook zijn, in aanraking te brengen met kunst. Voor mij zijn de kunsten, de filosofie en het besef van de geschiedenis van de mensheid de basis van waaruit ik het leven beschouw. Is die basis er niet, dan kun je ook niet bouwen.

“Ik werk al tientallen jaren zo’n zeven dagen per week, dus veel tijd om een museum te bezoeken heb ik niet. Wat de laatste tentoonstelling is die ik heb gezien? Al martelt u me. Ik heb wel een zwak voor obscure musea zoals het Kattenkabinet in Amsterdam. Daar hebben ze een fantastische collectie van tekeningen, schilderijen en beeldhouwwerken met de kat als onderwerp. Ik kan ook erg genieten van die Boudewijn Büch-achtige verzamelingen. Het maakt me eigenlijk niet eens uit wat er getoond wordt. De liefde waarmee zo’n collectie is samengesteld vind ik alleen al ontroerend. Of ik ook weleens ontroerd raak door een kunstwerk? U zult het zich misschien niet voor kunnen stellen, maar dat overkomt me heel vaak, maar privé. Ik voel niet de behoefte om daar een recent voorbeeld van te geven. Ik zou u ook niet uit kunnen leggen waar die ontroering vandaan komt; ik ben niet in psychotherapie geweest. Dat zit geheel embedded. Het heeft vast iets te maken met de fragiliteit van de mens en de manier waarop dat in het kunstwerk tot uiting wordt gebracht.

“Mijn favoriete kunstenaar is Goya. Zijn werk heeft een enorme impact op mij gehad. Zijn schilderijen laten de systematische gewetenloosheid van de mensen zien. Binnenplaats met krankzinnigen blijft me daarom raken. Ik ben ook een groot bewonderaar van de surrealisten. De liefde voor het surrealisme begon denk ik rond mijn tiende. Ik herinner mij uit die tijd ook het zien van een grote Dalí-tentoonstelling in Rotterdam. Zijn zachte horloges staan me daar het meest van bij. In ons eigen land hebben we natuurlijk Carel Willink. Het surrealisme is in feite een escape uit de werkelijkheid, maar tegelijkertijd een sublimatie van het realisme. Daarom voel ik me er misschien wel zo door aangetrokken, maar ook de schoonheid van de werken spreekt me aan. Dat geldt ook voor de werken van M.C. Escher. Als je die werken van hem bekijkt, dan is dat wel meer dan alleen een grafisch wonderstukje. Vorig jaar ben ik me voor een project in zijn leven gaan verdiepen en opeens snapte ik zijn werk veel beter. Escher en zijn familie waren namelijk voortdurend op de vlucht voor het gevaar. Dat zie je terug aan zijn werk: door middel van die systematische tekeningen leek hij orde te willen brengen in de chaos van zijn leven.”

carel willink
Carel Willink schildert Mathilde, gekleed door Fong Leng, Amsterdam, 1975

Theater

“Ik kan heel moeilijk twee uur lang stilzitten op een stoel. Dat breng ik gewoon niet op. Daarbij ben ik altijd verhinderd, dus een bezoek aan een theater zit er voor mij niet in. Dan moet je erheen rijden, een parkeerplek zoeken, de hele avond tussen andere mensen zitten… Dat wordt voor mij een beetje problematisch. Ik kan hier dus geen zinnige mededelingen over doen.”

Muziek

“Waar ik op dit moment veel naar luister? Ik krijg door mijn dochter allerlei obscure en vaak zeer fijne muziek voorgeschoteld, maar ik zou zelfs na langdurig waterboarden niet de verschillende makers daarvan kunnen noemen. Ik vind het in ieder geval belangrijk dat muziek een goede drive heeft en niet te schelle stemmen. Qua genres kan ik van alles waarderen: van rauwe klanken uit afgelegen berggebieden in het Oosten of de Appalachen in de Verenigde Staten tot muziek vanuit de huizenblokken in The Bronx of South Central L.A. Wat ik bijvoorbeeld een goed nummer vind, is Human van Rag’n’Bone Man. Die man heeft zo’n fijne donkere stem. Nina Simone heeft ook zo’n mooie volle stem, maar nog voller is de stem van Odetta. U moet haar maar eens opzoeken. Ze heeft bijvoorbeeld een hele serie platen gemaakt waarop ze andermans repertoire vertolkt, bijvoorbeeld Odetta Sings Dylan of Odetta Sings The Blues, die allemaal de moeite waard zijn.

inez weski
Odetta sings Ballads and Blues

“Ik heb de neiging om mensen aan het lezen, luisteren en kijken te krijgen. Zelfs mijn cliënten krijgen weleens ongevraagd advies mee. Als we het over muziek hebben, zijn er drie nummers die ik vaak noem. De eerste is Last Great American Whale van Lou Reed. Het is een nummer over de weerloosheid van het goede en van het mooie. Hij zingt met zijn rauwe stem: “And animal life is low on the totem pole/ with human life not worth much more than infected yeast.” De mensheid staat kortom onder aan de evolutionaire ladder en is gelijk aan de schimmels. Een ander voor mij symptomatisch nummer is Crime in the City van Neil Young. Het is een nummer over de verwrongen angsten van verschillende figuranten binnen een conflict. Sympathy for the Devil van The Rolling Stones ten slotte gaat over de verschillende gedaanten van het kwaad. Soms is het een man in pak, soms is het een man in uniform en soms is het je buurman.

