Spring naar de content
bron: Mieke Meesen

De ziekte die wokeness heet

Via de Boekenweek komen de Foute Jongens te spreken over het onrecht dat romancier Pieter Waterdrinker is aangedaan, de toenemende gesel der politieke correctheid en de kwaliteiten van Fran Lebowitz.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Foute Jongens

Rob: De dagen lengen alweer, mijnheer Van Amerongen. Als ik Bavink uitlaat in het Grote Enge Mensenbos, weerklinkt alreeds het gekwetter onzer gevederde vrienden. Normaal gesproken vervult mij zulks van ontembare vreugde. Maar nu niet. En de coronacrisis heeft daar slechts weinig mee van doen.

Weet u wat het is?

De lente komt eraan.

En daarmee ook de Boekenweek.

Eerst nog even over die coronacrisis: net als bij mijn gezinsleden is er bij mij ongetwijfeld, gezien mijn milde klachten, sprake geweest van een besmetting. In tegenstelling tot vrouw en kind bouwde ik echter – zoals tweemaal uit een serologische test bleek – geen antistoffen op. De artsen denken nu dat mijn T-cellen, oftewel de geheugen-immuuncellen, die zich ziekteverwekkers uit het verleden kunnen ‘herinneren’ en vervolgens aanvallen, mij hebben gered.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Daar hebben Jaap en Annie Hoogland dus goed aan gedacht, toen ik tijdens een stormachtige nacht in februari 1950 werd verwekt, volgens mijn vader na een bezoek aan Circus Knie, waarbij hij hevig onder de indruk was geraakt van de acrobatenact.

Terug naar de Boekenweek, hoewel niet met de hertensprong vanaf de linnenkast die mijn ouweheer vervolgens altijd, terwijl mijn moeder meewarig het hoofd schudde, tot in detail beschreef. De Boekenweek vormde voor mij vroeger een aangenaam tijdverdrijf, omdat het betere boek erin centraal stond. Maar nu heb ik de longlist van de Libris Literatuurprijs 2021 voor mij liggen: achttien boeken, die tot zes zullen zijn teruggebracht wanneer deze editie van HP/De Tijd in de brievenbus glijdt. Alleen al door deze lijst zinkt de moed mij in de schoenen.

Het meesterwerk van Pieter Waterdrinker kreeg niet eens een vermelding op de longlist van de Libris Literatuurprijs

Rob Hoogland

Hoe groot kan onrecht zijn? Zo groot, mijnheer Van Amerongen: de naam van Pieter Waterdrinker ontbreekt erop. Van zijn hand verscheen het fenomenale, alom juichend besproken De rat van Amsterdam. En dat meesterwerk kreeg niet eens een vermelding op de longlist. Ik doe een greep: Oogst van Sien Volders, Ik ben er niet van Lize Spit. Die staan er wel op. En De rat van Amsterdam niet.

Nou ja zeg!

Pieter Waterdrinker maakt op Twitter van zijn hart geen moordkuil. Dat levert hem immer hoon op van de kudde aan ernstige zelfoverschatting lijdende literatoren van de B-, C- en D-categorie, wier schrijfstijl wordt gekenmerkt door saaiheid en gebrek aan originaliteit. Ze zijn van allerlei kunne en hun karakter is gevormd door arrogantie en verstotingsangst. En door hypocrisie niet te vergeten, een menselijke eigenschap die toevallig vaak zo treffend door Waterdrinker wordt beschreven.

Het zal toch niet? Ja, het zal toch wel: ze hebben hun zin gekregen, met hun door diversiteit- en inclusiegeboden gestuurde grote bekken. U herinnert zich vast wat vroeger de foute boeken waren. Welnu, de foute boeken van tegenwoordig zijn van de hand van oudere witte mannen en ontkomen zelfs niet aan de kwalificatie ‘fout’ wanneer ze voortreffelijk zijn geschreven. De wokecultuur is definitief op de praalwagen van de letterenfaculteit van de Radboud Universiteit de wereld van de literatuur in getrokken. Ik vrees dat wij ons dat niet alleen tijdens de uitreiking van de Libris-prijs zullen realiseren, maar ook anderhalve maand eerder al, tijdens de Boekenweek.

Bestond dáár maar eens een T-cel tegen.

Arthur: Man, ik ben een T-cel op twee benen! Op vrijdag 13 maart vorig jaar vloog ik van Amsterdam naar Faro, tussen vijfhonderd hoestende bejaarden. Ik had net daarvoor twee superspread-events bezocht: het Boekenbal in de Stadsschouwburg en het Boeckenbal in de Bullekerk in Zaandam, dat ik samen met Rob Muntz en mijn uitgever Otto Wollring organiseerde.

Je weet dat ik nogal klef ben; ik heb vrijwel iedereen die ik tegenkwam gezoend en geknuffeld. Behalve jou, want als ik jou een sappige pakkerd wil geven, lekkere vent van me, moet ik een keukentrapje meenemen. Bovendien ben je altijd ongeschoren en ren je weg als je mij ziet. Maar goed, coronaklachten kreeg ik dus niet. 

