Spring naar de content
bron: Anastasia Shuraeva

Filmjaar 2020: het onverwachte succes van Herman Finkers en genderneutrale acteerkalveren

Nico van den Berg maakt de balans op: wat waren de tops en de flops van het afgelopen filmjaar? Over de ideeën-armoede in de Nederlandse filmsector, de opkomst van de streamingsdiensten en genderneutrale Gouden Kalveren: “Je zou juist het aantal acteerkalveren moeten uitbreiden: beste transkalf, beste gaykalf. Op die manier doe je pas echt wat aan diversiteit.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Nico van den Berg

Het lijkt inmiddels een eeuwigheid geleden, maar begin dit jaar zag het leven voor bioscopen en filmdistributeurs er nog veelbelovend uit. Tijdens de nieuwjaarsreceptie in een bomvol Tuschinski in Amsterdam presenteerde de bioscoopbranche nog een jubelend beeld over stijgende bezoekcijfers, nieuwe bioscopen en een spannend aanbod met onder meer de nieuwe James Bond die voor box-office records zou moeten zorgen. Maar tijdens het Filmfestival in Rotterdam eind januari gingen al geruchten de ronde over een virus in China waardoor enkele Chinese filmgasten niet naar de Maasstad konden afreizen. De schouders werden opgehaald en het festival denderde door met volle filmzalen en opeengepakte filmborrels, om dit ruim een maand later te moeten bezuren met een intelligente lockdown. Ook bioscopen en filmtheaters moesten van half maart tot 1 juni hun zalen potdicht houden, om daarna voor een handvol bezoekers af en toe even open te mogen.

Sequels als Onze jongens in Miami en Huisvrouwen bestaan niet en Mees Kees in de wolken leggen op pijnlijke manier de ideeën-armoede in de Nederlandse filmsector bloot

Niet dat er in de verder niet gebeurde in Nederland Filmland. Om te beginnen kreeg Martin Koolhoven, toch één van onze meest gevestigde filmmakers, in januari namens de bioscoopbranche een prijs die even tevoren door de uitreiker als ‘aanmoedigingsprijs’ was aangekondigd. Volgend jaar reiken ze waarschijnlijk een prijs voor jong talent uit aan Dick Maas. Laatstgenoemde was dit jaar zelfs onderwerp van een heuse documentaire die op het Nederlands Film Festival in wereldpremière ging onder de ambitieuze titel De Dick Maas Methode. Het bleek een curieuze verzameling van archiefbeelden uit de jaren 80 en 90 te zijn, met vooral een overdosis familie Flodder. Maas had graag andere films willen maken, maar daar was te weinig belangstelling voor. Het zegt wat over het Nederlandse filmklimaat. Toen afgelopen week Bram van der Vlugt overleed, werd in het lange journaalitem met geen woord gerept over zijn twee mooiste filmrollen uit zijn carrière (Pervola en Familie) , maar ging het vooral over zijn Sinterklaasvertolking. Toegegeven, dat heeft hij 25 jaar zeer verdienstelijk gedaan, maar als zelfs het journaal niet een poging tot cultuuropvoeding waagt, wie dan wel?

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Voor de Nederlandse film was 2020 vooral een teleurstellend jaar. Een nieuw Linda de Mol-vehikel (April, May en June) liet wederom zien dat zelfs interviewen haar nog beter afgaat dan acteren, en sequels als Onze jongens in Miami en Huisvrouwen bestaan niet en Mees Kees in de wolken leggen op pijnlijke manier de ideeën-armoede in de Nederlandse filmsector bloot. Er was gelukkig één uitzondering, die ook nog eens massa’s mensen naar de bioscoop trok: De beentjes van Sint-Hildegard met een glansrol voor Herman Finkers. De Twentse cabaretier bewerkte hiervoor het script van een Tsjechische film en trok het met een flinke eigen draai naar Twente. Het leverde een verrassend onsentimentele en ongelooflijk grappige film op over een man die besluit niet meer over zich heen te laten lopen door zijn dominante vrouw en net doet alsof hij dement is geworden. Het was een enorme hit bij zowel publiek als filmpers. Wat niet kan worden gezegd van de eerste bioscoopfilm van de jongens van het grof-absurdistische Rundfunk, bekend van de succesvolle tv-serie en een uitverkochte theatertour. Het was de eerste nieuwe film in de bioscoop, na de lockdown van het voorjaar, maar het verhaal over een voormalig kindersterretje op een verlopen camping zakte al snelweg in een modderig script vol niet-leuke dialogen. Het was wel de film met de laatste niet-Sinterklaasrol van Bram van der Vlugt, die al vloekend zich nog één keer uit mocht leven.

