Spring naar de content

‘Je liefhebbende Vincent’ werpt een licht op de brievenschrijver Vincent van Gogh

Vincent van Gogh was naast een groot kunstenaar ook een begenadigd brievenschrijver. Het Van Gogh Museum toont een selectie van die brieven – van de brieven die hij als jongeling schreef tot aan de laatste, onaffe brief die hij bij zich had toen hij zichzelf in zijn borst schoot. HP/De Tijd kreeg een mini-college van conservator Nienke Bakker.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Charlotte Arnoldy

Je liefhebbende Vincent is de nieuwe tentoonstelling in het Van Gogh Museum, waarin de mooiste brieven die Vincent van Gogh schreef worden tentoongesteld. Brieven waarin hij ideeën en schetsen deelt over schilderijen, maar ook hele persoonlijke brieven over zijn kijk op het leven, zijn rol als kunstenaar en zijn ziekte.

De brieven worden haast nooit getoond, omdat ze erg kwetsbaar en gevoelig voor licht zijn. Heel bijzonder zijn de brieven waarin hij schetsen laat zien van wat later zijn bekendste werken zouden worden. Veel van de kleine schetsjes met inkt en potlood in de brieven wijken qua compositie maar weinig af van de schilderijen zoals wij die nu kennen.

Brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh met schets van De aardappeleters, Nuenen, 9 april 1885.

Volgens conservator Nienke Bakker komt dat niet omdat Vincent zo’n strak plan had van tevoren, maar omdat hij vaak juist schetsen stuurde van werken waar hij al mee bezig was, zoals met De aardappeleters (1885). Maar er zijn ook kleine veranderingen zichtbaar. “In zijn beroemde werk De slaapkamer zie je op de schets die hij naar Theo stuurt een portret aan de muur hangen. In het uiteindelijke werk is dat een landschap geworden.” Vincent schrijft in de brief over het schilderij dat het rust moet geven aan het hoofd, “of liever gezegd, de verbeelding.”

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Vincent en Theo; haat-liefde of onvoorwaardelijke steun?

Vincent en zijn broer Theo hadden een hechte, maar ook gecompliceerde band, zo blijkt uit de brieven. Theo van Gogh omschreef zijn broer in een brief aan zijn zus als volgt: “Het is alsof in hem twee mensen zijn, de een merveilleus begaafd, fijn en zacht; de ander eigenlievend en hardvochtig.” Bakker zegt over deze verschillende kanten van Vincent: “Bij het lezen van sommige brieven denk ik dat ik onmiddellijk ruzie met hem zou hebben. Aan de andere kant lees je ook zijn ongelooflijke gedrevenheid en enthousiasme, waarin hij Theo ook mee wil nemen. Dat maakt die brieven zo fantastisch om te lezen”

De twee broers hadden veel conflicten, vooral in de twee jaar dat ze samenwoonden. Op afstand was hun relatie beter. Theo was naast Vincents sponsor ook zijn beste vriend. In één van de brieven stelt Vincent dat Theo misschien wel zijn enige echt vriend is. Bakker: “Ik zou zeker niet zeggen dat er sprake was van een haat-liefdeverhouding, maar eerder een relatie van onvoorwaardelijke steun, ongeacht het feit dat ze het niet altijd eens waren. Natuurlijk zijn er in de brieven vaak verwijten over en weer, maar veel meer nog zijn ze gericht op elkaar begrijpen en er samen uitkomen.”

Schets van De slaapkamer, meegestuurd met brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Arles, 16 oktober 1888.

De ‘mysteries’ rond Van Gogh

Het leven van de kunstschilder bevat ook een aantal zwarte bladzijdes. De twee bekendste zijn het afsnijden van zijn oor en zijn zelfmoord. Over beiden is in het verleden beweerd dat hij dit niet zelf deed, maar dat iemand anders het zou hebben gedaan (in het eerste geval Paul Gauguin; in het tweede geval een aantal dorpsjongens). Bakker stelt dat deze theorieën niet waar zijn. In de brieven is tussen de regels door te lezen dat Van Gogh depressieve periodes had en soms suícidale gedachten. “Van Gogh spreekt expliciet over zijn afkeer voor het leven en ‘een lange weg’ van herstel voordat hij weer terug is naar willen en kunnen.”

Op 27 juli 1890 schoot hij zichzelf in de borst met een pistool, maar hij stierf pas twee dagen later. Hij droeg op dat moment een onvoltooide brief aan zijn broer bij zich. In deze brief (en ook een aantal daarvoor) blijkt dat Vincent somber was over de toekomst en bang was dat hij een last was voor Theo, die naast Vincent ook een vrouw en kind moest onderhouden. Deze brief is nu ook tentoongesteld.

Wanneer we conservator Nienke Bakker vragen naar haar favoriete brief, hoeft ze niet lang na te denken. “Ik denk de brief aan Theo van 9 of 10 juli 1888. Hierin beschrijft Vincent zijn ochtendwandeling door de tuin van een oude abdij waar hij vijgen heeft geplukt, vertelt hij over de cicaden die ‘zo hard zingen als een kikker’, over zijn vriend Gauguin en de schaarste van zijn materialen, om vervolgens de brief af te sluiten met een filosofische reflectie op de dood en het schilder zijn.” Een stukje uit de brief waar ze op doelt, die overigens ook in het museum te zien is:

“De schilders – om alleen over hen te spreken – spreken als ze dood en begraven zijn via hun werk tot een nieuwe generatie of tot verschillende nieuwe generaties. Is dat alles of is er zelfs nog meer? In het leven van een schilder is de dood misschien niet het moeilijkste wat er is. […] Waarom, denk ik dan, zouden de lichtende punten aan het firmament minder toegankelijk voor ons zijn dan de zwarte stippen op de kaart van Frankrijk? Als we de trein nemen om naar Tarascon of Rouen te gaan, dan nemen we de dood om naar een ster te gaan.

De tentoonstelling ‘Je liefhebbende Vincent’ is van 9 oktober t/m 10 januari te zien in het Van Gogh museum in Amsterdam.

De brieven zijn ook te lezen in de nieuwe bloemlezing Troost voor bedroefde harten, samengesteld door Nienke Bakker, Leo Jansen en Hans Luijten.