Ik moest vroeger altijd met een hele goede vriend van mij – ik vermoed dat hij homosueel was – mee naar zogeheten darkrooms. Kom Tuurtje, zei hij altijd, daar word je hard van. In die mannenstallen heb ik – ook al was ik een muurbloempje –
een flinke resistentie opgebouwd, want ze worden door meer ziektekiemen geteisterd dan de sloppenwijken van Nairobi, Caïro en Lagos bij elkaar, en bovendien was het gevaar dat je portefeuille er werd gerold in die tiers-mondesque schimmelgrotten net zo groot. 

Wat de jury van de Libris-prijs betreft – overigens werd Waterdrinker ook al niet genomineerd voor Poubelle, wat een schande – moet ik heel erg denken aan Fran Lebowitz, die qua zwarte humor vergelijkbaar is met Larry David en W.C. Fields. Het laatste deel van de zevendelige serie Netflix-serie Pretend It’s a City, met Martin Scorsese, gaat over haar liefde voor boeken. Ze vertelt vol hartstocht over de boeken die ze als kind las en die haar een hele nieuwe wereld boden, een perfecte ontsnapping uit de alledaagse sleur en de ideale manier om te dagdromen. 

Daarna volgde Frans tirade tegen de ziekte die wokeness heet. Allerlei politiek correcte wappies willen boeken verbieden die niet inclusief zijn. Het komt erop neer dat een extreem zwaar gehandicapte LGBTQIA-persoon, al dan niet van kleur, en met ebola, aids én corona, een verbod op de Kameleon of Pietje Bell wil, omdat hij/zij/het zich niet kan identificeren met de frisse hoofdpersonen in die kinderboeken. Fran Lebowitz wil juist helemaal niet dat boeken een spiegel zijn. Integendeel. Ik ook niet. Als kind wilde ik helden, geen zielige, jankerige, broodmagere jongetjes met rood haar en sproeten die door iedereen gepest werden. Godverdomme, nee zeg. 

Een van de heksen die er – samen met Rosanne Hertzberger – voor gezorgd heeft dat geweldige blanke mannen als Waterdrinker nooit meer iets mogen winnen, is Sunny Bergman. The cancel witches of 020! Als ik borderliner Hertzberger bij Jinek zie schuimbekken en wappie met haar handen zie zwaaien als een windmolen op crystal meth bij Jinek, moet ik meteen denken aan Alexandria Ocasio-Cortez, alias AOC. En wat lees ik zojuist tot mijn niet-geringe leedvermaak op het wandje van Sunny ‘emotionally unstable personality disorder’ Bergman? 

Als er iemand al zijn hele leven wordt verscheurd tussen goed en kwaad, tussen hersens en onderbuik, ben ik het wel

Arthur van Amerongen

“Afgelopen jaar, zo rond kerst 2019, besloten David en ik uit elkaar te gaan. Weet er iemand rondom Amsterdam een huurwoning tegen een schappelijke prijs? Of wil iemand mij geld lenen om een extra woning te kopen, want we willen zo graag ons huis niet hoeven te verkopen.”

Die laatste zin: schaamteloos bedelen omdat dat kreng haar huis niet wil verkopen. Het tij keert, Hoogland! De woke-wappies oogsten wat ze zaaien. Instant karma!

Rob: Af en toe ben ik best blij dat ik u heb leren kennen, mijnheer Van Amerongen. Aan uw hand betreed ik een duistere wereld die ik vroeger weleens op eigen initiatief van binnen bekeek, onder andere toen een jongedame mij in een boerenschuur in Camperduin op zo’n feestje met visnetten aan het plafond een soort sigaret aanbood.

Ik zal het maar onthullen: ik nam twee trekjes en liep anderhalf uur later naakt met haar over de Hondsbossche Zeewering, onderwijl uitroepend dat dat spul geen enkel effect op mij had. Het kostte mij daarna nog veel moeite om het huwelijk dat ik haar die nacht in het vooruitzicht had gesteld te ontlopen. De man van de hertensprong vanaf de linnenkast zag zich middels een financiële transactie zelfs gedwongen de zaak in der minne te schikken.

Toch vertelt u mij hier weinig nieuws. Ten eerste grinnikte ik ook hardop toen het gênante gebedel van mevrouw Bergman tot mij kwam. Het eerste wat ik dacht was: haar bro’s en sissy’s in Zuidoost hebben toch wel een illegaal flatje voor haar? 

Ten tweede heb ik ook een poging gedaan om de Netflix-serie die Martin Scorsese over mevrouw Lebowitz maakt te bekijken. U mag het best weten: na deel één haakte ik af. Het enthousiasme waarmee velen, onder wie blijkbaar ook u, kennisnemen van de verhalen van mevrouw Lebowitz, kan ik niet delen.

