Spring naar de content
bron: anp

NRC mag overal tegels lichten, maar bij de krant zelf mag niemand dat

Pieter Kottman, oud-redacteur van NRC, is een van de tientallen redacteuren die zich gedwongen zagen te vertrekken vanwege het uitzonderlijk brute optreden van voormalig hoofdredacteur Peter Vandermeersch. Waarom bericht de krant wel kritisch over anderen, maar niet over zichzelf, vraagt hij zich af. ‘Over het grensoverschrijdende gedrag van een minister mag volgens de krant niet lichtvaardig worden heengestapt, maar dat van de eigen hoofdredacteur wordt door de krant verzwegen.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Pieter Kottman

Ik stuurde een ingezonden brief naar mijn ‘eigen’ krant en verwachtte dat die niet geplaatst zou worden. De afwijzende reactie kwam de volgende dag. De chef van de opinieredactie van NRC schreef dat hij mijn punt snapte maar dat de brievenrubriek niet was bedoeld voor ‘interne bedrijfskwesties’ en dat er geen ‘publiek belang’ in het geding was. Ook kon de krant zich volgens hem ‘niet laten gijzelen door het verleden’. 

In mijn ingezonden brief had ik geschreven dat ik als oud-redacteur van de krant het artikel (NRC, 19 mei 2023) en het hoofdartikel (NRC, 23 mei 2023) over het wangedrag van Onderwijsminister Dennis Wiersma met bijzondere belangstelling had gelezen. Ik stelde dat de naam van de minister in het vermanende hoofdartikel moeiteloos vervangen kon worden door die van de vorige hoofdredacteur van de krant, Peter Vandermeersch. Tientallen redacteuren, onder wie ikzelf, zo schreef ik, hebben zich door het uitzonderlijk brute optreden van Vandermeersch na zijn aantreden in 2010 gedwongen gezien te vertrekken. Op wat langere termijn vertrokken er nog meer. En veel collega’s, die bleven, hebben psychisch zwaar te lijden gehad van zijn ‘leiderschap’.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Volgens de krant werd ‘met opvallend gemak’ over de misdragingen van de minister heengestapt. Mij viel op dat het wangedrag van de eigen hoofdredacteur zelfs nooit erkend was. Voor een organisatie die anderen regelmatig de maat neemt op dit vlak schreef ik dat teleurstellend te vinden. 

De aanvallen op individuele redacteuren en medewerkers waren wellicht niet steeds voor iedereen zichtbaar, maar de vrijwel dagelijkse ‘brul-mails’, waarin redacteuren openlijk gekleineerd werden, werden aan de hele redactie gestuurd en bepaalden de sfeer.

De strekking van mijn briefje werd door de chef Opinie niet bestreden, integendeel, de redactie kon zich immers volgens hem ‘niet laten gijzelen door het verleden’. Wat dat verleden behelst, weet iedereen die de loden jaren van Vandermeersch’ bewind – of het eerste jaar daarvan, zoals ik – heeft meegemaakt. De aanvallen op individuele redacteuren en medewerkers waren wellicht niet steeds voor iedereen zichtbaar, maar de vrijwel dagelijkse ‘brul-mails’, waarin redacteuren openlijk gekleineerd werden, werden aan de hele redactie gestuurd en bepaalden de sfeer.

Dreiging hing constant in de lucht.

Die werd zelfs ervaren door collega’s die zich in Vandermeersch’ gunst mochten verheugen. De stemming kon zomaar omslaan. Een door Vandermeersch zelf benoemde chef vertelde me ook eens totaal onverwacht doelwit geworden te zijn van een driftbui. Deze persoon ervoer de aanval als zo hevig, dat ‘ik buiten mijzelf trad’, een dissociatie die bij heftige gebeurtenissen wel vaker beschreven wordt. Hoe lang de scène geduurd had, wist de chef dan ook niet. “Ik weet alleen nog dat ik mezelf op een gegeven moment in de verte hoorde zeggen dat ik naar de wc moest.” Daarop stapte Vandermeersch eindelijk weg van de door hem tot dan toe dreigend gebarricadeerde deur. 

‘Onveilig’ of ‘toxisch’ noemt men een dergelijke werkomgeving tegenwoordig. En dergelijk gedrag ‘grensoverschrijdend’. 

