Spring naar de content
bron: anp

Achter de struiken bij Keti-Koti

Op 1 juli werd de afschaffing van de Nederlandse slavernij in Suriname en op de Antillen herdacht met Keti-Koti. HP/De Tijd was bij de herdenking bij het Nationaal monument slavernijverleden in het Amsterdamse Oosterpark. Of in elk geval: in de buurt. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jelle Brumsen

Stop maar met wat je aan het doen was, er is weer wat aan de hand: moet Keti-Koti een nationale vrije dag worden? Wijzen en geleerden bogen zich de afgelopen dagen over deze vraag, om hun antwoorden vervolgens na gedegen beraad wereldkundig te maken op nationale denktanks als Twitter en Instagram. Er bleek iets handigs te zijn bedacht: als je vóór was plaatste je een plaatje met een tekst waarop stond dat Keti-Koti een nationale vrije dag moest worden op je account, was je tegen dan plaatste je dit plaatje met een kruis erdoorheen. De twee meningen waren al ingevuld, je hoefde alleen het juiste bordje omhoog te houden. Ik doe hier niet aan mee, maar toog wel naar het Amsterdamse Oosterpark waar sinds 2002 het Nationaal monument slavenrijverleden staat. De nationale herdenking hier werd live uitgezonden door de NOS, maar ik wilde ook de context zien. Hoe was de stemming in het park?

Bij de ingang van het park hing een aankondiging van obstakels: "Oosterpark rond slavernijmonument afgesloten tussen 11:00 en 15:00." Een blik op de klok leerde dat ik precies op tijd was om door deze belemmering gehinderd te gaan worden. Toch betrad ik het park, dat in feite bestaat uit een breed pad rondom water en grasveld. De hoek waarin het slavernijmonument zich bevond was afgesloten, een rondje lopen bleek niet meer mogelijk. Het monument en de herdenking waren niet alleen ontoegankelijk, zichtbaar was het ook niet. De politie was ingedeeld in duo’s en fietste heen en weer door het park. Twee duo’s passeerde elkaar en een agent vroeg in een al dan niet geacteerd Brabants accent aan het andere duo: ‘Kunne gij ook een wheelie?’ Ik liep richting één van de opgeworpen hekken, bewaakt door twee agenten. Een meneer was geïrriteerd dat hij er niet door kon. Boos worden had duidelijk geen enkele zin, hij deed het toch. Aan de andere kant van het park, een heel eind van de herdenking bij het monument vandaan, stonden drie tenten waar Surinaams werd gekookt en vooral: gebarbecued. Het plaatselijke barbecueverbod was voor deze feestdag klaarblijkelijk opgeschort. Ik liep richting de rook om te vragen naar het idee achter dit feestmaal, toen ik bijna omver werd gereden door een enorme grasmaaier. De bestuurder riep: ‘Maaidag’. Ik trok me terug richting pad en vroeg me af of de maaier straks aangekomen bij de eettent hetzelfde decreet zou gaan uitvaardigen.

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap