Spring naar de content

GroenLinks-huiscabaretière Janneke de Bijl: zo geestig als een kinderbegrafenis

Don Arturo hoorde een column van Janneke de Bijl op NPO Radio 1. ‘Janneke probeert grappig te doen maar ik zie vooral de verbetenheid van een veertigjarige kinderloze filosofiestudent.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arthur van Amerongen

Kijk, dat je eruit ziet alsof je uren klem hebt gezeten tussen de schuifdeuren tijdens een optreden in het kneuterige huisje van je oma is natuurlijk een pre als je bij het cabaret wil. Tineke Schouten heeft het ver geschopt met zo’n scheve bek, net als André van Duin (over mijn grote held zo dadelijk meer).

En die scheve smoel is dan meteen ook het enige geestige aan Janneke, die in alle opzichten de jonge dubbelganger van Aaf Brandt Corstius is.

Ik had nog nooit van Janneke de Bijl (een naam die associaties oproept met wollen onderbroeken en stuk gekookte witlof) gehoord, tot ze ineens twee weken achter elkaar in de top-vijf van Twitter-trends stond en dat is op Joep Hek na nog geen enkele cabaretier gelukt. Zelfs niet Martijn Koning, die de lach toch vooral moet hebben van zijn hilarische kinnebak.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Ik ben er altijd als de kippen bij als ik iets zie opduiken in de Twitter-trends, en dan ga ik daar vervolgens over twetteren want het is gegarandeerde, welhaast pavloviaanse clickbait.

Ik heb verbijsterd zitten kijken en luisteren naar dit GroenLinks-pamflet op pootjes. Zelfs het Noord-Koreaanse journaal is grappiger

Enfin, wat ik al zei: het mens heeft net zo’n afgrijselijke stem als Aaf, ziet er net zo onverzorgd uit maar is alleen twintig jaar jonger. We kijken even naar Jannekes eerste ‘column’ die ophef veroorzaakte. De ankeiler van de NPO was natuurlijk prima qua clickbait. 

“De boeren bewijzen hun eigen overbodigheid met hun acties, concludeert Janneke de Bijl. “Boeren kleuren onze wereld niet; ze maken de gewassen eenzijdig, de grond arm, de droogte erger en de dieren dood”, zegt ze op @NPORadio1.”

Ik heb verbijsterd zitten kijken en luisteren naar dit GroenLinks-pamflet op pootjes. Zelfs het Noord-Koreaanse journaal is grappiger. Als je iets moet doen om nog een keer te worden uitgenodigd bij de NPO, moet je de boeren aanvallen. En verdomd, Aaf de Tweede had de smaak te pakken en deze week viel ze in haar Rutte IV-agitpropbabbeltje opnieuw de boeren aan! En wederom was de ankeiler prima qua clickbait.

“Het personeelstekort loopt op, gelukkig heeft Janneke de Bijl een paar oplossingen voor het probleem. ‘De boeren komen straks weer beschikbaar op de arbeidsmarkt en lijken me erg geschikt voor in de bouw. Ze hebben veel ervaring in het efficiënt huisvesten van levende wezens’.”

Mijn grootste bezwaar is dat het dus totaal niet grappig is. Janneke probeert grappig te doen maar ik zie vooral de verbetenheid van een veertigjarige kinderloze filosofiestudent. Hier biedt zelfs de ingeblikte laugh track geen redding. Ik heb – fair and balanced als ik ben – Janneke nog even op YouTube gecheckt en geloof me, ik heb harder gelachen op menig kinderbegrafenis.

De Bijl heeft dus filosofie gestudeerd in Groningen. “Daar bekeken we de functie van taal, tijd, liefde maar ook het leven. Je kan die thema’s van zoveel kanten bekijken dat ik de conclusie trok: uiteindelijk heeft niets zin. Dat klinkt depressief maar voelde ook als opluchting. Ik kan doen waar ik zelf gelukkig van word,” vertelde ze daarover in 2018.

