Spring naar de content
bron: matthias giesen

‘Leren rijden, opa!’

Bob Soeverijn werd door een millennial modelmoeder uitgescholden voor ‘opa’ en zette daarom de achtervolging in: “Wat ze ook probeerden, ze kregen me niet afgeschud.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Jan Kuitenbrouwer

29 juli 2020

Ik had net Francien afgezet bij het station. Dan voeg je vanaf het Stationsplein schuin terug de Stationsstraat is. Daar was ik net mee bezig toen de auto voor me abrupt tot stilstand kwam, waarschijnlijk omdat verderop bij de bibliotheek iemand onverwacht overstak. Dat gebeurt daar vaker.

Ik stond met m’n linkerwiel al zeker een meter op de rijbaan met m’n rechter op de laatste haaientand, schat ik, toen er een beige Fiatje 500 aankwam. Achter het stuur zat een vrouw van een jaar of veertig, met een blonde paardenstaart en een grote, retro zonnebil. Daar heb je er veel van in deze regio. Werkende moeder met kek, trendy autootje. Mini, Clio, Fiat 500, dat werk. Ze sjezen druk-maar-zorgeloos in de rondte, zoals hun volle, voorbeeldige leven vereist. Kinderen naar school brengen, kinderen weer ophalen en naar bijles, pardon, Cito-training brengen, de ene naar de manege, de andere naar de hockey, intussen even langs de stomerij en de Markut-met-een-Q, want de quinoa en de avocado’s zijn op. Dit alles halfrennend, zwaaiend, lachend en dubbelparkerend, als in een tamponcommercial. En dan vanavond met de oudercommissie brainstormen over het klimaatneutraal maken van de schoolverlichting, of naar de Lucinda Riley-leesclub. Zoals die vrouw over identiteit schrijft! 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Dit rijkgevulde leven werd nu door onbekende oorzaak op pauze gezet, en dat was natuurlijk niet de bedoeling. Ze stond nog geen twintig seconden stil of ze begon te claxonneren, het egoïstische kutwijf. Naast haar zat een meisje van een jaar of tien, haar dochter zo te zien, hetzelfde blonde haar. Een eind verderop kwam de oorzaak van het oponthoud in beeld: een bejaarde vrouw met een rollator was aan het oversteken. Het ging tergend langzaam. Het Fiatje was op een meter of zes, zeven afstand van mij gestopt, zoals gebruikelijk wanneer je iemand laat invoegen, maar nu kwam het in beweging, kroop langzaam naderbij en maakte op het laatste moment een bochtje van links naar rechts, totdat ze min of meer in dezelfde positie stond ten opzichte van de voorligger als ik. WTF!? Ging ze nu proberen mij voorbij te komen? In deze situatie? Ik zocht oogcontact met een hallowat-gaan-we-doen?-blik, maar ze negeerde me. Opnieuw de claxon. Ongelooflijk. Deze millennial modelmoeder, deze Linda-lezeres met keurig bijgewerkte uitgroei, een aarsgewei en een iPhone vol zelf gefotografeerde salades, ging zich ertussen wurmen! 

Het meisje slaakte een gil, de vrouw begon driftig te claxonneren

Ik had geen zin in gedoe en besloot haar te laten gaan, maar niet na een kleine reprimande. Toen het verkeer weer begon te rijden greep ik met beide vuisten mijn stuur, dook kwasiverbeten ineen en gaf gas. Dat kan met een Tesla, het parkeersysteem grijpt vanzelf in. Het meisje slaakte een gil, de vrouw begon driftig te claxonneren. Op een millimeter of drie, vier van het Italiaanse blik kwam de Tesla tot stilstand. Ik grijnsde breed en maakte een galant gebaar van gaat-u-voor-mevrouw. Ze had haar inmiddels het rechterraam open gedaan. ‘Leren rijden, opa!’ riep ze, terwijl ze wegreed. Het meisje maakte met haar duim en wijsvinger een ‘L’. (Dat staat voor loser).

Ik had de tijd, dus toen ze een eind verderop rechtsaf sloegen, naar de Dichtersbuurt, volgde ik ze. Even verderop sloegen ze opnieuw af, en nog een keer, en nog ene keer, en telkens volgde ik. Ze keek voortdurend in haar binnenspiegel. Ze kwam bij een zijstraat, gaf gas alsof ze hem voorbij wilde rijden en schoot er op het laatste moment toch in. Haha – ze probeerde me af te schudden. 

Ze maakte vaart en reed naar de tunnel bij de oude melkfabriek, ik volgde. Het meisje keek haar moeder gealarmeerd aan, wees naar mij en maakte bezwerende gebaren. De vrouw keek nu permanent in haar binnenspiegel, overreed zowat een jochie dat de weg op rende achter zijn bal aan. Ze viste haar telefoon op en gaf hem aan het meisje. Ja, zo liep haar planning natuurlijk in het honderd. Zo kwam ze natuurlijk te laat voor de cursus cupcakes maken met quinoa, of wat was het, mindful kutjekleien?

Druk gebarend sprak het meisje in het toestel terwijl ze met moeite haar evenwicht hield in de wild zwenkende cabine. Het was prachtig. Wat ze ook probeerden, ze kregen me niet afgeschud. Bij een T-splitsing zag ik ze niet meer. Ik gokte (links), gaf even goed gas, en ja hoor, gaar gingen ze. Hi, ladies. 

Zo kwam ze natuurlijk te laat voor de cursus cupcakes maken met quinoa, of wat was het, mindful kutjekleien

Ze wisten duidelijk niet meer wat ze moesten doen, dus bleven ze maar lukraak rondrijden. Linksaf, rechtsaf, opschakelen, terugschakelen, remmen, gas geven, je kon zien dat mams moe begon te worden. In een Tesla is zoiets een eitje. Ik leunde achterover en zette Radio 4 op – ze speelden het derde deel van Tsjaikovski’s vioolconcert in D, ik denk door Itzhak Perlman. Het allegro vivacissimo, die abrupte wisselingen van tempo en ritme – de perfecte soundtrack voor een recreatieve achtervolging. Neuriënd joeg ik ze nog een paar straten door. Het meisje was nu in alle staten, ze huilde, schreeuwde en gebaarde wild naar haar moeder, keek panisch om zich heen. Haar lange blonde haar zwiepte in het rond.

Ze vluchtten de stad uit, de Julianaweg op. Die, daar had ze niet over nagedacht, bij de stoplichten tweebaans wordt. Toen ze dat zag begon ze te slingeren. Welke baan moest zij kiezen, links, rechts? Ze koos voor rechts. Het licht staat daar lang op rood, ik remde af en liet de Tesla heel langzaam uitrollen, tot ik naast ze stond. Ontredderd keek ze me aan, ze schreeuwde iets. Ik liet het raam zakken. ‘Opa heeft alle tijd hoor!’ riep ik, en knipoogde.

Het werd groen, ze stoof ervandoor, het arme tweecilindertje schreeuwde het uit. Ik bleef staan. Perlman was net was net klaar, een bulderend applaus barstte lost. Toen ze een stip in de verte waren draaide ik om. Dat ze daar bij het station probeerde voor te kruipen interesseert me geen reet. Dat doen we allemaal wel eens. Maar ‘opa’?OPA!?!?