Spring naar de content

Hoe het IDFA een armzalig Nederlands filmjaar redt

De Nederlandse film is na de twee gouden jaren 2014 en 2015 in een diep dal terechtgekomen. Niet alleen gelet op het aantal bezoekers – het marktaandeel is maar liefst gehalveerd – maar ook naar de gemiddelde kwaliteit ervan. Het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) biedt soelaas, en stortte de afgelopen dagen een flinke lading goede Nederlandse documentaires over de bezoekers heen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nico van den Berg

Het Nederlands Film Festival in Utrecht ligt praktisch aan het infuus, maar festivals zoals het Rotterdamse IFFR en het Amsterdamse IDFA benutten hun kans om een podium te zijn voor de betere Nederlandse film. Zo opende Rotterdam dit jaar met de geslaagde boekverfilming (en dat is zeldzaam) Beyond Sleep.

juf-kiet_hpEigen volk eerst
Het IDFA had vorige week voor het derde jaar op rij een sterke Nederlandse docu als openingsfilm. Na het mooie en persoonlijke A Family Affair vorig jaar en een meeslepende documentaire over het jubilerende Concertgebouworkest in 2014, liet het IDFA zich dit jaar weer van zijn meest geëngageerde kant zien met Stranger in Paradise van Guido Hendrikx. Een filosofisch essay waarin Hendrikx de Europese impasse rond de vluchtelingencrisis opzet als een Griekse tragedie, met drie aktes, een proloog en een epiloog. Geen aangespoelde jongetjes, maar de drie stromingen van het denken in Europa over de kwestie: eigen volk eerst, alle grenzen open en de berekenende burger. Hendrikx’ benadering zet de kijker aan het denken, met meer succes dan menig talkshow dit jaar deed.

juf-kiet_hp-2Juf Kiet
Een volstrekt andere benadering heeft het regisseursechtpaar Petra en Peter Lataster. Zij wisten met De kinderen van Juf Kiet niet alleen het IDFA-publiek, maar ook de hele vaderlandse filmpers om hun vingers te winden. Vrijwel overal kreeg deze documentaire over de empathische juf Kiet Engels met haar vluchtelingenklasje in het Brabantse Hapert vijf sterren. En toegegeven, het is een juweeltje van een film, over een lerares die iedereen wel had willen hebben. Je zou de documentaire kunnen zien als de Nederlandse evenknie van de foto van het dode Syrische jongetje op het Turkse strand. Na het zien van deze documentaire moet je wel van steen zijn om geen liefde te voelen voor zowel de kinderen als voor juf Kiet. ‘Voor alle problemen is een oplossing’ is haar mantra. Ze is streng doch rechtvaardig. Het is een kant van het verhaal die in het publieke en politieke debat tegenwoordig dreigt onder te sneeuwen.

brood_hpBrood
In de selectie Nederlandse documentaires op het IDFA zaten dit jaar ook een paar sterke biografieën. In Unknown Brood laat filmmaker Dennis Alink home-video’s zien die Brood gedurende zijn korte maar zeer intensieve leven zelf maakte. Of het echt nieuw leven op de muzikant oplevert is de vraag, maar de vermenging van deze unieke beelden met interviews en concertopnames geeft een fascinerend beeld van Neerlands grootste rock-icoon.

campertCampert
Een ander icoon, maar dan op literair gebied, is Remco Campert. Verloop van jaren (The Passing Years) is een prachtige ode aan de inmiddels fragiele schrijver. De film van John Albert Jansen draait primair om het dichterschap van Campert, maar slaagt er in een scherp beeld neer te zetten van diens persoonlijkheid en zijn relatie met vrouw Deborah. De gang naar de typemachine valt hem elke dag zwaar, maar hij weet dat hij zonder het schrijven niet kan bestaan.

Het IDFA is voor de Nederlandse film van essentieel belang. Tijdens het festival trekken de films dan ook steevast volle zalen. Maar de vraag is hoe deze festivalkoorts ook buiten deze twee weken in november kan standhouden. Dit jaar is de laatste editie van Ally Derks, die het IDFA bijna dertig jaar heeft geleid. Volgend jaar zal er een ‘tussenpaus’ aan de slag gaan, en pas daarna wordt een echte opvolger gezocht.

Eén van de speerpunten zal zeker zijn hoe deze man of vrouw de documentaire ook buiten het IDFA nog beter bij een publiek gaat brengen. Hoopgevend is dat films als die over juf Kiet in de nasleep van het festival het ook goed in de filmtheaters lijken te doen. En dat een relevante speelfilm als Layla M. (niet op het Nederlands Film Festival te zien geweest) over een moslima die radicaliseert, nu ook volle zalen trekt.

De Nederlandse film krijgt zo op de valreep van 2016 – mede door het IDFA – alsnog een koninklijke krul én een een sticker van Juf Kiet. Misschien moet de juf ook eens wat filmbobo’s vermanend toespreken.

Onderwerpen