The Rolling Stones, Sympathy for the Devil

“Vroeger had je een duidelijke tweedeling: je was voor The Beatles of je was voor The Rolling Stones. Ik heb dat altijd zo eigenaardig gevonden. Waar slaat die tweedeling op? Dat schisma is er omdat mensen nog steeds denken vanuit stammen en kampvuurtjes. Naar die groepsprocessen en vijandbeelden zijn trouwens hele onderzoeken gedaan. Ik ken een onderzoek naar kinderen van een jaar of vier. De groep werd opgesplitst in een deel dat groene T-shirts kreeg en een deel dat oranje T-shirts kreeg. Als snel ontwikkelde zich een groepsgevoel: wij tegenover zij. Kinderen met een andere kleur T-shirt werden soms zelfs verstoten. Blijkbaar zit dat groepsdenken hardnekkig in de menselijke natuur. De mens handelt vanuit dierlijke instincten. Zet maar eens iemand voor een zaal: de een komt binnen en iedereen is stil, de ander komt binnen en er wordt gewoon niet geluisterd. De een is een leider en een ander is een volgeling. Je kunt die onderdanigheid deels beïnvloeden. Het helpt bijvoorbeeld om kinderen te stimuleren om een persoonlijkheid op te bouwen en daarmee eigenwaarde te kweken. Dat gebeurt tegenwoordig veel te weinig. Iedereen moet maar in een mal passen. In sommige andere landen worden tekenen, muziek maken en toneelspelen veel meer gestimuleerd. Zij zien dat dit niet alleen maar spielerei is; het stimuleert sociale processen. Cultuur is een gereedschap om jezelf te vormen. Daarom zou daar naar mijn idee veel meer aandacht aan besteed moeten worden in gezinnen en op scholen.”

Film

Of Mice and Men, Lewis Milestone, 1939

“De laatste film die ik heb gezien is Guardians of the Galaxy, een superhero film die gebaseerd is op de gelijknamige strip. De film gaat over een hoofdfiguur die in buitenaardse werelden met evenzoveel buitenaardse figuranten verkeert en in een strijd is verwikkeld om een geheimzinnige bol met ongekende krachten. Een van de dingen die ik zo pakkend vond aan deze film is het personage Groot, een kennelijk levende tak die met slechts één woord – namelijk zijn eigen naam – een heel scala aan emoties weet te genereren. Ik hou over het algemeen niet van eenvoudige superhero films, maar de nieuwste films van Marvel zijn bijna allemaal goed gemaakt. The Avengers vond ik alleen wat tweedimensionaler. Guardians of the Galaxy is iets quirkier, daar zit leukere humor in. Het driedimensionale aspect van deze films vind ik ook aantrekkelijk. Daar ga ik dan wel voor naar de bioscoop. Verder houd ik erg van de films van regisseur Guillermo del Toro. Ik hou van surrealisme, dat zal ongetwijfeld een beetje de achtergrond zijn van deze voorkeur. Zijn films hebben iets Dalí-achtigs, net als de films van Tim Burton.

“Ik kan uren doorgaan over wat ik de moeite waard vind. Laat ik voor de vuist weg nog een paar films en series noemen: The Fifth Element van Luc Besson is een ontzettend leuke en goed gemaakte film sciencefictionfilm over een taxichauffeur die in een Egyptische tombe ‘het vijfde element’ vindt. Vooral de stijl en het design van de film vind ik heel vernieuwend. Léon: The Professional is van dezelfde regisseur. Ook al zo’n goede film. Ik zou dat dertienjarige meisje alleen niet in zo’n dun hemdje hebben laten rondlopen, maar dat kan mijn Victoriaanse inslag zijn. Ik was destijds ook erg onder de indruk van A Clockwork Orange en 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick. Allebei meesterwerken. Iets heel anders is Dr. Katz. Dat is een cartoon over wrange intermenselijke relaties, gebaseerd op het persoonlijk leven van psychotherapeut Jonathan Katz.

inez weski

Of Mice and Men en Midnight Cowboy vind ik twee icoon-achtige films. Of Mice and Men, naar het boek van John Steinbeck, zag ik als kind. De film gaat over twee seizoenarbeiders – twee broers – die rondreizen in de hoop op een beter leven. Onderweg vertellen ze elkaar wat ze allemaal gaan doen als ze eenmaal een eigen boerderij hebben gevonden. Het noodlot reist helaas met hen mee, want Lennie, de minst snuggere van de twee, vermoordt in al zijn domme kracht en liefde per ongeluk een vrouw en vindt daardoor zelf ook de dood. Midnight Cowboy gaat ook over twee losers die op zoek zijn naar een beter leven. Het betreft een cowboy (Jon Voight) die naar de grote stad trekt en als het ware wordt opgeslokt door het consumentisme van New York. Dan komt hij in aanraking met een sjacheraar met een moeilijke voet (Dustin Hoffman). Ze dromen allebei van een beter leven en vertrekken met een bus naar het warme zuiden. En dan komt het Lennie-moment. In de laatste scène zitten ze in de bus. Jon Voight is aan het vertellen wat ze allemaal in het zuiden gaan doen. Als hij op een gegeven moment naar rechts kijkt, ziet hij dat Dustin Hoffman dood naast hem zit. Dat beeld en die boodschap vergeet je nooit meer. Eigenlijk geldt dat voor alle kunstvormen: de beelden en de boodschappen nestelen zich in je hersenen en sturen je de rest van je leven in je emoties. Als je kinderen dat ontzegt, dan ontneem je ze eigenlijk een basis voor het denken.”

Inez Weski is strafrechtadvocaat. Ze werkt sinds 1978 met haar zus in het door haar zus opgerichte advocatenkantoor Weski Advocaten in Rotterdam. Weski werkt vooral in zeer complexe en internationale strafzaken en verdedigde onder anderen Desi Bouterse en Guus Kouwenhoven. In 2014 publiceerde ze het boek De jacht op het recht. Onlangs legde ze de verdediging van de voortvluchtige Ridouan T. neer, omdat ze het proces tegen haar cliënt als oneerlijk beschouwt.