Spring naar de content

Zelfportret Dick Matena: ‘Ik leef in een wereld die niet meer de mijne is’

Hij leerde het vak in de tekenstudio van Marten Toonder, waar hij – eerst als volontair, later in vaste dienst en als freelancer – onder meer mee mocht tekenen aan de dagelijkse strip van Tom Poes.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Nick Muller

In weekblad Prinses publiceerde striptekenaar Dick Matena (1943) voor het eerst een strip onder eigen naam: Polletje Pluim. In de jaren daarna werkte hij onder meer mee aan stripverhalen in weekblad Pep (De Argonautjes, Ridder Roodhart) en de Donald Duck (De Grote Boze Wolf, Tokkie Tor). Eind jaren zeventig krijgt hij internationale bekendheid door zijn nieuwe, realistische manier van tekenen waarmee hij beeldverhalen als Mythen heeft vormgegeven. Diezelfde stijl is terug te vinden in het werk waar we hem tegenwoordig vooral van kennen: zijn ‘verstrippingen’ van romans als De Avonden van Gerard Reve, Kaas van Willem Elsschot en Kort Amerikaans van Jan Wolkers.

Dit jaar zit hij 55 jaar in het vak. Museum Meermanno in Den Haag stelde een overzichtstentoonstelling samen: Dick Matena. Getekend leven. De tentoonstelling geeft in ruim tweehonderd originele tekeningen, schetsen en brieven een beeld van de omvangrijke carrière van ‘s lands bekendste striptekenaar.

Reden voor HP/De Tijd om Dick Matena te onderwerpen aan ‘zelfportret’: een klassieke serie vragen, gebaseerd op de vermaarde questionnaire van Marcel Proust.

Wat is uw huidige gemoedstoestand?
Na een hartinfarct, hartstilstand en hartoperatie is mijn gemoedstoestand: chronisch onrustig en bij vlagen wanhopig. De mentale nasleep is heviger dan de fysieke.

Wie zijn uw helden?
Helden heb ik teveel om op te noemen. In de sport, in de kunst, in het sociale leven – ik ben erg goed in bewonderen. Om er willekeurig een paar te noemen: Hans G. Kresse (de tekenaar van Eric de Noorman), de jonge Elvis en Olivier B. Bommel.

Aan wie ergert u zich?
Aan zelfingenomen mensen die alles wat ze overkomt aan roem, geld en succes vanzelfsprekend vinden. Dat is een eigenschap die vooral bij tv-diva’s veel voorkomt.

Lijkt u op uw vader?
Qua uiterlijk niet. Ik geloof sowieso ook dat je eerder gevormd wordt door het tijdsgewricht waarin je leeft en wat daarin gebeurt, dan door opvoeding en overerving. Al ontken ik het bestaan van genen natuurlijk niet.

Lijkt u op uw moeder?
Qua uiterlijk wel. Voor de rest: zie mijn vorige antwoord. Al vrees ik dat in dit geval via opvoeding een aantal van haar fobieën en angsten ook de mijne geworden zijn. Of via haar genen, vooruit dan maar.

Wat zijn uw dagdromen?
Dagdromen doe je als je jong bent en alles nog mogelijk is. Op mijn tweeënzeventigste kan ik moeilijk nog mijmeren over een toekomst die al geruime tijd achter me ligt.

Wat is uw grootste angst?
Laat ik ‘t maar op doodsangst houden. Want het is toch de angst voor het sterven dat je in leven houdt – je zelfs aan het leven doet vastklampen, ook al lijkt dat leven totaal uitzichtloos.

Bidt u weleens?
Net als iedereen roep ik God weleens aan. ‘Godallemachtig!’ ‘God sta me bij!’ Of: ‘Dat God je moge helpen, mij ontbreekt daarvoor de tijd!’ Als dat bidden is, dan bid ik regelmatig.

Heeft u ooit een mystieke ervaring gehad?
Nee. Ik ben even klinisch dood geweest, maar herinner me geen bijna-doodervaring. Geen tunnel met aan het eind een helder licht waar overleden dierbaren me hartelijk welkom heetten of zoiets. Alleen maar diepe duisternis, helaas.

Bent u aantrekkelijk?
Ooit geweest, toen de wereld jong was en iedereen mooi. Nu maak ik mezelf graag wijs dat ik van binnen mooi ben: geestig, aardig en charmant.

CS-6509718
Fragment uit: ‘Kees de Jongen. Een beeldroman door Dick Matena’

Wat is uw definitie van geluk?
Gelukkig ben je altijd later, nooit op het moment zelf. Geluk is voor de weemoedigen. Geluk is voor zangers en dichters die nostalgisch kunnen wegdromen over vroeger en daar mooie teksten over schrijven, zodat wij die momenten van geluk ook nog even terug kunnen halen.

Waar schaamt u zich voor?
Toen ik jong was schaamde ik me voor alles. Van lieverlee werd dat minder en minder, en nu ik oud ben schaam ik me voor bijna niets meer. En een weekje in een ziekenhuis doet dat ‘bijna’ ook nog verdwijnen.

