Zondagmiddag stond Feyenoord na zeven minuten met 2-0 achter tegen Ajax. Knap, al stond het de enige keer dat ik ooit tegen Ajax (A2) speelde al na vier minuten 2-0. Baas boven baas. Ik weet niet of Feyenoord-supporters er op dit moment ontvankelijk voor zijn, maar wat ik maar zeggen wil: het kan altijd slechter.

Jaap Stam krijgt de schuld. De schuld staat hem ook uitstekend. Op het eerste gezicht lijkt Jaap Stam een barse visserman die onder alle omstandigheden aan dek blijft – op zijn hoofd past ook een prima zuidwester – maar door die verweerdheid kiert het schuldbewustzijn van een hond die even tien minuten alleen is gelaten en al het meubilair heeft ondergepist. Dat was als voetballer al zo: bij elk compliment dat Jaap Stam ontving voor zijn briljante verdedigen, zag je hem even slikken. Alsof hij wist: ik ben niet Beckham of Frank de Boer of zelfs maar Reiziger of Zenden of Raimond van der Gouw. Ik ben gewoon maar Jaap Stam en ‘s zondags ga ik in ruil voor veel geld op spitsen zitten.

Jaap Stam de voetballer. 

Altijd de oplossing, nooit het probleem.

Tegenwoordig is Jaap Stam trainer. Soms draagt hij zelfs een kostuum. Onder zijn leiding is Feyenoord inmiddels afgezakt tot de twaalfde plaats, het team doet denken aan het elftal dat een aantal jaar geleden met 10-0 van PSV verloor. Toen was Mario Been nog trainer, een man die dacht dat zijn inspirerende aanwezigheid al oplossing voldoende was. Jaap Stam weet wel beter: zijn aanwezigheid alleen is nooit de oplossing.

Journalisten denken dat Jaap Stam het probleem is.

Jaap Stam denkt dat individuele fouten het probleem zijn.

De individuen die al die fouten maken denken dat de verwachtingen van de supporters het probleem zijn.

De fans denken dat het aan de spelers ligt.

De beste spelers denken dat pech en tegenslag het probleem zijn.

De middelmatige spelers denken dat het probleem is dat zij niet belangrijk genoeg zijn.

De spelers die al maanden slecht in conditie zijn, denken dat hun conditie het probleem is.

De spelers die in uitstekende conditie zijn, vrezen dat hun gebrek aan aanleg het probleem zou kunnen zijn.

De wisselspelers weten dat het werkelijke probleem is dat zij niet worden opgesteld.

De spelers die ooit zijn opgesteld en er niks van bakten, geloven dat de omvang van het stadion het probleem is.

De spitsen denken dat een gebrek aan aanvoer vanuit het middenveld het probleem is.

De middenvelders zijn ervan overtuigd dat hun aanvoer in elk geval het probleem niet kan zijn.

Jan-Arie van der Heijden en Eric Botteghin, die lang het probleem leken, vragen zich opeens af of zij misschien toch niet het probleem waren.

Mensen die Senesi hebben gescout, weten zeker dat kunstgras het probleem is.

Mensen die Senesi hebben zien spelen, zijn er zeker van dat de mensen die Senesi hebben gescout het probleem zijn.

(Senesi zelf vreest dat hijzelf ook wel een beetje het probleem zou kunnen zijn.)
Chronische optimisten geloven dat het heel snel achterkomen tegen Ajax het voornaamste probleem is.

Tactiekspecialisten stellen vast dat de tactiek sowieso ook een probleem is.

Analisten die tactiekspecialisten aanstellers vinden, zien zo veel problemen dat ze niet eens aan de tactiek toekomen.

Giovanni van Bronckhorst-fans vragen zich of de trainerswissel niet toch een probleem is.

Jaap Stam-liefhebbers moeten eerlijk toegeven dat het aanstellen van een trainer die er bij Reading en PEC niet buitensporig veel van gebakken heeft, in theorie een probleem zou kunnen zijn.

De supporters die ’s avonds laat naar de spelersbus komen om zich af te reageren, geloven dat onwil vanuit het universum het probleem is.

De fans van andere clubs die met leedvermaak toekijken hoe supporters ’s avonds laat naar de spelersbus komen om zich af te reageren, geloven dat supporters die ’s avonds laat naar de spelersbus komen om zich af te reageren het probleem zijn.

Steven Berghuis zegt tegen zichzelf dat hij het ondanks alle problemen om zich heen zo gek nog niet doet.

Analisten geloven dat bestuurlijke onrust het probleem is.

De tijdelijke bestuurders geloven dat een gebrek aan consistent beleid het probleem is.

De voormalige bestuurders geloven dat de dikke vinger in de pap van rijke fans het probleem is.

De toekomstige bestuurders geloven dat het probleem is dat zij nog niet gebeld zijn om de problemen op te lossen.

Mensen die een nieuw stadion willen, geloven dat De Kuip het probleem is.

Mensen die verliefd zijn op De Kuip, zijn bang dat een nieuw stadion een volgend probleem zal worden.

De verantwoordelijken voor de jeugdopleiding zijn ervan overtuigd dat het gebrek aan doorstroom het probleem is.

De mensen die verantwoordelijk zijn voor de doorstroom weten dat de kwaliteit van de jeugdopleiding het probleem is.

Mensen op kantoor geloven dat Johan Derksen het probleem is.

Johan Derksen weet honderd procent zeker dat Dirk Kuyt het probleem is.

Dirk Kuyt gelooft dat er geen probleem is dat Dirk Kuyt niet kan oplossen.

Amsterdamse journalisten vragen zich af of RTV Rijnmond het probleem zou kunnen zijn.

Willem van Hanegem gelooft het probleem is dat de tijd na 1993 gewoon is blijven doorgaan.

Volgens mij heeft Feyenoord maar één probleem. En dat is dat al die mensen een beetje gelijk hebben.