Freelance-journalist Daniela Hooghiemstra heeft er zo goed en zo kwaad als het ging in een sfeer van omertá verslag van gedaan (‘Vlaamse kosmopoliet met een kort lontje‘, HP/De Tijd, februari 2018). Dit artikel leidde indirect tot Vandermeersch’ vertrek. De redactieraad achtte de in het artikel beschreven gevallen van intimidatie zo ernstig, dat hij eiste dat de directie ingreep. Een eerdere poging van de raad om Vandermeersch weg te krijgen wegens wangedrag was gesmoord in met tranen in de ogen uitgesproken ‘verontschuldigingen’ van de hoofdredacteur: de hoofdredactie als geheel was volgens hem ‘te enthousiast’ te werk gegaan. 

Deze keer weigerde de directie hem weg te sturen, maar als goedmakertje stelde zij een ‘tevredenheidsonderzoek’ in het vooruitzicht. Dat kwam er pas na lang dralen. De uitkomst was zo desastreus, dat het rapport geheimgehouden werd, ook voor de redactie. Maar Vandermeersch’ vertrek werd onvermijdelijk.

Vandermeersch heeft heus ook goeds teweeggebracht. De fut- en richtingloze redactie die hij aantrof werd door hem wakker geschud en op nieuwe sporen gezet. Voor de buitenwereld, de lezers, waren echter vooral de blunders zichtbaar. Als angst regeert, raakt het kompas ontregeld en dan kan het zomaar gebeuren dat de krant opent met de zelfmoord van acteur Antonie Kamerling of dat de eindredactie niet ingrijpt als verslaggeefster Jannetje Koelewijn haar eigen man, neurochirurg Kees Tulleken, positief ‘nieuws’ laat vertellen in een artikel over het ski-ongeluk van prins Friso.

Het populaire televisieprogramma De wereld draait door, waarin Vandermeersch veelvuldig verscheen, werd al snel de maat der dingen. Zó moest het. Een redacteur, die het waagde in de krant milde kritiek te uiten op het programma, riep de ziedende woede van Vandermeersch over zich af.

Hier was een redactie op drift aan het werk. Het populaire televisieprogramma De wereld draait door, waarin Vandermeersch veelvuldig verscheen, werd al snel de maat der dingen. Zó moest het. Een redacteur, die het waagde in de krant milde kritiek te uiten op het programma, riep de ziedende woede van Vandermeersch over zich af. 

Voor de ‘Friso-affaire’ werden uiteindelijk excuses gemaakt – na een onderzoek door een ombudsman van buiten en naar aanleiding van een rapport dat niet openbaar gemaakt werd. Ook de redactie, die ervan had kunnen leren, kreeg geen inzage. 

Het is in dit verband interessant te memoreren hoe hoofdredacteur Vandermeersch zijn excuses inleidde: “NRC Handelsblad neemt geregeld de wereld die we beschrijven, analyseren en becommentariëren de maat: van de politiek, van bedrijfsleiders, van culturele instellingen. Daarom is het niet meer dan normaal dat we ook onszelf aan kritiek blootstellen.” En nadat hij de eigen ombudsman van de krant tijdens een ‘Nacht van NRC’ uitvoerig had geprezen om zijn kritische beschouwingen, concludeerde Vandermeersch: “Transparantie is essentieel”. 

Als zelfs Vandermeersch zelf dit standpunt huldigde, hoe kan het dan dat NRC en Mediahuis nooit zelfs maar geprobeerd hebben in het reine te komen met zijn grensoverschrijdende gedrag? Toedekken was en is het devies. Het is een natuurlijke en misschien wel in principe gezonde reflex om misstanden voor jezelf te houden en intern op te lossen. Geen bedrijf hangt graag de vuile was buiten. Maar een krant is geen willekeurig bedrijf. De krant neemt deel aan het maatschappelijk debat, stuurt of initieert het. Een krant heeft nadrukkelijk een publieke verantwoordelijkheid. 

