Spring naar de content
bron: Hesdy Lonwijk

Regisseur Hesdy Lonwijk: ‘Institutioneel racisme is een wit probleem’

Regisseur Hesdy Lonwijk (44) maakte voor het project ‘Hollandse Meesters in de 21e eeuw’ een korte documentaire over kunstenaar Mounira Al Solh, die getoond wordt op het Nederlands Film Festival. Lonwijk: “Er zijn heel veel mensen van kleur die heel mooi werk maken, maar niet het podium krijgen dat ze verdienen, omdat ze niet voldoen aan de standaarden die de status quo heeft opgeworpen.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Noortje Janssen

Waarom is juist Mounira onderdeel van Hollandse Meesters in de 21e eeuw?

“Als je die titel zo leest, ‘Hollandse Meesters’, dan is het eerste waar mensen aan denken, let’s be honest, gewoon een witte mannelijke kunstenaar van middelbare leeftijd. Het merendeel van de eerder gemaakte portretten is ook man en wit. Dat zegt genoeg. Ik wil niet zeggen dat witte mannen geen mooi of belangrijk werk maken, maar het staat nogal ver van mij af. Ik zocht voor deze juist naar iemand met wie ik iets gemeen had. Mounira is net als ik vanuit een ander land naar Nederland en heeft hier haar naam kunnen vestigen en haar kunstenaarschap kunnen ontwikkelen. Daarin zag ik wel een overeenkomst met mijzelf.”

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Hoe heb je haar identiteit als kunstenaar proberen vast te leggen op film?

“Het idee van die portretten is dat je het allemaal heel braaf hier filmt.Ik bedoel: het gaat over Hollandse Meesters, dus je filmt je documentaire als vanzelfsprekend in Holland. Wacht even, dacht ik. Dat ga ik anders doen. Ik woon inmiddels al meer dan dertig jaar in Nederland, dus mijn Hollandse kant is inmiddels net zo Hollands als iemand die hier geboren is. Tegelijkertijd geef ik vanwege mijn roots ook een andere invulling aan van wat het betekent om Hollander te zijn. Ik vond dat dat voor Mounira net zo goed gold. Zij heeft iets toegevoegd aan wat het betekent om een Hollandse kunstenaar te zijn en die toevoeging is voor mij een plus. Ik wilde ook die plus laten zien in de film, dus daarom zitten er ook beelden in de film die in Beiroet zijn gefilmd.”

Mounira Al Solh in Hollandse Meesters in de 21e eeuw (2020)
bron: Hesdy Lonwijk

Welke kunstenaar zou wat jou betreft ook zeker bij Hollandse Meesters van de 21e eeuw moeten horen?

“Heb je even? Als je het hebt over kunst, begint het al bij wie bepaalt wat een kunstenaar is en wie zich een Hollandse meester mag noemen. Dat is iets wat al langer onderwerp van gesprek is geweest. Niet alleen via Black Lives Matter, maar ook al lang daarvoor. Er zijn heel veel mensen van kleur die heel mooi werk maken, maar niet het podium krijgen dat ze verdienen, omdat ze niet voldoen aan de standaarden die de status quo heeft opgeworpen. Die status quo is heel erg eurocentrisch. Het is een manier om een groot gedeelte van gekleurde kunstenaars buiten de deur te houden.”

Is politiek voor jou net als bij Mounira verweven in wat je creëert?

“Het begint al met het idee dat politiek en mijn leven niet los van elkaar te zien zijn. De politiek heeft invloed op mijn leven, dus ik bén per definitie politiek. Ik maak maatschappijkritisch werk, dus er zit altijd een standpunt in. Dat standpunt zie ik als ‘politiek’. Ik zou het heel raar vinden als ik niet bewust een standpunt zou innemen, omdat dit zou impliceren dat ik geloof in objectieve kunst. Dat bestaat volgens mij niet. Je wordt altijd beïnvloedt door wie bent, waar je vandaan komt en hoe je in het leven staat. Ook wanneer je je niet uitspreekt, zie ik dat als een politiek standpunt.”

In 2016 was je te gast bij Pauw, waar je je uitsprak over gebrek aan diversiteit en kansenongelijkheid in de filmwereld in Nederland. Zijn we er in de afgelopen vier jaar op vooruit gegaan?

“Nee nul, echt niet. Vanuit de gekleurde gemeenschap is er wel vooruitgang te merken, in de zin dat er meer bewustzijn is aan deze kant van de lijn. Ik denk dat heel veel gekleurde mensen slapende wakker waren. Ze slikten veel shit en hielden hun mond. Door onder meer de BLM-beweging en Kick Out Zwarte Piet beweging is daar heel veel in veranderd, maar het gaat nog niet zo snel. Verandering is als het lopen van een marathon. In de jaren tachtig protesteerden de mensen al tegen ongelijkheid. Ook toen waren er allerlei bedrijven en instanties die riepen dat we daar iets aan moesten doen, maar er gebeurde nooit wat. En dat heeft er mee te maken dat het systeem an sich gewoon niet deugt. Onze systeem is doordrenkt van institutioneel racisme. Heel veel mensen hebben geen idee hoezeer dit systeem mensen van kleur benadeelt. Als je het systeem wilt vetanderen, moet je niet leunen op de mensen die de nadelen van dat systeem ervaren, maar juist op degenen die daar de voordelen van genieten. Zij moeten bedenken dat wat ze doen onrechtvaardig is en daar wat aan doen. Institutioneel racisme is een wit probleem. Als we dat niet doen, gaan we eigenlijk altijd de feiten achternalopen. Het is echt ten nadele van ons allemaal, niet alleen van gekleurde Nederlanders, maar ook van de witte Nederlanders. Er wordt heel veel geroepen, maar als het erop aankomt om harde beslissingen te nemen, zoals quota of gekleurde mensen op hoge posities, blijft enige verandering uit.

Inclusie gaat niet over eventjes iemand van kleur nomineren, dat is niet hoe het werkt

Initiatiefnemers van KLEUR kwamen met een aanjager waarin aan de hand van 10 punten de Nederlandse filmindustrie kan hanteren om inclusiever en diverser te worden. Het NFF heeft deze aanjager ondertekend en staat tevens ook op hun site. Heb je het idee dat het NFF diversiteit en inclusiviteit in acht neemt?

“Ze zeggen natuurlijk van wel, want ze moeten wel. Maar ik meen me te herinneren, dat op de allereerste versie van lijst van genomineerden voor een Gouden Kalf van dit jaar, niemand van kleur stond. Waarschijnlijk hebben ze daar kritiek op gehad en hebben ze de lijst later is uitgebreid. Kortom: het gaat mij erom dat binnen de instituten zelf ook vernieuwing moet plaatsvinden. Dat je niet alleen maar vóór de schermen laat zien dat je openstaat voor zwart talent, maar laat ook zien dat je binnen je directie, festivalorganisatie en de jurering die verandering door gaat zetten. Inclusie gaat niet over iemand van kleur nomineren voor een prijs. Inclusie betekent dat je binnen je eigen organisatie kritisch kijkt naar het personeelsbestand en daar rigoureus veranderingen in aanbrengt als blijkt dat er hoofdzakelijk witte mensen werken. Er moet actie worden ondernomen.”