Spring naar de content
bron: anp

Lumineuze Lampe versus Malle Babs

Deze maand worden twee literaire prijzen aan dichters uitgereikt: de P.C. Hooftprijs (23 mei) is voor de vitale en eigentijdse dichteres Astrid Lampe, de Gouden Ganzenveer (27 mei) voor de gemakzuchtige performer Babs Gons. Een wereld van verschil.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Arjan Peters

Juryrapporten blinken zelden uit in nuchter en oorspronkelijk taalgebruik, en al helemaal niet als je ze door dichters laat opstellen. Maar liefst drie van hen – Tsjead Bruinja, Alfred Schaffer en Maarten van der Graaff – kwamen te pas aan het juryrapport van de P.C. Hooftprijs, die binnenkort zal worden uitgereikt aan dichteres Astrid Lampe (1955). In hun toelichting moeten ze opmerkelijk vaak hun toevlucht nemen tot het citeren van critici. Ook dát doen ze niet zonder miskleunen, want ze vinden bijvoorbeeld de zinsnede van Laurens Ham dat Lampes gedichten gemeen hebben dat ze een inkijkje geven in het brein, ‘erg instructief’…
Inkijkje is een verboden woord, jongens. Een oorspronkelijk oeuvre onder de noemer inkijkje vatten, is een belediging. Zelf niet verder komen dan het citeren van een inkijkje, is een brevet van onvermogen.

Een paar jaar geleden vroeg ik Astrid Lampe per email of ze zich met haar snelle en eigentijdse verzen wil afzetten tegen veilige en kalmerende poëzie. Ze antwoordde als volgt: ‘ja ik zet me af tegen veilige en kalmerende poëzie. Poëzie als troost. Ik wantrouw een dichters-ik. Het DOET gevoelig maar het is het niet. Ik speur amper de ontroostbaarheid, de existentiële verwarring die ik volop om me heen ervaar. Wanneer de mooie woorden op zijn bedoel ik. Dan begint het pas. Ik voel me verbonden met mensen die (nog) verbijstering kunnen voelen. En dat de verbijstering en verwarring hen voedt. En zelfs, op de lange duur, gevoelig houdt.

Paywall

Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.

Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.

Kies een lidmaatschap