Bovendien publiceert juist NRC met grote regelmaat over seksueel en anderszins grensoverschrijdend gedrag. Onderscheid tussen de overheid en de private sector wordt daarbij niet gemaakt, noch tussen organisaties of individuen. Als voor journalisten alleen de publieke zaak, de overheid en de politieke relevant zouden zijn, zoals de chef van de opinieredactie in zijn reactie op mijn ingezonden brief stelde, dan kan de branche zichzelf opheffen. Dat is dan ook niet het geval. Integendeel, de journalist acht zich gerechtigd en zelfs verplicht zijn neus in welke zaak dan ook te steken, publiek, privaat, of in ‘interne bedrijfskwesties’. Daarom verschijnen er verhalen over misstanden in de seizoenspluk, bij Tata, Talpa, of The Voice of Holland. Allemaal ‘interne bedrijfskwesties’ – net als de misdragingen van Harvey Weinstein en de systemische leugens van Fox News.

De krant mag overal tegels lichten, maar bij de krant zelf mag niemand dat.

En in het verlengde van de onthullingen wordt de betrokken organisatie – publiek of privaat – steevast tot transparantie en actie gemaand. Zie het hoofdartikel over Wiersma. 

De krant mag overal tegels lichten, maar bij de krant zelf mag niemand dat. Hooghiemstra’s onderzoek naar het wangedrag van Vandermeersch moet een moeizame onderneming geweest zijn. De Volkskrant, die eerder ook een poging waagde, stuitte op een muur van zwijgzaamheid en gaf het op – ongetwijfeld ook omdat het als niet-chic wordt beschouwd om over de belangrijkste concurrent te berichten. Een onuitgesproken gedachte daarbij is ook: volgende keer zijn wij aan de beurt. Beter is elkaar met rust te laten. Kranten houden alleen van transparantie bij anderen.

Intussen vreet de kwestie van dit onverwerkte verleden aan de pijlers van de krant: geloofwaardigheid en gezag. Een krant die anderen ter verantwoording roept – hetzij direct in een hoofdartikel, hetzij door te berichten over misstanden – doet er goed aan open te zijn over eigen ontsporingen. Hypocrisie is een van de lelijkste begrippen uit het handboek van de moraal. En hypocrisie ondermijnt. 

Dat het probleem reëel is, bleek toen Vandermeersch het, drie jaar na zijn vertrek bij de krant, op Twitter opnam voor zijn vriend Van Nieuwkerk, die onder vuur lag wegens ontoelaatbaar gedrag op de redactie van De wereld draait door. Groot talent, waar gehakt wordt, vallen spaanders – dat was de teneur. Hij zag zich gedwongen zijn tweet schielijk in te trekken en zijn excuses aan te bieden – onder druk van een overweldigende hoeveelheid reacties die op zijn vriendelijkst hierop neerkwamen: gezien je eigen wangedrag, kun jij beter je mond houden. 

En wat voor Vandermeersch geldt, geldt voor de krant. 

In zekere zin is de krant ook slachtoffer – hoe schokkend het ook is dat een redactie, die behoort tot het mondigste deel der natie, dit negen jaar lang heeft laten gebeuren. Maar ook als slachtoffer: wat moet de krant nu met zo’n verleden, waardoor men zich niet wil ‘laten gijzelen’? Een waarheidscommissie instellen – zoals na de jaren van apartheid in Zuid-Afrika? Alsnog onderzoek laten verrichten en de resultaten daarvan deze keer wel wereldkundig maken? Alsnog zelf openheid van zaken geven? De ingezonden brief van een slachtoffer plaatsen?

Wie het weet, mag het zeggen. 

Wat moet de krant nu met zo’n verleden, waardoor men zich niet wil ‘laten gijzelen’?

De fout die krant en uitgever hoe dan ook gemaakt hebben, is dat zij Vandermeersch een eervolle aftocht hebben geboden – erger, hij heeft binnen het concern een nieuwe leidinggevende positie gekregen, als managing director van de Irish Times, die hij tot op heden bekleedt. 

Over het grensoverschrijdende gedrag van een minister mag volgens de krant niet lichtvaardig worden heengestapt, maar dat van de eigen hoofdredacteur wordt door de krant verzwegen en uitgever Mediahuis heeft er geen bezwaar in gezien om het dienstverband met hem met een fraaie functie elders te prolongeren. 

Krant en uitgever bewerkstelligen daarmee precies wat zij niet willen: gegijzeld worden door het verleden. 

Pieter Kottman (1954) was van 1984 tot 2011 redacteur bij NRC Handelsblad. Hij was achtereenvolgens toneelredacteur, correspondent in Parijs, chef van het zaterdagse bijvoegsel en verslaggever.  

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.