Spring naar de content

Hitlers hofcomponist

Mei is de maand van oorlog en bevrijding, van herdenking en viering. Oswin Schneeweisz dook in zijn archief en blies een oud verhaal nieuw leven in. Een verhaal over schuld, boete en ontkenning. Terug naar Mallorca, naar Norbert Schultze (1911-2002), componist voor het Derde Rijk. Hij werkte samen met Goebbels en componeerde zowel muziek voor propagandafilms als nazi-schlagers. Terugblikkend aan het einde van zijn leven bleek hij er geen spijt van te hebben. ‘Politiek is niet onze zaak.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Oswin Schneeweisz

Elke journalist heeft op zijn stapel artikelen wel een verhaal liggen dat hem blijft achtervolgen. Soms jarenlang, omdat het op de een of andere manier niet af is of nog steeds actueel. Omdat het destijds diepe indruk maakte, omdat het wellicht interessant is voor een nieuwe generatie lezers. Natuurlijk kun je zo’n verhaal simpelweg herpubliceren, maar een grotere uitdaging is om de confrontatie aan te gaan en zo het artikel nieuw leven in te blazen en te voorzien van reflectie en nieuwe duiding. Dit verhaal begon in het voorjaar van 1995, toen ik voor HP/De Tijd in het vliegtuig stapte op weg naar Mallorca voor een interview met de hofcomponist van Hitler: Norbert Schultze. Schultze is inmiddels overleden, maar zijn verhaal is tijdloos. 

Gezeten op het balkonnetje van zijn flatje in Mallorca verhaalde hij van zijn oorlogsverleden. Van liederen als Bomben auf Engelland en Vorwärts nach Osten, van propagandafilms als Feuertaufe en Kolberg. En natuurlijk spraken we over de totstandkoming van zijn wereldhit: Lili Marleen. Het flatje op de vierde etage oogde sober. In een hoek van de kamer: een hagelwitte piano. Aan de wanden: slecht geschilderde portretten van Marlene Dietrich en zangeres Lale Andersen, en op een van de tientallen ingelijste foto’s: twee oudjes op een canapé. Norbert Schultze en Leni Riefenstahl. (Waarom had ik destijds zoveel aandacht voor dat interieur? Omdat ik het onalledaagse wilde afzetten tegen het alledaagse van het fotolijstje. Iedereen heeft wel fotolijstjes staan, maar als er een foto van Leni Riefstahl en Schultze in zit, weet je meteen in welke bubbel je bent beland. Die foto fascineerde mij, vanwege de alledaagsheid van dit ongewone tafereel of vanwege de onalledaagsheid van dit gewone tafereel. Zou ik als ik in zijn schoenen had gestaan dat portretje een plek op de schoorsteenmantel hebben gegeven? Zou ik het niet, uit schaamte, in een doos hebben weggestopt? Hoe interpreteer je zoiets? Was het een teken van verzoening met een duister verleden of juist van ontkenning?) 

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap