Spring naar de content
bron: anp

Waarom burn-outs niet voorkomen in Italië

Vanuit zijn woonplaats Genua beschouwt Ilja Leonard Pfeijffer wekelijks een onderwerp dat het Nederlandse nieuws beheerst. Deze week schrijft hij over het stijgend aantal burn-outs in Nederland. In Italië heeft men nog nooit van dit fenomeen gehoord. “Het Italiaans kent zelfs geen woord voor ‘burn-out’. Je hoort het nooit. Het komt niet voor.”

In het vierde hoofdstuk van het tweede boek van zijn traktaat Over de redenaar legt Cicero uit waarom de Grieken geen woord hebben voor ineptus, hetgeen zoiets betekent als ‘impertinent’, ‘opdringerig’, ‘onaangepast’, ‘vrijpostig’ of ‘onhebbelijk’: de reden waarom de Grieken daar geen woord voor hebben, is dat ze het altijd zijn. 

Een van de meest leerzame aspecten van de ervaring om zich onder te dompelen in een andere taal is het besef dat er concepten bestaan die de ene taal wel kan uitdrukken en de andere niet, althans niet op een andere manier dan met omslachtige omschrijvingen. Sinds ik mij ben gaan bekwamen in het Italiaans, veer ik altijd op wanneer ik een woord tegenkom dat wel in het Italiaans bestaat maar niet in het Nederlands of andersom. Dit soort lexicale verschillen zeggen veel over de onderliggende cultuurverschillen. De situatie die Cicero beschrijft, ben ik nog nooit tegengekomen en ik vermoed eigenlijk ook dat Cicero het als een grap bedoelt. Wanneer een woord wel in de ene taal voorkomt, maar niet in de andere, betekent dat doorgaans niet dat het fenomeen zo wijd en zijd is verspreid dat het niet eens meer opvalt, waardoor de noodzaak komt te vervallen om er een woord voor te hebben, zoals in Cicero’s voorbeeld. Meestal betekent het juist dat de taal het woord niet kent omdat de cultuur het fenomeen niet kent. 

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

Het Italiaans kent geen woord voor ‘burn-out’. Je hoort het nooit. Het komt niet voor.

Zo kent het Italiaans bijvoorbeeld geen woord voor ‘overzicht’. Ik heb het mijn Italiaanse vrienden dikwijls proberen uit te leggen wat dit mysterieuze concept inhoudt, maar ze kunnen zich er geen voorstelling van maken. Omgekeerd kent het Nederlands geen woord voor ‘dietrologia’. Dit Italiaanse woord verwijst naar de kunst om altijd overal iets achter te zoeken. Je hebt de gebeurtenissen en de feiten, maar op zich betekenen die niet zoveel. Een Italiaan is pas tevreden wanneer hij een bij voorkeur zo complex mogelijke theorie heeft bedacht over de verborgenheden en de geheime motieven die achter de gebeurtenissen en feiten schuilgaan. Overigens is het frappant hoe vaak deze dietrologie achteraf nog blijken te kloppen ook, want niets is zoals het lijkt en achter alles gaat iets groters verborgen. 

Het Italiaans kent geen woord voor ‘burn-out’. Ze zouden, net zoals de Nederlanders, het Engelse woord kunnen gebruiken, maar dat doen ze niet. Je hoort het nooit. Het komt niet voor. Iemand is wellicht tijdelijk een beetje ‘stressato’, maar de burn-out is geen begrip. Het verschijnsel als zodanig is onbekend. De burn-out is een fenomeen dat niet bestaat in de Italiaanse samenleving en dat is natuurlijk bere-interessant. 

Want de vraag is waarom. In Nederland neemt de burn-out bijkans epidemische vormen aan, die tegenwoordig ook onder jongeren steeds meer slachtoffers vergt, en in Italië heeft men er nog nooit van gehoord. Wat doet Italië goed en Nederland fout? Deze vraag heeft aan actualiteit gewonnen nu de epidemie van de burn-out ook de Nederlandse regering heeft getroffen. Nadat minister Bruno Bruins eerder letterlijk was omgevallen tijdens een Kamerdebat, is nu ook demissionair minister Bas van ’t Wout door een burn-out geveld. Ook minister Kajsa Ollongren was twee jaar geleden langere tijd uitgeschakeld met vergelijkbare klachten en er zitten twee CDA-Kamerleden thuis: Pieter Omtzigt en Harry van der Molen. 

Italianen zijn beter in leven. Ze hebben minder de neiging om zich, zoals zoveel Nederlanders doen, volledig te identificeren met hun werk

In Italië zou dit ondenkbaar zijn. Je zou kunnen denken dat Italiaanse politici te macho zijn voor psychische klachten en dat ze nog liever een hartkwaal veinzen dan toe te geven dat ze een burn-out hebben, maar dat is het niet. Mijn onderzoek naar de redenen waarom er in Italië geen burn-outs voorkomen loopt nog, maar mijn tussentijdse conclusies neigen tot de constatering dat Italianen veel minder prestatiedruk ervaren, omdat de structuren hiërarchischer zijn. En Italianen zijn beter in leven. Ze hebben minder de neiging om zich, zoals zoveel Nederlanders doen, volledig te identificeren met hun werk. 

Oud-premier Willem Drees had de gewoonte om rond vijf uur ’s middags uit het Torentje af te zakken naar Bodega De Posthoorn. Toen hij daar een keer op werd aangesproken, zei hij: ‘Ach, Nederland is niet zo’n groot land. Dat moet toch makkelijk vóór de sherry geregeerd kunnen worden.’ 

De oplossing ligt voor het grijpen. Maar wie drinkt er tegenwoordig nog sherry? Dat is het probleem.