Sterker nog, ik vind die Fran gewoon een stomvervelend wijf. (Vergeef mij deze volkse omschrijving, maar er schiet mij niet zo gauw iets anders te binnen.) Bovendien maakt zij in mijn ogen een typisch New Yorkse fout, een neiging die men overigens ook in onze geliefde hoofdstad vaak niet kan bedwingen: zij denkt dat hard en onbeschoft schreeuwen humor is.

De heer Scorsese, die ik toch best hoog heb zitten, viel steeds weer ten prooi aan een onbedaarlijke lachbui als zij aan het woord was. Ik slaagde er nog niet eens in het allereerste begin van een glimlach te produceren. Al is het bij nader inzien wel jammer dat ik haar tirade tegen de ziekte die wokeness heet, waarover u hierboven spreekt, heb gemist.

In dit geval vindt mevrouw Lebowitz mij volledig aan haar zijde, ofschoon ik natuurlijk wel – en niet louter om coronaredenen –
minstens anderhalve meter afstand in acht wens te nemen. Voor mij is wokeness zelfs een vorm van kanker. Blijft het doorwoekeren, dan hóeven de musea en de bioscopen van mij na de lockdown niet eens meer open. Het is onverbloemd racisme wanneer kunstenaars en acteurs in de eerste plaats op hun huidskleur of gender worden geselecteerd, zoals her en der geschiedt. En het is ronduit misdadig wanneer de hotemetoten in de kunst- en filmscene worden gecanceld indien zij zich daarbij weigerachtig opstellen.

Fijn dat mevrouw Lebowitz daar iets over heeft gezegd.

Wat doet u trouwens tijdens de Boekenweek, mijnheer Van Amerongen?

U gaat mij toch niet vertellen dat u zelf óók weer een boek heeft afgescheiden?

Arthur: Nou ik je toch spreek, ouwe: ik heb zelfs twee boeken afgescheiden voor de Boekenweek. Getverderrie, ik moet ineens aan witte vloed denken. Ken je dat nog uit je jeugd? Witte vloed werd meestal veroorzaakt door de candida albicans. Wat een schitterende, exotische naam voor zo’n vies beestje! 

Elke vrouw heeft van nature bacteriën en schimmels die hopelijk voor een gezonde vaginale flora zorgen. Die juffrouw van jou, uit Camperduin, had die het weleens met jou over haar diverse yoghurtkuren? 

Nooit meer het woord afscheiden gebruiken in onze keurige rubriek, Hoogland. De brave lezer zou er misogyn van worden. Om terug te komen op je vraag over mijn plannen voor de Boekenweek: ik zou mijn boeken Saudades en Tweestrijd in je broekje op zaterdag 13 maart presenteren in de Bullekerk in Zaandam – tijdens het alternatieve en door suikeroom Tom Kellerhuis (onze geliefde hoofdredacteur) gesponsorde Boeckenbal, dat vorig jaar zo’n groot succes was omdat niemand van de zeshonderd bezoekers corona opliep, laat staan candida albicans, herpes genitalis of pediculosis pubis. 

Ik vind die Fran Lebowitz gewoon een stomvervelend wijf

Rob Hoogland

Het feestje heette ditmaal Black Books Matter, omdat mijn huisvriend van kleur Henk Bakboord (zo heet hij echt, het is geen verzinsel van Jacques Plafond) zijn ondeugende novelle Billenkoek zou presenteren. 

Billenkoek is het aangrijpende verhaal van een knappe en keurig opgevoede Surinamer die steeds dieper verdwaalt in de wereld van dance, pillen en sm. Amsterdam was toen het Sodom en Gomorra van Europa, met de Wasteland Party’s als erotisch hoogtepunt. Helaas is Hendrik niet de Griekse beginselen toegedaan, want hij zwijgt in alle toonaarden over dungeons als de Argos, The Cuckoo’s Nest, de Wells Fargo, de Cockring en last but not least de legendarische Stablemaster. 

Door die kutcorona hebben medeorganisator Robert Muntz en ik het feestje moeten uitstellen tot nader orde. Weet je overigens wat het thema is van de Boekenweek 2021? Tweestrijd, maar wederom werd ik niet uitgenodigd om het Boekenweek-geschenk te schrijven. Nou, als er iemand al zijn hele leven wordt verscheurd tussen goed en kwaad, tussen hersens en onderbuik, tussen geheelonthouding en genotzucht en tussen seks met vrouwen of alle mogelijke andere genders, al dan niet tegen een kleine vergoeding, ben ik het wel. Jij bent de enige die mij nog begrijpt, Robbie. Het is een schrale oogst, zo aan het einde van mijn leven, maar zoals mijn moeder zaliger altijd zei: wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.  

Vlak voor het ter perse gaan van HP/De Tijd werd bekend dat de Boekenweek is uitgesteld tot de zomer.