Paul Spies: ‘De context moet fucking goed verteld worden’
De directeur van de Berlijnse stadsmusea is een Nederlander: Paul Spies (61). Nadat hij de bezoekersaantallen in het Amsterdam Museum fors verhoogd heeft, gaat hij dat kunstje in Duitsland proberen te herhalen. De boodschap moet in twintig minuten verteld worden. Gaat hij daarmee niet te veel op zijn hurken zitten? ‘Nee hoor, het moet hochintelligent blijven.’
Berlijn, van de wilde jaren twintig, nazihoofdstad vanaf de jaren dertig, diep verdeeld in oost en west na de oorlog, rauwe stad met aantrekkingskracht op labiele popsterren als David Bowie en Lou Reed in de jaren zeventig, herenigd na de val van de muur in ’89. Alleen al over de vorige eeuw zou één stadsmuseum te weinig zijn, en gelukkig heeft Berlijn er vijf: de Nikolai-kirche, het Märkisches Museum, het Ephraim-Palais, het Knoblauchhaus en Museumsdorf Düppel. Met een Nederlandse directeur, Amsterdammer Paul Spies. Die was erin geslaagd om van het Amsterdam Museum een succes te maken en werd in 2016 gevraagd te solliciteren in Berlijn. En over de streep getrokken met de belofte dat hij ook 4000 vierkante meter mocht inrichten in het Humboldt Forum, museum in aanbouw in het voormalige Stadtschloss. “Ik heb best getwijfeld of ik het zou doen, maar toen ik voor het Forum stond, toen nog een betonnen bak, dacht ik: wat een megalomaan ding. En wat een gouden kans,” zegt Spies.
Regelmatige bezoekers aan Berlijn hebben het de afgelopen jaren misschien zien verrijzen aan het Museuminsel: de heropbouw van het zeventiende-eeuwse Berliner Stadtschloss, in de oorlog zo zwaar beschadigd dat het afgebroken werd en plaatsmaakte voor het Palast der Republik.
Paywall
Wilt u dit artikel lezen? Word abonnee, vanaf slechts 5 euro per maand.
Lees onbeperkt premium artikelen met een digitaal abonnement.
Kies een lidmaatschap
