Spring naar de content
bron: anp

Nederland maakt Europa kapot

Vanuit zijn woonplaats Genua beschouwt Ilja Leonard Pfeijffer wekelijks een onderwerp dat het nieuws beheerst. Deze week een extra column op maandag. Ilja is kwaad over de halsstarrige obstructie van de Nederlandse regering bij het organiseren van Europese uitingen van solidariteit met het zwaar getroffen zuiden. “Dat is waar Nederland met zijn onwrikbare arrogantie en egoïsme op dit moment op aanstuurt: op het einde van de Europese Unie.”

U houdt zich wellicht staande in uw quarantaine met de gedachte dat u zich straks, wanneer alles voorbij is en de wereld weer normaal wordt, zult trakteren op een fijne vakantie in het zonnige zuiden. Ik moet u teleurstellen. U kunt zich als Nederlander voorlopig maar beter een tijdje niet vertonen in Zuid-Europa. U wordt gehaat. 

Dat is niet uw schuld, dat weet ik. Het is de schuld van onze regering. Om te beginnen is de typisch Nederlandse houding van relativering en arrogantie waarmee het virus aanvankelijk tegemoet werd getreden, niet heel erg goed gevallen in het buitenland. Nederlanders kunnen zichzelf dan wel nuchter vinden en mogen er dan wel van overtuigd zijn dat zij in het beste en best georganiseerde land ter wereld wonen, het virus stopt niet bij de landsgrenzen van het zelfgenoegzame polderland en de late en lakse reactie van de Nederlandse overheid op de dreiging voor de wereldgezondheid wordt in het buitenland beschouwd als een misdaad. Ruttes eulogie van de zegeningen van groepsimmuniteit was een regelrecht affront voor al die landen die hun economie wel opofferen voor het welzijn van de mensheid. Dat de Nederlandse regering inmiddels gedeeltelijk is teruggekomen op haar eerdere dwaling, is in het buitenland niet doorgedrongen, maar als dat wel zo was, zou het worden becommentarieerd met de gevleugelde woorden ‘too little too late.’

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Maar dat is allemaal nog tot daaraan toe. Wat op dit moment werkelijk kwaad bloed zet, is de halsstarrige obstructie van de Nederlandse regering bij het organiseren van Europese uitingen van solidariteit met het zwaar getroffen zuiden. Elke vorm van financiële armslag voor Italië en Spanje wordt door Nederland geblokkeerd. Nederland is de meest uitgesproken tegenstander van versoepeling van de Europese begrotingsregels en van de uitgifte van Eurobonds waarmee hulp aan het zuiden zou kunnen worden gefinancierd. Andere noordelijke lidstaten als Duitsland, Finland en Oostenrijk hebben ook hun twijfels, dat is waar, maar geen land stelt zich zo star en onwrikbaar op als Nederland. Bij de laatste EU-top over de begroting kwam onze premier binnen met een vuistdikke biografie van Chopin onder zijn arm. Zo had hij iets te lezen tijdens de top, want ‘onze positie is bekend,’ zo zei hij. ‘Dus er valt voor mij niets te onderhandelen.’ Deze arrogantie is door andere regeringsleiders met verbijstering ontvangen. 

U kunt zich als Nederlander voorlopig maar beter een tijdje niet vertonen in Zuid-Europa. U wordt gehaat. 

Het kwaad heeft inmiddels ook een gezicht en dat is het gezicht van onze Minister van Financiën Wopke Hoekstra. Hij sprak vorige week zijn veto uit over het plan om Zuid-Europese lidstaten van adem te voorzien met behulp van het Europees Stabiliteitsmechanisme, het noodfonds dat ten tijde van de eurocrisis werd opgericht om leningen te kunnen verstrekken aan landen van de eurozone die in financiële problemen komen. Dat hij daarbij tot vervelens toe bleef benadrukken dat Nederland anders dan andere landen braaf heeft gespaard, maakte het allemaal nog erger, omdat hij daarmee impliceerde dat de huidige noodsituatie in Zuid-Europese landen aan henzelf te wijten was. En dat verwijt maakte hij nog expliciet ook. Hij stelde voor dat de Europese Commissie een onderzoek zou instellen naar de vraag waarom sommige landen de afgelopen jaren wel buffers hebben opgebouwd en andere niet. 