2020 was, naast corona het jaar van nog meer ‘c’ woorden in de cinema. ‘Cancel culture’ bijvoorbeeld. Zo werd schrijfster J.K. Rowling, geestelijk moeder van Harry Potter, ‘gecanceld’ vanwege een aantal tweets waarin ze stelde niet te geloven in het uitwissen van de biologische sekse – al is de vraag of er in de activistische groepen überhaupt grote fans van Rowlings werk te vinden waren. De Potter-films worden er niet minder populair door.

Volgend jaar reiken ze waarschijnlijk een prijs voor jong talent uit aan Dick Maas

Daarnaast was er de ‘c’ van ‘censuur, al ligt dat dicht bij ‘cancel’. Zo werd, in het kielzog van het verwijderen van politiek incorrecte oude afleveringen van Fawlty Towers en Little Britain door Netflix en de BBC, ineens de Hollywood klassieker Gone with the Wind ‘gecanceld’ door het streaming kanaal HBO Max. Maar na veel #ophef op zowel de sociale als de traditionele media bleek de werkelijkheid toch wat genuanceerder te liggen. De film kwam ongecensureerd terug op HBO Max, aangevuld met een inleiding die de film wat sociale en raciale context gaf.

Dan was wat Disney op het eigen online kanaal Disney+ deed veel kwalijker. Daar werden de blote billen van actrice Daryl Hannah, die in Splash (1984) een zeemeermin speelde, met terugwerkende kracht afgedekt door haar lange haar digitaal een flink stuk te verlengen. Dat Hollywood zich bewust is van #metoo en het seksueel gebruiken van vrouwen, betekent blijkbaar ook dat we in een nieuw tijdperk van preutsheid terecht zijn gekomen.

Je zou juist het aantal acteerkalveren moeten uitbreiden: beste transkalf, beste gaykalf. Op die manier doe je pas echt wat aan diversiteit

Een andere paradox is de combinatie van genderneutraliteit versus de zichtbaarheid van LHBTQ-ers in de filmwereld. Bij de Dutch Academy For Film ging dit najaar een enquête rond waarin werd gepleit voor een genderneutraal acteerkalf. Dus: geen beste acteur of actrice meer, maar gewoon een kalf voor beste hoofdrol en beste bijrol. Wat in de praktijk betekent dat nog maar de helft van het aantal acteerkalveren zou worden uitgereikt, met als gevolg minder diversiteit onder de Gouden Kalf-winnaars. Je zou juist het aantal acteerkalveren moeten uitbreiden: beste transkalf, beste gaykalf. Op die manier doe je pas echt wat aan diversiteit. Anders zul je zien dat er na twee jaar een man als winnaar van een genderneutraal acteerkalf er meteen actie wordt gevoerd om de volgende keer een vrouw te laten winnen, los van de acteerprestatie. Gaat het toch weer om de sekse.

We zouden bijna vergeten dat 2020 vooral het jaar van de opkomst van streamingdiensten was. We hebben ons suf gebinched op de bank. Al schoten sommige media daarin wel door. De NOS bracht zonder blikken of blozen in september zelfs een artikel met als kop “Streamingdiensten halen de bioscoop in”. Ja, nogal logisch, als de bioscopen wereldwijd zo goed als dicht zijn. Je kunt ook niet stellen dat Spotify het heeft gewonnen van festivals en grootschalige concerten, omdat die dit jaar geen publiek hebben getrokken. Dat er zaken gaan veranderen in de filmwereld is duidelijk, maar om de bioscopen meteen af te schrijven is domweg ‘fake news’.

In een interview met BNR werd haar, na een nietszeggend praatje over de toekomst van de Nederlandse bioscopen, om een paar filmtips gevraagd. Daar had het boegbeeld van de Nederlandse filmsector duidelijk niet op gerekend

Als we al betere duiding van de filmsector willen hebben, dan is duidelijk dat we die niet van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Bioscopen en Filmtheaters hoeven te verwachten. Op die post zit namelijk al jaren oud-justitieminister Winnie Sorgdrager. In een interview met BNR dit najaar werd haar, na een nietszeggend praatje over de toekomst van de Nederlandse bioscopen, om een paar filmtips gevraagd. Daar had het boegbeeld van de Nederlandse filmsector duidelijk niet op gerekend. Er volgde een ongemakkelijke lach, en toen kwam al stamelend iets wat vaag op een titel leek:

“De film Witches, en dat is toch echt wel een beetje … zo’n eh … witches. Een beetje magie zeg maar.”

Heldere aanbeveling!

Haar tweede tip was de film Shirley. Waar gaat de film eigenlijk over, vroeg de presentator van BNR.

“Het gaat over een schrijfster, beetje apart tiep zeg maar.”

Eg vrolijk word je hier niet van. En dan was het al een behoorlijk treurig jaar. Een beetje apart coronajaar, zeg maar.