Spring naar de content

Het afscheid van Bob de Jong en de tien kilometer

Binnen een kwartier – dertien minuten om precies te zijn – 25 rondjes op een ijsbaan rijden, dat vindt niemand leuk. Zelfs de meeste schaatsers niet. Behalve een paar Nederlanders, met Bob de Jong voorop. De vaandeldrager neemt afscheid. De keizer van de tien kilometer reed zijn geliefde afstand dinsdag voor het laatst in wedstrijdverband.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Rick Stet

Nooit duurt de zondagmiddag langer dan tijdens een allroundtoernooi schaatsen. Ritten lang zit je naar twee mannen te kijken die zich tien kilometer lang het snot voor de ogen rijden. Iets spannends gebeurt er niet of nauwelijks in dat kleine kwartier. Dan gaat de ene harder en dan weer de ander en aan het einde wint een Nederlander – of een tot Canadees genaturaliseerde Nederlander.

Een groot deel van de professionele hardrijders op de schaats (bedankt, Mart Smeets) waagt zich niet eens aan de afstand. Het duurt veel te lang en het is te saai. Er gaan dan ook al jaren stemmen op om de tien kilometer van de schaatskalender af te halen. In schaatsnatie Noorwegen maakt het zelfs al geen deel meer uit van het nationale allroundkampioenschap. De ontwikkelingen deden Bob de Jong pijn.

Medailles
De Jong houdt van schaatsen, vooral als de tocht tien kilometer lang is. Hij werd zes keer Nederlands kampioen op de afstand – in 1996 voor het eerst, in 2012 voor het laatst. Alle keren die hij deelnam eindigde hij op het podium. Daar voegde hij nog eens vier wereldtitels aan toe en acht medailles van een andere kleur. De stayer nam deel aan vijf verschillende Olympische Winterspelen. Hij beleefde op de olympiade zijn absolute diepte- en hoogtepunt.

In 2002 was iedereen er zeker van dat Bob de Jong – vier jaar eerder in Nagano al goed voor zilver – een medaille op zou halen in Salt Lake City, de vraag was alleen welke kleur. Het tegenovergestelde gebeurde. De Jong kon niet omgaan met de druk en eindigde als vijftiende, om vervolgens tranen met tuiten te huilen op het middenterrein en later voor de camera van de NOS. Niet geschikt voor topsport, luidde het harde oordeel van de kenners.

Hij zou al zijn criticasters logenstraffen. Vier jaar later, in Turijn. De Jong startte tijdens de olympische tien kilometer als een van de eersten en zette met 13.01,57 een tijd neer waar al zijn op dat moment hoger ingeschaalde concurrenten zich op stuk beten. Goud, op zijn afstand; het absolute hoogtepunt in de loopbaan van De Jong.

bobdejonggoud_HP
Olympisch goud in Turijn. Het absolute hoogtepunt voor Bob de Jong

Er zouden nog twee bronzen olympische medailles volgen in Vancouver en Sotsji. Even mijmerde hij over een zesde deelname aan de Winterspelen, in 2018, op 41-jarige leeftijd, maar het lichaam blijkt nu toch te oud voor de geliefde 25 rondes. Dinsdag liet De Jong Thialf tijdens de NK Afstanden nog een keer kolken. Niet omdat hij zo hard reed, maar omdat het trouwe schaatspubliek afscheid nam van een van zijn helden. Hij had genoten, bekende De Jong na afloop. Dat de jury hem wegens het weggooien van zijn armband nog diskwalificeerde, bracht nog een keer zijn karakteriserende boosheid naar boven.

Daarna was het echt voorbij, en ontstaat er een enorme leegte bij de tien kilometer.

Want wie springt er in het gat dat Bob de Jong twintig jaar lang voor zo een groot deel heeft gevuld? Sven Kramer heeft een haat-liefdeverhouding met de afstand waarop hij het wereldrecord in handen had en drie keer wereldkampioen werd, maar waarop hij ook zijn befaamde fout beging in Vancouver toen hij voor de verkeerde baan koos. Jorrit Bergsma is regerend Olympisch kampioen, maar toch vooral een overgestapte marathonschaatser. Hetzelfde geldt voor mannen als Bob de Vries en Arjan Stroetinga. De verrassende Erik Jan Kooiman is een laatbloeier van wie nog onduidelijk is wat hij echt kan.

En dus pakt De Jong zelf de handschoen op. Op 21 februari organiseert hij op zijn thuisbaan in Haarlem een evenement om de tien kilometer te promoten. Want die afstand mag nooit verdwijnen, als het aan Bob de Jong ligt.