Spring naar de content
bron: Mieke Meesen

Het geheim van omroepgeneraal Jan Slagter

De eerste uitzendingen van Omroep Max in 2005 werden nog met enige hoon ontvangen. Inmiddels is dit geesteskind van Jan Slagter (65) niet meer uit het tv-landschap weg te denken. Ouderen stemmen er massaal op af en menig presentator beleeft er een tweede carrière. Wat is zijn geheim? ‘In Hilversum schreeuwde iedereen om verjonging. Dat vroeg om tegenwicht.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Ad Fransen

Laten we liever maar meteen beginnen. De directeur van Omroep Max heeft een overvolle agenda en is vanwege de verstopte toegangswegen naar het Hilversumse Mediapark een dik halfuur te laat. 

Zo te merken is hij vanochtend in zijn woonplaats Zoetermeer ook nog eens met het verkeerde been uit de sponde gestapt. Het looptlater best wel weer los, maar het gesprek met Jan Slagter (65) is amper drie minuten oud of de omroepbaas schiet uit zijn slof. Hij heeft net verteld dat hij na ons gesprek naar Jaap Smit moet, de Commissaris van de Koning in Zuid-Holland – ‘om te praten over de veteranen’ – als we vragen: “Gaat het dan om veteranen uit de Tweede Wereldoorlog?” Meteen rollen er met een typische Haagse tongval een aantal verwijten over de designtafel in zijn kantoor, dat uitkijkt op het Tineke de Nooij-plantsoen.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

“Ik weet niet uit welk ei jij gekropen komt, maar nu doe je wel heel dom, ik vind dit een beetje een raar gesprek zo. Je weet toch wel dat veteranen overal gezeten kunnen hebben, ook na de oorlog? Nou dan! En dan kom jij aanzetten met de Tweede Wereldoorlog! Het gaat over Veteranendag, daar heeft het mee te maken.”

Oei, dan maar gauw door naar de volgende vraag, die sluit hier mooi op aan: heeft de omroeppionier die vijftien jaar geleden namens ons nationale grijze legioen succesvol begon met de belegering van Hilversum enig idee waarom zijn bijnaam bij Max ‘de generaal’ is? Komt dat omdat hij zo autoritair is?

“Dat is onzin, ik denk niet dat het negatief bedoeld is. ‘Generaal’ vind ik op zich ook best een fijne titel, want ik ben heel toegankelijk, net als al die echte generaals die ik persoonlijk ken, zoals Peter van Uhm of Tom Middendorp. Maar er moet iemand zijn die leiding geeft, die net als zo’n echte generaal de machine soepel en gecoördineerd laat draaien. Die taak is aan mij goed besteed en wat dat betreft lopen er wel meer generaals rond hier op het Mediapark.”

Bent u een controlfreak?
“Misschien wel, maar het is niet zo dat ik me ook nog met het servies van de kantine bemoei. Als het gaat over waartoe wij van Max op aarde zijn, namelijk radio en televisie maken, dan wil ik heel graag weten wat er allemaal gebeurt binnen dit bedrijf. Ik probeer een paar keer bij de opnames te zijn, bij de eindmontage, ik heb iets te zeggen over alles dat op de buis komt of de ether in gaat, maar als ik eenmaal het gevoel heb dat het goed loopt, laat ik het ook los. Dat kan ook makkelijk, want de mensen die hier werken, passen prima bij mij. Ik heb ze heus niet allemaal persoonlijk aangenomen, maar het zijn mensen die mij aanvullen en aanvoelen.”

Heeft u een absoluut veto binnen Max?
“Uhm, even denken… heb ik een absoluut veto? Ja… ja.”

Gebruikt u dat weleens?
“Zelden. Nou ja, laatst nog, dat ging over het Trouw Kerstconcert dat wij jaarlijks in de Grote Kerk van Den Haag organiseren. Er stonden twee artiesten op de lijst over wie ik zei: ‘Dit gaan we echt niet doen.’”

