Man en hond
Rob en Arthur nemen het op voor de zwerfhond. Gelukkig zien de Foute Jongens dat er wereldwijd tallozen klaarstaan om zich over deze verschoppelingen te ontfermen.
Rob: Als er één wezen is dat ons verbindt, mijnheer Van Amerongen, dan is het de hond. U heeft er twee, momenteel (het waren er ooit zes). Zelf heb ik altijd een solitair exemplaar geprefereerd. In mijn huidige en waarschijnlijk toch wel laatste huwelijk – je weet ’t nooit, maar ik heb nog steeds het idee dat de echtgenote van nu mij zal blijven gedogen, terwijl ikzelf ondanks de verlokkingen waaraan lezeressen mij steeds weer in hun liefdesbrieven blootstellen evenmin van zins ben nog van echtelijke sponde te veranderen – behoort numero vier alweer tweeënhalf jaar tot de huishouding.
Ze heet Bobbie (mijn hond, niet mijn vrouw) en ze is niet alleen in letterlijke zin een bitch (mijn hond, niet mijn vrouw). Ze weegt slechts zes kilo, werd drie jaar geleden op straat aangetroffen in Albufeira en ik verkreeg haar via de Second Chance Foundation (Animal in Need), een organisatie die zich bezighoudt met de opvang van asielhonden in landen als Portugal, Spanje, Griekenland en Roemenië en op Curaçao.
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap