Spring naar de content

401.880 stemmen: vertrek Lilianne Ploumen als Kamerlid verkeerd signaal

Lilianne Ploumen stopt ermee. Ze is naar eigen zeggen ‘te weinig onderscheidend in stijl en stellingnames’ als politiek leider van de Partij van de Arbeid. Een inzicht dat komt nadat ze vorig jaar als lijsttrekker van haar partij een mandaat vroeg aan de kiezers, hetgeen beloond werd met 401.880 stemmen. Er is veel lof voor de kwetsbare en open verantwoording van Ploumen. Maar waarom óók weggaan als Tweede Kamerlid, vraagt Ton F. van Dijk zich af. Weet u nog: In de vorige Kamerperiode kregen vertrekkende Kamerleden doorgaans te maken met de toorn van toenmalig Kamervoorzitter – en partijgenote van Ploumen – Khadija Arib.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ton F. van Dijk

Lilianne Ploumen is een integer politica. Ze heeft relatief weinig last van geheugenverlies en is een verbindende persoonlijkheid in de politiek. Dat laatste is eerder uitzondering dan regel in machtskringen. 

Ploumen is ook een ervaren politica. Zo was ze eerder voorzitter van de Partij van de Arbeid (PvdA). Een complexe functie waar je tegen een stootje moet kunnen, want zo leuk is de sfeer binnen de sociaaldemocratie doorgaans niet. 

Maar Ploumen hield stand en wist haar goede werk voor de PvdA te verzilveren in de vorm van een ministerschap. Een functie waar je over de nodige leiderschapskwaliteiten dient te beschikken en juist die had ze tijdens haar partijvoorzitterschap laten zien.

Tegen wil en dank werd Ploumen daarna Tweede Kamerlid en het lot bracht haar als gevolg van het vertrek van Lodewijk Asscher (vanwege zijn rol in het toeslagenschandaal) in de positie dat zij alleen maar ‘ja’ kon zeggen toen haar werd gevraagd het partijleiderschap op zich te nemen. 

Geen kleinigheid, omdat verkiezingen aanstaande waren en zij als leider van de PvdA de kar moest trekken onder buitengewoon slecht gesternte. Haar partij heeft de kiezersgunst verloren en in die context vergt het lijsttrekkerschap aanvaarden de nodige moed. 

Lilianne Ploumen moet zich afgevraagd hebben wat zij zou doen wanneer het tij niet gekeerd zou worden en de traditioneel grote volkspartij zou blijven steken op zo’n 9 à 10 zetels.

Lilianne Ploumen moet zich afgevraagd hebben wat zij zou doen wanneer het tij niet gekeerd zou worden en de traditioneel grote volkspartij zou blijven steken op zo’n 9 à 10 zetels

Dinsdag verklaarde zij daarover op een persmoment naar aanleiding van haar aftreden als partijleider, dat zij een jaar geleden zelf had besloten ná de gemeenteraadsverkiezingen de ‘balans’ op te maken van haar partijleiderschap.

Inmiddels weten we hoe die evaluatie uitgevallen is. In een openhartige en kwetsbare verklaring laat Ploumen weten niet geschikt te zijn voor het leiderschap van haar partij en haar functie als leider én als Kamerlid neer te leggen:

“Maar in die laatste rol, partijleider, is het belangrijk om leidend en opinie-vormend te zijn op alle onderwerpen. Om in de verkiezingsdebatten en in de Tweede Kamer onderscheidend te zijn in stijl en stellingnames. Om de partij ook voor te gaan in idee-ontwikkeling over thema’s waar ik me minder in thuis voel. Om niet alleen een leider te zijn die Den Haag kan openbreken voor wat er leeft in ons land en in de wereld, maar ook een die bedreven is in het debat in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Ik vind dat ik dat niet goed genoeg kan waarmaken, en daarom treed ik terug.”

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Ploumen stopt dus niet alleen als partijleider, maar ook als ‘gewoon’ Kamerlid. Zij wil haar opvolger ‘niet voor de voeten lopen’.

Een politicus die zich open en kwetsbaar opstelt, oogst veel lof. In zekere zin snakt het land naar dit type eerlijkheid. Hulde dus

Een politicus die zich open en kwetsbaar opstelt, oogst veel lof. In zekere zin snakt het land naar dit type eerlijkheid. Hulde dus.

Maar het wringt ook.

Nog maar een jaar geleden bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer vroeg Ploumen de kiezers haar een mandaat te verlenen om de komende vier jaar hun belangen te dienen. Volksvertegenwoordiger in de Kamer zijn is de hoogste functie in de democratie. Niet iets dat je lichtzinnig aan kunt gaan. Je wéét dat als je op de Kamerlijst gaat staan, je een verbintenis aangaat voor vier jaar met het volk: de ervaren Ploumen moet zich dus hebben gerealiseerd waar zij aan begon.

Kamerleden die in een vorige periode besloten de Kamer vroegtijdig te verlaten, kregen dan ook te maken met de ongekende toorn van toenmalig Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA). 

Tegen Isabelle Diks van GroenLinks, die de Kamer verliet om haar moverende redenen (misschien ook wel dat ze ‘het’ niet kon) en wethouder werd in Groningen, zei een meedogenloze Arib: “Je weet dat ik altijd kritisch ben over collega’s die hun kiezersmandaat niet volmaken. Dat geldt zeker in jouw geval, want je bent gekozen met voorkeursstemmen.”

Voorzitter Arib was snoeihard voor ‘spijtoptanten’. Om welke reden dan ook (behalve ziekte). En terecht. Haar partijleider Lilianne Ploumen (401.880 stemmen) had er daarom beter aan gedaan aan te blijven als Kamerlid. Nu oogt haar vertrek een jaar na de landelijke verkiezingen – ondanks de grote hoeveelheid lovenswaardige zelfreflectie en eerlijkheid – toch vooral als een verkeerd signaal aan haar kiezers over het ambt van volksvertegenwoordiger, en lijkt de PvdA een partij met twee gezichten. En dat is jammer.