Waarom niet?
“Het lag aan het genre, het was rapmuziek, waar ik al niet zo veel mee heb. Ik vond het te wild, een brug te ver voor een Kerstconcert. Er werd nog behoorlijk tegen me aangeduwd, zo van: kom op Jan, dat moet toch kunnen. Maar toen heb ik dus letterlijk gezegd: ‘Ik gebruik nu mijn vetorecht.’ Met een glimlach, hoor.”

Ik flap er weleens iets uit, maar ben het ook weer snel vergeten. De ander schijnbaar niet.

Heeft u nog een adviesraad om u heen, mensen met wie u regelmatig vergadert over de koers van Max?
“Wat bedoel je, een Raad van Elf of zo, zoals met carnaval? Ben je gek, wij komen hier zelden bij elkaar, we hebben helemaal geen vergadercultuur. Hilversum is er om mooie programma’s te maken, niet om eindeloos te vergaderen. Er is natuurlijk overleg, maar dat vindt terloops plaats aan iemands bureau. Wat ik wel heel waardevol vind, zijn mijn gesprekken met Joop van den Ende, daar mag ik graag urenlang mee sparren, zijn adviezen zijn enorm waardevol.”

Kunt u goed tegen kritiek? Ik merkte aan het begin van ons gesprek dat u snel aangebrand bent.
“Ik flap er weleens iets uit, maar ben het ook weer snel vergeten. De ander schijnbaar niet, dat blijkt wel: jij begint er weer over. Nou pech dan, what you see is what you get, ik maak van mijn hart geen moordkuil.”

Doet u daar nog iets tegen, is dat in de omgang met mensen niet onhandig?
“Helemaal niet, je mag me of je mag me niet, zo’n type ben ik nu eenmaal, daar valt weinig aan te veranderen. Ik heb zelf ook mijn voorkeuren, ik ben geen allemansvriend, ik vind het niet per se nodig om mensen voor me te winnen. Bovendien, je had me vijf jaar geleden eens moeten zien, hoe ik toen reageerde op alles wat er over mij en Max werd gezegd. Ik had er bijna een dagtaak aan. Als mensen nu iets roepen, denk ik gauw: laat maar, kan mij het schelen.” 

Dat valt moeilijk te geloven. Pas nog sprong u uit uw vel omdat EenVandaag van AVROTROS het waagde een reportage te maken van het Ben Oude NijHuis – dat u in 2017 oprichtte uit onvrede met de reguliere ouderenzorg.
“Sprong ik uit mijn vel? Kom, kom… Nou goed dan, op dat moment voelde ik me echt onheus bejegend, en ik was niet de enige. Ik heb honderden brieven, mailtjes, telefoontjes ontvangen van mensen die schreven: ‘Slagter, ze wilden je een kunstje flikken.’ Het voelde als een afrekening, als jaloezie.” 

Een afrekening, jaloezie? Waarvoor, waarom? 
“Ik denk dat AVROTROS best wel wat meer Max had willen zijn, maar het had denk ik nog het meest te maken met mijn programma De Zorgwaakhond, waarin ik misstanden in verzorgingstehuizen aan de kaak stelde. Ik ben er zeker van dat ze bij AVROTROS dachten: nu zullen we die Slagter met de misstanden in zijn eigen Ben Oude NijHuis zelf eens even te grazen nemen. Maar er bestaan daar helemaal geen misstanden.”

EenVandaag deed verslag van een rapport van de Inspectie Gezondheidszorg waarin het Ben Oude NijHuis niet voldeed aan zeven van de tien toetsnormen. 
“We stonden in dat rapport echt niet zeven keer diep in het rood, het ging merendeels om een aantal verbeterpunten. Op de meeste gebieden hadden we daar trouwens allang iets aan gedaan. Kijk, dat rapport van de Inspectie Gezondheidszorg stond al drie maanden online. Die reportage had niets, maar dan ook niets met grondige onderzoeksjournalistiek te maken. Ik voelde me eruit gepikt, echt, het was kinnesinne. Ze lieten nog een hoogleraar aan het woord. Nou, denk ik dan: als je zo hooggeleerd bent, beste professor, had je ook eerst eens kunnen controleren of dat rapport nog wel helemaal up-to-date is. Maar nee hoor, die man had thuis natuurlijk allang tegen zijn vrouw geroepen: schat, ze hebben me gebeld, ik ben straks op televisie!”

