Spring naar de content
bron: anp

Tom Pidcock, David en Goliath in één (modderig) persoon

Frank Heinen over the making of Tom Pidcock: “Zijn zelfvertrouwen is enorm, en als het wind mee heeft, waait het zo het domein van de arrogantie binnen.

Gepubliceerd op: door Frank Heinen

Ergens tussen de plooien van het YouTube-algoritme kun je een klein interviewtje vinden waarin een jonge wielrenner door een niet-zichtbare verslaggever wordt gevraagd zijn doelen op te sommen. Het antwoord luidt: ‘Ik wil de Tour de France winnen, Parijs-Roubaix, WK’s op de weg, in het veld en op de mountainbike, het WK downhill..’

‘Kan dat?’ vraagt de verslaggever.

‘Nee,’ antwoordt de jongen, ‘ik denk niet dat dat kan.’

Aan zijn blik kun je zien dat dat slechts het sociaal wenselijke antwoord is. De jongen oogt als een jager die beweert alleen ziek wild te schieten, terwijl hij weet: ik zal niet rusten voor ik de koppen van de volledige Big Five naast elkaar boven de haard heb hangen. 

En terwijl ik dat filmpje keek, dacht ik: arme Peter Sagan, arme Egan Bernal. Niemand die nog aan hen denkt. Ze waren de beste wielrenners van hun generatie, tot het radarwerk van de opvolging – denk: Chaplin in Modern Times – op hol sloeg en talloze Beste Renners werden vermalen door steeds weer verbeterde varianten van zichzelf. Bernal is zelf nog half een kind, en nu al voorbijgestreefd door Pogacar, die op zijn beurt elk moment voorbijgestreefd kan worden door Evenepoel, die dan weer op z’n tellen moet passen, want afgelopen week las ik dat BORA-hansgrohe – dat nog wel de ploeg van Sagan is, maar al lang niet meer de ploeg-Sagan is – een zeventienjarige Belg met de Urbanus-achtige naam Cian Uijtdebroeks heeft vastgelegd. Cian Uijtdebroeks heeft al verschillende van Evenepoels klimrecords verbroken is zodoende de verbeterde versie van de verbeterde versie van de verbeterde versie van Bernal, dat kan niet missen. En Sagan, tja… Na Sagan kwam Alaphilippe en na Alaphilippe kwamen Van der Poel en Van Aert en de een reed nog aanvallender en intelligenter dan de ander, en in die zee van Nieuwe Sagans kon de Ouwe Sagan zich nauwelijks nog drijvende houden.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

En dan moet Tom Pidcock nog komen.

Zondag in Namen werd Pidcock derde achter Van der Poel en Van Aert. Nu wordt er de afgelopen vijf jaar elke week wel iemand derde achter Van der Poel en Van Aert. Die nummer drie kwam dan vaak nog krap aan binnen de live-uitzending over de finishlijn geholderdebolderd, meestal een onverstaanbare Vlaming met een onhandig lang bovenlichaam en de rijstijl van een boerenkar met drie wielen, die in de interviews achteraf sprak over de pech van een ‘kleine verkoudheid in de week voordien’, zich kennelijk niet afvragend of kou vatten voor iemand die van oktober tot maart meermaals per week door de blubber klost en zich daarna nat van het zweet laat ondervragen in een van besmette aerosolen en frituurvet verzadigde tent misschien niet alleen maar pech is.

21 is-ie, Pidcock. Een kolos in een kabouterlijf van 1 meter 57

Wat ik maar wil zeggen: zelden doemde uit de schemer van het veldrijden om Spek & Bonen een toekomstig alleswinnaar op.

Tot zondag dus.

Pidcock reed drie kwartier lang op kop, werd ingelopen en vervolgens gelost. Dat is meer renners overkomen de afgelopen jaren. Muizen met wie Van Aert en Van der Poel (Wout & Mathieu, inmiddels ook voor niet-intimi) speelden, om ze uiteindelijk met een welgemikte haal in de slotronde in de berm te vegen. Toch is Pidcock wat anders.

Een bijzonder geval. Zeg maar: een uitzonderlijk geval, al duiken er in het wielrennen de laatste tijd zo veel uitzonderlijke gevallen op dat de uitzondering de norm geworden lijkt.

Pidcocks naam zoemt al jaren rond, maar naar dat gezoem had ik nooit goed geluisterd. De buzz werd steeds overstemd door andere, penetrantere buzzes. Zondag zag ik hem voor het eerst een uur lang aan het werk. Er ging allure van hem uit, van zijn techniek, van zijn scherpe blik, van zijn zin om te spelen. Alles wat hij deed, oogde krachtig, al weet ik nooit of ik wielrenners krachtig vind rijden omdat ik weet dat ze veel winnen, of dat ze veel winnen omdat ze nu eenmaal krachtig rijden.

Misschien is het allebei waar.

Pidcock won eerder dit jaar de Giro voor beloften (inclusief de rit op de Mortirolo), hij won Parijs-Roubaix voor beloften en werd eerder al eens wereldkampioen tijdrijden. Op het WK cyclocross werd hij tweede achter Van der Poel, die hij vorige week voor het eerst in een grote wedstrijd versloeg. Die zilveren WK-medaille leverde Pidcock begin 2020 een groot profiel in The Guardian op. De helft van de woorden van dat artikel ging op aan een uitleg van wat ‘cyclocross’ precies inhoudt, want voor mensen die niet uit Vlaanderen komen, blijft het vooralsnog een zonderling wintertijdverdrijf voor wegcoureurs.

21 is-ie, Pidcock. Een kolos in een kabouterlijf van 1 meter 57. Zijn talent is uitzinnig. Volgend seizoen is hij prof bij Ineos, waar ze een nieuwe Chris Froome uit hem zullen kneden, al wil hij zelf vooral graag Parijs-Roubaix winnen. Zijn zelfvertrouwen is enorm, en als het wind mee heeft, waait het zo het domein van de arrogantie binnen. In Rouleur vertelde hij al eens nooit te trainen op zijn crossfiets, en beweerde daarbij dat hij geen idee had wie zijn tegenstanders precies waren. Het is het soort lenige nonchalance dat Dave Brailsford er meestal wel uitgeramd krijgt – wat spijtig is, want het is enorm fijn om naar iemand te kijken wiens uitgekooktheid vooralsnog volledig door de lichte waanzin van zeldzaam talent aan het gezicht onttrokken wordt. Pidcock kan alles, en mogelijk nog meer. Het is een beangstigende gedachte, want datzelfde geldt voor Van Aert, Van der Poel, Alaphilippe, Evenepoel en hoogstwaarschijnlijk nog vijftien krankzinnige talenten die ergens op de wereld ieder moment kunnen ontbolsteren. Wie de making of Tom Pidcock, David en Goliath in een bemodderd persoon, wil meemaken, kan vanaf nu geen cross meer overslaan. Voor je het weet, is er alweer een nieuwe.