Spring naar de content

Maarten van Rossem doet na ruzie niet mee met Utrechts lijstduwersdebat

Gedoe in het Utrechtse. Historicus en PvdA-lijstduwer Maarten van Rossem zou volgende maand ook acte de présence geven bij een lijstduwersdebat, maar haakte af. De organisator, Binnenhof-veteraan Jos Goos, is woedend op zijn beroemde stadgenoot. “Wél om de haverklap met je hoofd in kletsprogramma’s op tv, wél lijstduwer willen zijn – en er dan arrogant met de pet naar smijten.” Wat is er aan de hand?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Bas Paternotte

Volgens Goos werkte Van Rossem ‘niet mee aan een goede voorbereiding’ op het debat in het Spoorwegmuseum. Ook zijn toon stond de organisatoren tegen. “Iedereen weet al hoe ik eruit zie,” reageerde Van Rossem volgens Goos op de herhaalde vraag naar een publiciteitsfoto. En: “Ik lig er niet wakker van als dat debat niet doorgaat.” Vooral deze uitlating deed de deur dicht voor Goos.

Wat vindt Van Rossem zelf van de kwestie? HP/De Tijd belde met hem. “Tja, op dictatoriale toon werd van mij geëist dat ik een foto zou toesturen. Ik heb toen gezegd: Bel de partij of mijn uitgever. Maar dat ging schijnbaar niet snel genoeg en Goos ontstak in woede.” Vindt Van Rossem het niet jammer dat het debat niet doorgaat? “Het zij zo.”

Mede-organisator Kees van Oosten vermoedt de invloed van de PvdA: “Van Rossem is het in lang niet alles eens met zijn PvdA en baas Bos. Dat is lastig voor de club. Hij steunt bijvoorbeeld niet het ‘beschaafd nationalisme’ dat Bos tegenwoordig predikt. Dus ze horen hem liever niet te veel praten, lijkt mij.”

Heeft hij een punt? Van Rossem: “Beschaafde mensen hoeven het niet honderd procent eens te zijn met hun partij. Maar verder klopt de stelling van Van Oosten niet. Ik heb binnenkort een vergadering over mijn inzet deze campagne.” Waarom steunt Van Rossem eigenlijk de PvdA? “Het is een gebaar van solidariteit in de richting van de partij waar ik al tientallen jaar lid van ben. Ze staan onterecht laag in de peilingen en daar wil ik wat aan doen.”