U voelde zich in de zomer ook op uw tenen getrapt door Marcel van Roosmalen, die in een radiocolumn naar aanleiding van het programma Denkend aan Holland onder meer zei: ‘Jan Slagter is de kettingrokende dokter die Nederland met Max in slaap sust.’
“Soms gaan mensen te ver. Max is mij lief. Jij laat je toch ook niet alles zeggen over wat je lief is? Of wel soms? Trouwens, zo zijn we bij Max dan ook wel weer: Marcel van Roosmalen heeft die column later bij Cees Grimbergen in Hollandse Zaken uitvoerig mogen toelichten.”

Waarom heeft u Max opgericht? Was het compassie met de ouderen of zag u een gat in de markt?
“Als ik echt een gat in de markt had gezien, had ik beter een puur commercieel initiatief kunnen nemen. Ik vond het noodzakelijk dat er naast een omroep voor jongeren – BNN dus – ook een omroep kwam voor ouderen. In Hilversum hoorde je iedereen alleen maar om verjonging schreeuwen; nou, dat vroeg nodig om tegenwicht. Het was in die zin ook een goed moment voor een ouderenomroep, omdat de verzuiling zo goed als voorbij was. 
“Mensen zitten allang niet meer uitsluitend bij een bepaalde omroep vanwege hun geloofsovertuiging. Daarom denk ik weleens: wat is nu nog de missie van een omroep als KRO-NCRV? Hun slogan is: ‘We moeten een beetje lief zijn voor elkaar.’ Tja, wie vindt dat niet? Ik heb er moeite mee dat ons omroepbestel alleen een voordeur heeft en geen achterdeur.”

Wat wilt u daarmee precies zeggen?
“Dat als omroepen geen bestaansrecht, geen basis meer hebben in de samenleving, zij het bestel zouden moeten kunnen verlaten. Je zou als KRO-NCRV ook kunnen concluderen: onze missie zit erop, we kappen ermee.” 

Wat is de missie van Max?
“Wij willen aan de ene kant het positieve bij ouderen laten zien: dat vijftigplussers nog steeds meedoen, dat je, als je zeventig, tachtig bent, nog steeds vitaal genoeg bent om met de caravan naar Slovenië te rijden. Dat geef ik je te doen hoor, op zo’n leeftijd. En anderzijds sluiten we onze ogen niet voor de nadelen die het ouder worden met zich mee kan brengen.”

Ik ben geen allemansvriend, ik vind het niet per se nodig om mensen voor me te winnen.

Hoort u zelf eigenlijk wel bij de doelgroep van uw omroep? Het beeld is: Max-mensen houden vooral van caravanvakanties, bed and breakfast, taarten bakken en bloemencorso’s.
“Ik ben 65, ik hoor er zeker bij, maar de caravan of bed and breakfast is niet mijn manier van vakantie houden. Ik prefereer grote hotels, waar iets gebeurt, waar je je kunt bewegen. Trouwens, het misverstand bij Max is vaak dat wij uitsluitend programma’s zouden maken voor en over ouderen. Maar kijk eens naar Heel Holland Bakt, daar doen juist heel veel jonge mensen aan mee. Jongeren kijken er ook graag naar, het geeft hun rust, het is zen, zeggen ze. Toevallig heb ik laatst zelf iets staan bakken en ik voelde dezelfde onthaasting als wanneer ik naar dat programma kijk.
“Bloemencorso’s vind ik ook prachtig, mijn mooiste corso is dat van Zundert, waar jong en oud het hele jaar naartoe leeft. Dan zegt zo’n burgemeester tegen me: we hebben hier in Zundert nooit rottigheid, omdat iedereen zo heerlijk met elkaar bezig is aan al die praalwagens.”

