Spring naar de content
bron: anp

Het sadistisch universum van John de Mol

De morele onverschilligheid die John de Mol groot maakte, brengt hem nu ten val, schrijft Jan Kuitenbrouwer. Wat zich bij zijn programma’s achter de schermen afspeelt, is het zelfde als ervoor, maar dan zonder filter. “Op het podium krijgen de kandidaatjes waardevol advies van hun ‘coaches’, in de coulissen neemt de grooming andere vormen aan.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Jan Kuitenbrouwer

Dat het nog zo lang geduurd heeft voor John de Mol tegen een lamp liep, is vooral een bewijs van zijn talent. John de Mol is directeur van een circus dat zijn dieren slecht behandelt maar die zelf altijd veilig buiten de kooi blijft. Soms springen ze woedend op tegen de tralies, maar dan doet hij gewoon een stap achteruit en steekt een sigaret op. Maar nu zit er toch bloed op zijn voorhoofd.

Net als haar broer heeft Linda de Mol ook een haarscherpe neus voor de tijdgeest, maar daarnaast heeft zij ook een geweten, waarmee zij haar producten altijd iets van een stichtelijke boodschap meegeeft. Zij spiegelt zich aan Oprah, de onvermoeibare biechtmoeder van de vrouw van nu. Linda wil geld verdienen én verheffen, John wil alleen dat eerste. Daarom is het extra wrang dat juist zij nu het slachtoffer wordt van zijn morele onverschilligheid. Dat haar verloofde zijn broek niet omhoog kan houden kun je John de Mol niet kwalijk nemen, maar wel dat hij de andere kant opkeek toen zijn zus werd bedrogen en hij zijn zwager handhaafde in een positie die hij misbruikte voor seksuele gunsten.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Wie denkt dat John Mol op te grote afstand zou staan van de dagelijkse praktijk van die televisieshow om kennis te hebben van de goings on, heeft geen goed beeld van de man en zijn manier van werken. Hij is een ’haast maniakale perfectionist’, in staat om een opname stil te leggen omdat er een haarlok verkeerd zit en een controlfreak die zorgt dat hij altijd van alles op de hoogte is. Iedereen binnen de orbit van dat programma heeft hiervan geweten, inclusief hij, dat geef ik u op een briefje. Maar zoals beschreven in de vele profielen en portretten die van hem verschenen is hij zelf ook een nogal actieve womanizer, en daarom misschien niet zo genegen om zulk gedrag in zijn omgeving te ontmoedigen.

John de Mol is directeur van een circus dat zijn dieren slecht behandelt maar die zelf altijd veilig buiten de kooi blijft. Soms springen ze woedend op tegen de tralies, maar dan doet hij gewoon een stap achteruit en steekt een sigaret op

Tot het huisidioom van de firma Endemol behoorde lange tijd de frase ‘daar krijg ik (g)een paal van in de broek.’ Het algehele streven was erop gericht om ‘Djon en Djoop’ (Koot & Bie) een commerciële erectie te bezorgen. Dan was het goed. Wat die fysiologische reactie bij Djon de Mol het snelst teweegbrengt is de gemene deler van al zijn televisieformules: kijken naar mensen die vechten om geld. Die functie heeft topsport ook, daarom begon hij ook ooit een sportzender, tot hij besefte dat je de spelregels van een sport niet zomaar naar je hand kunt zetten en je dus beter je eigen toernooien en competities kunt organiseren. Big Brother, De Gouden Kooi, The Voice Of Holland, De Dansmarathon: arme mensen die elkaar de tent uitvechten voor een klatergouden trofee. Naijver en rivaliteit, glorie en vernedering, wie kijkt er niet graag naar? John de Mols paal is de paal van Nederland.

En wat zich bij die programma’s achter de schermen afspeelt is hetzelfde als ervoor, maar dan zonder filter. Zonder spotlights en schone schijn. Op het podium krijgen de kandidaatjes waardevol advies van hun ‘coaches’, in de coulissen neemt de grooming andere vormen aan. Het geciteerde idioom blijkt nog steeds gangbaar.

Zo bouwde De Mol een wrede kermis, een virtueel worstelperk voor de behaagsport dat altijd uitverkocht is. Een sadistisch universum van sloebers die zich doodvechten voor een opgestoken duim. Big Brother, De Gouden Kooi, The Voice Of – wereldhits. Al begint de sleet er inmiddels flink op te komen, herkenbaar aan de talrijke spin-offs en tweaks. Hetzelfde rad van fortuin, opgeverfd en met nog meer lichtjes.

Een zekere poëtische rechtvaardigheid heeft het wel: het morele darwinisme waaraan hij zijn fortuin dankt, brengt hem nu ten val. Dat het zijn arme zus een beetje tot troost mag zijn

De laatste afvalrace die hij bedacht, een vijftig uur durende dansmarathon op SBS, werd alles behalve de blockbuster die hij voorspelde. Hij baseerde dat idee op de speelfilm They Shoot Horses, Don’t They, van Sidney Pollack (1969), een inktzwart verhaal over een dansmarathon op de pier van Santa Monica, ten tijde van de Grote Depressie, om een prijs van 1500 dollar en de kans op een filmcontract. De armoede in Californië is op dat moment zo enorm dat deelnemers zich letterlijk dood dansen. Het is een navrante aanklacht tegen het kapitalisme, maar De Mol miste of negeerde die dubbele bodem en zag vooral een ijzersterk idee voor een televisieprogramma. Uiteraard werd de opzet afgezwakt met EHBO-ers en hulpverleners zodat er geen slachtoffers vielen, en mogelijk was dat ook de reden dat er geen hond naar keek. Het idee was gecastreerd door decennia beschaving, die De Mol misschien niet helemaal heeft meegekregen.
Het lijkt erop dat hij ook in deze affaire de tijdgeest verkeerd gelezen heeft, en zich domweg niet realiseerde dat wanneer dit soort wanpraktijken anno 2022 in de openbaarheid komt, je een serieus probleem hebt. Hoe ‘groot’ je ook bent.

Hij mag er dan alles aan doen om er zo jong mogelijk uit te blijven zien, intussen is ook John de Mol (1955) gewoon een oude witte man, met de vinger misschien niet meer zo feilloos aan de pols van de tijd als ooit. Time waits for no one.

Een zekere poëtische rechtvaardigheid heeft het wel: het morele darwinisme waaraan hij zijn fortuin dankt, brengt hem nu ten val. Dat het zijn arme zus een beetje tot troost mag zijn.