En vervolgens heeft de Nederlandse regering het gore lef om in Brussel financiële compensatie te vragen voor de sierkwekers in de bollenstreek. 

Dit zijn de woorden die de Portugese premier Antonio Costa in een publieke verklaring overhad voor de Nederlandse houding: “Walgelijk. Dat is werkelijk precies het juiste woord: walgelijk. We zijn niet langer bereid om te luisteren naar de Nederlandse Minister van Financiën. Wie geen respect heeft voor anderen en wie niet begrijpt dat Europa voor een gemeenschappelijke uitdaging staat en de wil moet opbrengen om een gemeenschappelijk antwoord te vinden, heeft niet begrepen wat de Europese Unie betekent. De Nederlandse houding is werkelijk onverantwoord. De Nederlandse gierigheid ondermijnt de geest van de Europese Unie en vormt een bedreiging voor de Europese toekomst.”

De Italiaanse premier Giuseppe Conte sprak tijdens een digitale persconferentie vanuit Palazzo Chigi van afgelopen zaterdag wijze woorden. Hij zei: “Er is binnen de Eurogroep een debat gaande over mogelijke noodhulp. Een debat is prima. Alle technische aspecten moeten zorgvuldig worden afgewogen. Maar ik wil hier één ding over zeggen en hierin ben ik onbuigzaam: we hebben het hier over een afspraak met de geschiedenis. De geschiedenis roept en Europa moet nu laten zien of zij in staat is te antwoorden. Ik ben niet bereid de geschiedenis in te gaan als degene die geweigerd heeft de verantwoordelijkheid te nemen voor datgene wat er nu voor de Europese burgers moet worden gedaan. Ik zal mij tot mijn laatste druppel zweet inspannen om een sterk, gemeenschappelijk en coherent Europees antwoord vorm te geven.”

Het virus treft alle landen op een even gruwelijke wijze, maar de economische rampspoed die het veroorzaakt is oneerlijk verdeeld. Duitsland kan 750 miljard euro in de eigen economie steken. Italië kan niet meer dan 28 miljard ophoesten, nog geen 4 procent van de Duitse reddingsoperatie. Spanje heeft waarschijnlijk ongeveer 200 miljard euro aan Europese steun nodig om enigszins op de been te blijven. Als de zuidelijke landen door het gierige noorden aan hun lot worden overgelaten, betekent dat het einde van de Europese Unie, zowel moreel, omdat onderlinge solidariteit een illusie blijkt, als praktisch, omdat de economische verschillen tussen het noorden en het zuiden zo groot worden dat er geen unie, laat staan een gemeenschappelijke munt, meer mogelijk is. Dat is waar Nederland met zijn onwrikbare arrogantie en egoïsme op dit moment op aanstuurt: op het einde van de Europese Unie. Niets minder dan dat. De rest van Europa neemt Nederland dat kwalijk en ik voeg mij bij dat koor. Ze hebben gelijk. 

Dat is waar Nederland met zijn onwrikbare arrogantie en egoïsme op dit moment op aanstuurt: op het einde van de Europese Unie

“Europa heeft nu wonderen nodig,” schreef Geert Mak afgelopen zaterdag in een even mooi als angstaanjagend essay in NRC Handelsblad. “Het zijn doorbraken die steevast plaatsvinden rond grote collectieve ervaringen, zoals oorlogen en pandemieën. Zo’n noodsituatie maakt immers een einde aan het keurslijf van alledag, opeens is er ruimte voor nieuwe vormen en gedachten.”

De afspraak met de geschiedenis is echter niet besteed aan Wopke Hoekstra. Hij blijft in het alledaagse keurslijf van de kruidenier zijn griotten tellen, terwijl de toekomst van ons continent op het spel staat. Als er wonderen nodig zijn om Europa te redden, moet het eerste wonder zijn dat Nederland voor één keer, voor het te laat is, in staat is verder te kijken dan de egoïstische zelfingenomenheid in de spiegel van de eigen begrotingsdiscipline.

Word lid van HP/De Tijd