Max-programma’s gaan ook over zorg en de problemen van het ouder worden. Hoe zit dat bij u persoonlijk? Hoe voelt u zich voor uw leeftijd?
“Het gekke is dat ik voor het eerst bij mijn leeftijd stilstond toen ik dit jaar 65 werd. Dat heet dan de pensioengerechtigde leeftijd, dat klinkt al niet zo fijn. Volgend jaar komt er weer zo’n moment, dan krijg ik AOW. Dat voelt voor mij heel raar, omdat ik nog steeds hartstikke actief ben en me superfit voel.”

Ondanks al die sigaretten, twee pakjes per dag, las ik.
“Ja, maar het is het afgelopen jaar heel veel minder geworden. Hier op mijn kamer rook ik bijvoorbeeld al niet meer. Normaal had ik tijdens dit interview al vier, vijf sigaretten opgestoken, stond er een volle asbak tussen ons in.”

Wie behandelt de kijkersreacties? 
“Brieven die aan mij persoonlijk zijn gericht, beantwoord ik zelf. Dat zijn soms hartverscheurende verhalen. Ik kreeg gister een brief van een mevrouw van 94 die een heel droevig leven met een verschrikkelijk huwelijk achter de rug had. Ze was diep ongelukkig.”

Waarom schrijft ze zo’n brief aan u?
“Blijkbaar is ze eenzaam en vertrouwt ze me. Ze schreef dat ze dit nog nooit aan iemand had verteld.”

Misschien wilde ze op televisie met haar verhaal?
“Ben je mal, daar ging het haar echt niet om, maar met zo’n schrijnend verhaal ga ik heel zorgvuldig om. We hebben ook een seniorencoach in huis. Dat is een redacteur die ik een speciale opleiding heb gegeven om contact te zoeken met ouderen die een dringende hulpvraag hebben.”

Zo bent u naast omroepbaas ook nog eens maatschappelijk werker.
“Dat vind ik helemaal niet erg. Ik vind het juist heel mooi dat mensen Max niet alleen zien als maker van radio- en tv-programma’s, maar ook als een maatschappelijke organisatie. Ik zie ons niet alleen als een omroep, maar ook als belangenbehartiger. We maken ook niet voor niets avondvullende, sociaal betrokken programma’s zoals Eén tegen eenzaamheid.”

Waar komt al dat altruïsme van u vandaan? U heeft een hele commerciële achtergrond. Vóór Max werkte u bij een bank, verkocht u verzekeringen of u runde snookerpaleizen in België.
“Die bekommernis heeft er altijd al in gezeten, ook toen ik die snookerpaleizen in België had. Ik had een snookerzaal in Brugge en daar draalden tijdens de kerstdagen altijd een paar jongetjes verweesd rond. Ze wilden niet naar huis omdat hun ouders alcoholist waren. Dit vertel ik nu voor het eerst: die kinderen heb ik bij mij thuis uitgenodigd om mee te eten, ik heb ook nog een fietsvakantie naar Zeeland met ze georganiseerd. Ik klop me daarover niet op de borst, ik zie het niet als een uitzonderlijke verdienste, maar ik heb mijn hele leven wel altijd gedacht: we kunnen elkaar best wat vaker helpen, je kunt als individu heel makkelijk het verschil maken. Wat is er nou zo moeilijk aan om even dat ene oude vrouwtje aan te spreken dat in zichzelf mompelend bij jou door de straat schuifelt.”

jan-slagter
bron: Mieke Meesen

U wilt maar zeggen: u lijdt niet aan een jezuscomplex. 
“Absoluut niet, ik ben echt geen Moeder Teresa of weet ik veel wie. Ik vind dat die kleine dingetjes in het leven er gewoon bij horen en ik geniet ervan om dat gevoel met Max breed uit te dragen.”

Is Max links of rechts?
“Geen idee. Max heeft niet echt een politieke kleur. Als het om politiek gevoelige onderwerpen gaat, denken we hier allereerst: is het interessant voor Max-mensen, raakt het onze achterban? Zo ja, dan besluiten we er iets aan te doen.”