De zoektocht naar waar ze dan gelukkig van werd was aanvankelijk een moeilijke; ze werd afgewezen voor de toneelschool en een optreden in Amsterdams café Toomler was ook geen succes. De Volkskrant riep haar vervolgens uit tot comedytalent van 2019 en dan zit je natuurlijk goed bij de NPO (op mij na dan, hahaha).

Janneke is nog ondankbaar ook jegens de Azijnbode, want op haar blog zeikt ze mijn oude opdrachtgever finaal af, en wederom gespeend van wat voor vorm van humor dan ook: 

“Dat ik in mijn hoofd soms alvast oefen hoe ik mijn zaterdagabonnement op de Volkskrant op ga zeggen. Dat moet namelijk telefonisch en dat vind ik toch zieliger dan via de mail. Dat ik dan denk: ik moet maar gewoon eerlijk tegen ze zijn, dat is meestal de kortste route qua leed. Dat ik die klantenservicemedewerker dan in mijn hoofd hoor vragen: wat is de reden dat u wilt opzeggen? En dat ik dan zeg: nou, ik lees die krant eigenlijk helemaal niet, ik gebruik hem alleen om mijn hond op te laten pissen. Dat ik er dan denk ik wel bij moet zeggen dat dit echt zo is, en niet beledigend bedoeld.”

Laten we met zijn allen even richtig lachen!

Ik was een dwerg met rood haar, sproeten, een spraakgebrek en mijn enige redding was mijn olifantenslurf en mijn talent om schuine moppen te tappen

Laat ik vooropstellen dat ik gevoel voor humor heb en mijzelf bovendien erg grappig vind. Ik was natuurlijk een dwerg met rood haar, sproeten, een spraakgebrek en mijn enige redding was mijn olifantenslurf en mijn talent om schuine moppen te tappen.

Ik ben opgegroeid met Snip & Snap, Dorus, Max Tailleur, Henk Elsink en Fons Jansen. Neerlands Hoop in Bange Dagen doorbrak de vicieuze cirkel van oubollige humor tussen de schuifdeuren, advocaatjes met slagroom, omaatjes die in hun wollen onderbroek plasten van het gierend lachen en opa’s die zich verslikten in de gematteerde bolknak.

André van Duin was, is en blijft mijn grote held. Toen ik amper veertien was en amper drie turven hoog, had de bandparodist, geboren als Adrianus Marinus Kloot, net een reuzenhit met Wonderkind en een Rotterdamse oom verklapte mij dat Dré met zijn vriend in een molen aan de Rotte woonde. Toen al! Zo cool!

Ronnie Tober, Herman Stok, Albert Mol en Jos Brink zoenden nog met meisjes in de donkere hoekjes van de dansschool en na de twist en de hoelahoep vond er zelfs nog zwaardere petting plaats in fietsenstalling of struikgewas.

Als een gek fietste ik de Rotte af want ik wilde stickers van André. Mijn leven bestond toen uit stickers en speldjes, het Grote Rukken was nog niet begonnen. André’s levenspartner deed open, in een openvallende, spierwitte badjas. Of ik verder wilde komen voor een glaasje ranja want meneer Van Duin zat nog in bad. Ik wees de uitnodiging vriendelijk maar resoluut af, de wezel die ik ben. Enfin, de badjas gaf me 100 gele stickers van zijn man! Ik was verliefd op Dré, die ik sindsdien ben blijven volgen. Vermoedelijk ben ik de grootste kenner van zijn indrukwekkende oeuvre.

Laatst las ik op een schimmige blog dat de humor van Van Duin typisch rechts is, seksistisch en racistisch: de hele voorgeconcipieerde riedel die je verwacht van de staatsruiveniers van de Nederlandse humorjihadgestapo. Overigens heb ik met Rob Muntz recentelijk een hilarische potkast gemaakt over de teloorgang van de Nederlandse humor.

Hoe het ook zij: liever de rechtse humor van Dré dan de activistische NPO/GroenLinks-preekjes van het tragische trainwreck Janneke de Bijl. Ik wil graag afsluiten met een komische noot, want u wilt niet met de stem en de bakkes van Aaf de Tweede het weekeinde in gaan.