Spring naar de content

Lang leve de lanterfant en de flierefluit

Straks, als ik dit stukje af heb, de pc heb geordend, de ontbijtspullen opgeruimd, een paar rekeningen betaald, een lijst voor een spreekuur ingevuld, naar fysiotherapie ben geweest, een frisse neus heb gehaald, mijn geliefde gekust, een goede vriend gebeld, de planten water gegeven, een afspraak met een klusjesman verzet, de telefoon opgeladen, een paar journalistieke sites bezocht en een kaart aan een terminale kennis geschreven en gepost, dan ga ik lekker een poosje niksen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Matt Dings

Dat klinkt gemakkelijker dan het is, niksen, maar het vergt wel flink wat oefening. Collega Pauline Bijster heeft onlangs al eens vastgesteld dat het haar maar niet wou lukken. Niet erg, Pauline, naarmate de jaren van Sturm und Drang verstrijken, wordt het gemakkelijker. Ik vind het fascinerend hoe sommige tachtigers doodstil op een bankje in het park kunnen zitten mediteren alsof ze hun hele leven boeddhisme hebben gestudeerd – nee, mediteren klinkt nog te actief, ze zitten er gewoon fijn te mijmeren over wat er geweest is en weer zal zijn.

Daarmee hebben we al één eigenschap van het niksen te pakken: niksen is nooit helemaal niets doen, het is vrijwel niets doen. Ook als je alleen maar op een stoel zit, doe je immers van alles: ademen, horen, zien, gewaarworden, denken. Bij niksen gaat het erom het echte niets doen te benaderen. Daarbij helpen heel kleine en onnutte activiteiten zoals kauwen op een grasspriet, kijken naar een zwerm mussen, een plukje haren tot een lok draaien (een eigen plukje, anders wordt het maar weer seks).

Zijn we op het strand, dan kunnen we heel goed niksen door zand in een fijn straaltje tussen onze vingers te laten lopen zodat er een spits hoopje ontstaat en door zeventien schelpen op een rijtje te leggen, of juist in een kring. Betreft het een zeestrand, dan mazzelen we, want het laat zich fantastisch niksen terwijl we naar de aan- en wegspoelende golven kijken. Ook wolken komen de liefhebber van het niksen van pas. Hengelen aan een waterkant lijkt op niksen, maar die gelijkenis zal elke visser krachtig tegenspreken. Gooi dan liever kleine steentjes in het water. Val niet in slaap, want dat doe je weer wat; soezen is wel toegestaan. Zo hoort piekeren of plannen maken ook niet bij niksen, maar dagdromen weer wel.

Het is jammer dat niksen een slechte pers heeft. Een nikser heet al gauw een leegloper of lapzwans en het niksen wordt steevast geassocieerd met verveling en saaiheid. Nee, sloven, jagen, pezen en aanpoten, dát is leuk! Kijk hier maar.

Het komt doordat veel mensen er niets van kunnen, van dolce far niente. Wie er wèl wat van kan, die voelt zich heerlijk als het weer eens zo ver is. Voeten op tafel, handen achter het hoofd gevouwen, laat de boeren maar dorsen: wij gaan eens uitgebreid luieren, lummelen, kaaiewaaien, lanterfanten en flierefluiten!