Spring naar de content

Spijt van uw kinderen? Dat bestaat niet

In de lezenswaardige serie /Baby op deze site schreef Karen Geurtsen een stukje getiteld ‘Wil ik mijn kind wel?’ Ik vond haar stukje eerlijk en ook een beetje aangrijpend en heb de behoefte om iets geruststellends terug te schrijven zonder tegelijk haar angst te bagatelliseren.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

In het artikel beschreef Geurtsen haar zorgen over haar aanstaande moederschap en vroeg ze zich af of ze geen spijt van de hele onderneming zou krijgen. Maar sommige zorgen zijn echt overbodig en één daarvan is de angst dat je op een gegeven moment tot de conclusie komt dat je dat kind (die kinderen) beter niet had kunnen krijgen.

Er kunnen en zullen zich emotionele situaties voordoen waarin die gedachte zich opdringt, maar als permanente state of mind is zo’n gevoel van spijt uiterst zeldzaam. Om die gevallen tegen te komen moet je inderdaad in het domein van de fictie gaan zoeken. Als je in het gewone dagelijks leven een moeder (vader) tegenkomt die haar of zijn kind achteraf liever niet had willen hebben, dan zijn er zo veel andere problemen ook aan de hand dat er niet goed meer kan worden vastgesteld wat oorzaak en wat effect is.

Een baby dient zich aan als nieuw persoon in het leven van een moeder (ik beperk me nu even tot moeders, maar hetzelfde geldt voor vaders) en het is maar de vraag of de persoonlijkheden bij elkaar passen en of ze elkaar bevallen.

‘Worden we elkaar nooit zat?’ vraagt Karen Geurtsen zich af. Nee, dat gaat niet gebeuren, want we hebben het hier over familie, en niet over vrienden, vriendinnen of partners die je zat kunt worden en die je aan de kant kunt zetten. Familie is een andere categorie met andere wetmatigheden. Binnen families kunnen zich vreselijke drama’s afspelen en je kunt er je buik helemaal van vol hebben, maar familieleden moeten het wel heel bont maken om hen uit je leven te willen schrappen. Aan familie zit je vast voor de rest van je leven en op het niveau van loyaliteit doet het er niet zo veel toe of je je vader, moeder, broer, zus, zoon, dochter eigenlijk wel leuk vindt.

Het gevaar van ‘niet genoeg liefde’ is dus niet zo groot. Het gevaar van ‘te veel liefde’ (het overmatig gewenste kind) is ook niet zo groot, omdat een moeder dat zelf in de hand heeft. Zoals elke verhouding staat ook de moeder-kind-verhouding in het teken van belangen. Voor een heel groot deel lopen de belangen van moeder en kind parallel. Het kind wil bijvoorbeeld eten en de moeder wil dat het kind geen honger heeft. Maar de belangen vallen niet voor honderd procent samen. Na een paar maanden krijgt een moeder misschien behoefte aan een uur of zes ononderbroken slaap. Het is echt niet zo moeilijk om een baby geleidelijk aan te laten wennen aan langere slaapperiodes ’s nachts en kortere slaapjes overdag.

Hetzelfde geldt voor werken, uitgaan en andere privétijd-zonder-baby. De baby wil het monopolie van de moeder, maar soms heeft die moeder andere belangen om tijdelijk voorrang aan te geven. Zonder betrouwbare oppassen kan een moeder haar eigen belangen niet honoreren.

Moederschap is een nieuwe fase die binnen de kortste keren een overweldigende vanzelfsprekendheid wordt die niet meer weg te denken valt. Terugverlangen naar vroeger is er niet bij, net zo min als je terugverlangt naar de middelbare school, als je eenmaal student bent. Zo gaat dat met nieuwe fases, zeker als die welbewust zijn ingegaan.