Bent u monogaam?
Ja, maar dat is ook niet zo moeilijk. De vrouw met wie ik al 41 jaar getrouwd ben, ziet er nog altijd uit als een filmster. Ze is lief als een engel en sexy is ze ook nog. Waarom dan vreemdgaan?

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?
Gisteren.

Hoe moedig bent u?
Wanneer ben je moedig? Een man, ik vond hem altijd een watje, sprong zijn zoon achterna toen die plots in de kolkende zee was verdwenen. Zou ik hem dat nadoen? Geen idee. Helaas zijn ze allebei verdronken. Voor zo’n man neem ik mijn hoed af.

Van wie heeft u het meest geleerd?
Er is altijd wel iemand van wie je iets opsteekt. Van je ouders, van leraren, van mensen die je al jaren kent, maar een opmerking van een toevallige passant kan ook blijven hangen. Ik kan onmogelijk een specifiek iemand noemen.

Welke eigenschap waardeert u in een vrouw?
Humor, gevatheid, ironie, intelligentie en dat gecombineerd met alles wat een vrouw fysiek aantrekkelijk maakt. (Kwijl, kwijl.)

Welke eigenschap waardeert u in een man?
Alles wat ik ook waardeer in een vrouw, maar dan zonder ‘alles wat een vrouw fysiek aantrekkelijk maakt’ natuurlijk.

Als u iets aan uzelf kon veranderen, wat zou dat dan zijn?
Mezelf een kop geven die mooi oud wordt. Zoals Gregory Peck die vroeger had, Sean Connery die nu heeft en, vrees ik, George Clooney die in de toekomst krijgt.

Hoe ontspant u zich?
Vroeger was dat met drank. En dan doordrinken tot net dat ene glas teveel, en ontspanning oversloeg in agressie.  Nu ik niet meer drink kom ik tot rust met obligate dingen: een boek, een film, televisiekijken en muziek.

Van wie houdt u het meest?
Van mijn vrouw en kinderen natuurlijk, en van mijn vrienden. En abstracter: van hen die mijn leven verrijkt hebben. Tekenaars, schilders, schrijvers, dichters, zangers – kunstenaars in het algemeen. En daar horen ook enkele topsporters bij, Johan Cruijff en Eddy Merckx in het bijzonder.

Gelooft u in God?
Dat zou ik graag willen. Leven en sterven zouden dan een stuk prettiger en makkelijker zijn.

Waaraan bent u het meest gehecht?
Nog altijd aan het leven en aan alles en iedereen die me dierbaar is, ook al sta ik met één been in de jaren vijftig en met het andere in het graf, in een wereld die niet van mij is maar van mijn kinderen en kleinkinderen.

Welk leed heeft u anderen berokkend?
Veel leed waar ik waarschijnlijk geen weet van heb, want onbewust doe je veel kwaad. Waar ik zelf het meest onder lijdt is het leed dat ik mijn kinderen uit mijn eerste huwelijk berokkend heb nadat ik scheidde van hun moeder, hoe onvermijdelijk die scheiding ook was. We hebben hen een jeugd ontroofd en dat is nooit meer goed te maken, helaas.

Wat beschouwt u als uw grootste mislukking?
Mijn eerste huwelijk.

Wanneer was u het gelukkigst?
Als ik terugkijk: tussen mijn dertigste en mijn vijftigste. Toen mijn kinderen nog klein waren, mijn werk floreerde, mijn tweede huwelijk gelukkig was en het leven in het algemeen goed.

Wat is de beste plek om te wonen?
Ik heb het in een aardig huis in een bos altijd het meest naar mijn zin gehad, maar mijn vrouw gedijt het best in Amsterdam. Een compromis zou dan zijn een huis in een Amsterdams bos, maar ja: vind dat maar eens.

Wie hoopt u nooit meer terug te zien?
Ik ontmoet dagelijks mensen bij wie ik denk: hopelijk zie ik hem of haar nooit meer terug. Maar als ik dan ‘s avonds naar bed ga, ben ik alweer vergeten wie het waren. Ik heb geen specifieke personen die ik nooit meer terug hoop te zien. Met het klimmen der jaren neemt de rancune af, merk ik.

Hoe is ongeluk te vermijden?
Ongeluk is niet te vermijden. Kleine en grote ongelukken, ze horen erbij en ze overkomen vroeg of laat iedereen. Ik heb mensen gekend die uitgesproken zondagskinderen waren, voor het geluk geboren, en die op het laatst van hun leven in een poel van ellende terechtkwamen omdat ze ook nog eens het ‘geluk’ hadden stokoud te worden, te oud zelfs, en uiteindelijk na een prachtig leven diep ongelukkig stierven.

Wat is uw devies?
Geen. Ik hou niet zo van tegeltjeswijsheden.

De tentoonstelling ‘Dick Matena. Getekend leven’ is tot en met 27 september 2015 te zien in Museum Meermanno in Den Haag. Meer informatie vindt u hier.

Dick Matena. Foto: Ringel Goslinga
Dick Matena. Foto: Ringel Goslinga