Op welke partij heeft u de laatste keren gestemd? 
“Op de ChristenUnie, lijsttrekker Gert-Jan Segers vind ik een politicus die je voor honderd procent kunt vertrouwen; aan hem durf ik zelfs mijn pincode te geven.”

Bent u ook tegen euthanasie, net als de ChristenUnie?
“Ik ben het niet altijd met ze eens en op het punt van euthanasie wijk ik zeker af van de ChristenUnie, aangezien ik vind dat iedereen over zijn eigen levenseinde moet kunnen beslissen. Maar net als de ChristenUnie gaat het er ons bij Max wel om dat iedereen menswaardig oud moet kunnen worden, dat de overheid daar goed voor moet waken. Het moet in de toekomst niet zo zijn dat we zeggen: geef iedereen maar de pil van Drion, dan komen we tenminste gemakkelijk af van onze zieke of demente ouderen.”

Zou u ervan schrikken als een aanzienlijk deel van de Max-aanhang PVV stemt?
“Sterker nog, ik weet dat dat zo is en kan daar prima mee leven, dat is de democratie van ons land. En soms herken ik mezelf in de standpunten van de PVV. Bijvoorbeeld als het gaat om de beroerde zorg of de veiligheid in de wijken. En ook ik vind de gevangenisstraffen in Nederland veel te laag, en waarom zouden we mensen die het danig hebben verbruid, die niet willen meedoen in ons land, nog een huis en een uitkering geven?
“Verder zie ik bij Max mensen van alle kleuren. We hebben eens een serieus onderzoek laten doen waaruit bleek dat het stemgedrag van onze achterban bijna een op een is te vertalen naar de zetelverdeling in de Tweede Kamer.” 

U zei alle kleuren, maar Max is behalve vooral grijs volledig wit. Dan tellen we Sterren op het doek-presentator Özcan Akyol en tv-kok Mounir Toub even niet mee. Kiest Max doelbewust voor een wit profiel?
“Als het om diversiteit gaat, werken hier meer vrouwen dan mannen; op dat punt zijn we dus alvast geslaagd. Verder ben ik niet iemand die vanwege de dwang van buiten zegt: er moet nu een kleurtje bij. Ik moet niks, ik hou niet van dwang, ik vind dat dat de laatste tijd een beetje te veel wordt opgelegd. En verder, wie ze ook zijn, welke kleur ze ook hebben, als mensen bepaalde kwaliteiten bezitten en zich bij Max aandienen, ontvangen ze alle ruimte.”

Struint u nog weleens door het omroeparchief om de nostalgische verlangens van uw bejaarde achterban te bevredigen?
“Nee, we hebben één keer Sil de Strandjutter herhaald. Zoiets moet je niet te vaak doen, want je weet niet wat je ziet, het is zulke langzame televisie. In het eindshot van Sil de Strandjutter zegt Lobke tegen haar vader: ‘Kom vader, we gaan op huus an.’ Vervolgens nemen ze paard en wagen en zie je ze wel vijf minuten lang wegrijden. Ongelooflijk traag, dat werd destijds gewoon uitgezonden.”

Dat is toch ook het waarmerk van Max: slow tv. Max laat in We zijn er bijna! oeverloos lang bejaarden met hun caravan over het scherm trekken. 
“Nou, je hebt slow en slow, en zo traag zijn we bij Max nou ook weer niet. In We zijn er bijna! laten we mensen wel beleefd uitspreken, of uitgebreid het natuurschoon zien, zonder allerlei wilde fratsen en flitsen, zodat je achteraf niet hoeft te denken: wat heb ik nou eigenlijk gezien? En het mooie is: de mensen die je in dat programma ziet, zijn niet gecast. Ze hebben zich ingeschreven voor een reis en horen pas achteraf dat er camera’s meegaan. Het is echte televisie, niets is gescript, het draait om gewone mensen.”

Als je me vraagt: wie vind je nou echt bij het gevoel van Max passen, dan zeg ik: Linda de Mol.

Want er is naar uw smaak al genoeg televisie waarbij een blik BN’ers wordt opengetrokken. 
“Ja, al die BN’ers vind ik een lastig verschijnsel worden. Hoe vaak mij niet al is gevraagd: ‘Wanneer maak je nou eens een Heel Holland Bakt met alleen maar Bekende Nederlanders?’ Nou, bij dezen: never!

Nogal wat programma’s bij Max drijven op oude bekende gezichten. Kan iedere uitgerangeerde omroepcoryfee bij uw omroep terecht?
“‘Uitgerangeerd’ vind ik een ongepaste term, want daarmee zeg je eigenlijk dat ze pas bij Max kwamen toen hun carrière elders voorbij was. Het tegendeel is waar. Cees Grimbergen kwam bij ons toen hij nog Rondom Tien deed bij de NCRV, Sybrand Niessen kwam van RTL, Elles de Bruin was nog actief bij de VPRO, ga zo maar door. En daarnaast heb je oudgedienden als Philip Freriks of André van Duin, die gewoon het geluk beleven van een tweede carrière. André van Duin – daar ben ik heel trots op, en hij net zo – heeft bij ons zelfs een tweede leven als acteur gevonden. Kijk maar naar Het geheime dagboek van Hendrik Groen. Trouwens, dat weet ook niet iedereen, maar de gemiddelde leeftijd van de mensen die bij ons werken is vele malen lager dan bij andere omroepen.”

Staan bejaarde presentatoren bij Max aan de poort te krabben om de schoorsteen nog eens lekker te laten roken? 
“De schoorsteen, geld verdienen kan nooit de motivatie zijn. Haha, misschien wel voor jou, maar bij Max gaat het eerder om creativiteit, bewogenheid, persoonlijke drijfveren.”

Er moet toch brood op de plank. Wat is uw eigen jaarsalaris?
“De top, het hoogste salaris volgens de zogenaamde WNT-norm (€194.000 – red.). Dat is veel geld, maar ik denk dat ik het waard ben.
“Wat betreft onze presentatoren: wij ontwikkelen een programma en bedenken er zelf een longlist van mensen bij, waar uiteindelijk een geschikte presentator uit rolt. Af en toe klopt er weleens iemand op eigen initiatief bij ons aan, maar dan heb ik meestal zoiets van: don’t call us, we’ll call you.

Noemt u eens iemand tegen wie u dat heeft gezegd.
“Niks ten nadele van de man, Henny Huisman heeft het verschillende keren bij ons geprobeerd, maar ik vond het format dat hij aanbood niet goed genoeg voor Max.”

Zijn er nog mensen bij de buren die u graag voor Max zou willen strikken?
“Ik vind Linda de Mol geweldig, maar dat probeer ik niet eens, gaat me nooit lukken, die zit goed bij haar broer John.” 

Linda verdient ook veel te veel; dat mag niet bij de publieke omroep.
“Ach, dat zal allemaal wel, maar als je me vraagt: wie vind je nou echt bij het gevoel van Max passen, dan zeg ik: Linda de Mol.”

U heeft laten weten dat u als omroepgeneraal het liefst doorgaat tot uw zeventigste. Kunt u met al uw ervaring, invloed en sociale bewogenheid niet beter de politiek ingaan?
“Daar ben ik al best vaak voor gevraagd, maar partijpolitiek is niks voor mij.”

En als u gevraagd zou worden als staatsecretaris voor de Media?
“Nou, daar zou ik nog wel hartstochtelijk ‘ja’ op zeggen. Al die bezuinigingen, die waanzinnig slechte ideeën, het willen afschaffen van Nederland 3, het stoppen met Ster-reclame vóór acht uur ’s avonds, en dan tegelijkertijd 42 miljoen willen bezuinigen. Waar slaat dat op? Hoe door de bizarre plannen van Den Haag telkens weer de kwaliteit van onze programma’s wordt aangetast, daar zou ik wel eens een einde aan willen maken. Graag zelfs… op de schop ermee!”

jan-slagter-cijfers

Word lid van HP/De Tijd