Spring naar de content
bron: anp

Oorlog zonder einde

Deze maand komt er na bijna twintig jaar een einde aan de Amerikaanse oorlog in Afghanistan. Hoe is het gezicht van het terrorisme en van het Midden-Oosten in die tijd veranderd? En hoe zal de oorlog tegen het terrorisme er de komende tijd uitzien?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Mirjam Eeken

In de kantine stond de tv aan. Nu was de minibeeldbuis boven de ouderwetse bar van de manege alleen bestemd voor bijzondere evenementen, dus er zou die dinsdagmiddag wel iets speciaals aan de hand zijn. Terwijl mijn vader het klittenband van mijn chaps vastmaakte – ik was twaalf en niet zo sterk – zag ik een vliegtuig met een boogje aan komen zeilen en zijn neus in de tweede toren boren. Ik liep naar stal en stapte op mijn pony.

Dat die dinsdag in september uiteindelijk aanleiding zou geven tot de langste oorlog uit de Amerikaanse geschiedenis kon niemand op dat moment bevroeden. Bij de strijd in Afghanistan, een land dat al verscheurd was door staatsgrepen, invasies en burgeroorlogen, zijn bijna 2500 Amerikaanse militairen en naar schatting 100.000 burgers gedood. Nu, twintig jaar na 9/11, trekken de Amerikaanse troepen zich terug. Hoe heeft de jihadistische terrorismedreiging zich in de loop der jaren ontwikkeld? En hebben al die jaren War on Terror iets opgeleverd?

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Kies een abonnement

“Met enig cynisme zou je de aanslag op 9/11 een enorm pr-succes voor Al Qaida kunnen noemen,” zegt Peter Knoope. Hij is Senior Visiting Fellow bij het International Centre for Counter-Terrorism, waar hij tot 2014 directeur was. “9/11 kwam als een verrassing en Al Qaida kwam uit het niets. De dreiging is de eerste zeven jaar behoorlijk groot geweest. Door een klap toe te brengen aan de VS, een land dat door velen gezien wordt als overheersende partij in de wereld, zette Al Qaida zichzelf wereldwijd op de kaart. Mensen voelden zich aangesproken door het militante karakter en wilden zelf ook een daad stellen. We moeten niet onderschatten dat de mensen in Vietnam na de aanslagen op de Twin Towers door de straten dansten.”

Met de invasie in Afghanistan om Al Qaida’s thuisbasis te vernietigen en de uitschakeling van kopstuk Osama bin Laden hebben de Amerikanen de organisatie veel klappen toegebracht. Daarnaast heeft Al Qaida veel moeten inleveren in de strijd om de hegemonie met ISIS, dat als grotere partij naar voren is gekomen. In West-Afrika en in delen van Azië is Al Qaida desondanks nog actief. Bart Schuurman, als terrorisme-deskundige verbonden aan de Universiteit Leiden, vindt het verrassend dat de organisatie na jarenlange druk van ’s werelds grootste militaire supermacht nog in leven is. Dit zegt volgens hem niet alleen iets over de veerkracht van Al Qaida, maar ook over de voortdurende aantrekkingskracht van de jihadistische ideologie.

Onthoofdingen, verkrachtingen, levende verbrandingen – met de opkomst van IS werd de ideologie vanaf 2014 nog extremer. Al-Qaida had inmiddels aan kracht verloren, mede door de uitschakeling van een groot aantal prominente strijders. Met het uitroepen van het kalifaat in de zomer van 2014 begon onder leiding van de inmiddels overleden Abu Bakr al-Baghdadi een stortvloed aan geweld. Knoope: “Al-Baghdadi be-hoorde in eerste instantie tot de intimi van Osama bin Laden. Een conflict over de strategische visie van Al Qaida – Al-Baghdadi hield er volgens Al Qaida te extreme opvattingen op na – leverde een schisma tussen beide partijen op.”

Als primaire redenen voor de populariteit van ISIS noemt Knoope het toekomstperspectief: “ISIS wilde direct een kalifaat stichten, terwijl Al Qaida er de tijd nog niet rijp voor achtte. Die onmiddellijkheid van ISIS had een sterke aantrekkingskracht op jongeren uit de hele wereld.” Daarnaast werd er getwist over de definitie van de vijand: “Al Qaida focust primair op het Westen als vijand. Voor ISIS is iedereen met een ‘onjuiste’ interpretatie van de islam een legitiem doelwit. Met deze visie heeft ISIS veel meer aantrekkingskracht weten te genereren.”

De tekst gaat onder de foto verder.

ISIS-terroristen in Raqqa, Syrie

Terwijl de mate van geweld toenam, raakten het politieke en religieuze motief op de achtergrond. Waar Bin Laden nog een duidelijk motief op zak had toen hij twintig jaar geleden de Twin Towers liet doorboren (de westerse steun voor het onderdrukken en aanvallen van moslims), heeft ISIS die jas uitgetrokken. Dat is volgens Knoope niet heel verbazingwekkend: “De FARC begon als politieke beweging, maar gleed steeds meer af tot een criminele organisatie. Dat is met ISIS ook gebeurd. De criminaliteit, de illegaliteit en het geld krijgen een steeds belangrijker rol naarmate de leiding ouder wordt en de organisatie militanter.”

Dit leidde er ook toe dat terroristische organisaties in de jaren nul een verhardingsslag doormaakten. “In onder meer Irak, Syrië en delen van West-Afrika zijn steeds meer verbindingen ontstaan tussen terroristische groeperingen en illegale activiteiten van criminele organisaties,” aldus Knoope. “Tegelijkertijd hebben corrupte groepen binnen overheden een belang bij activiteiten als wapenhandel, illegale grondstoffenstromen en de beheersing van havens en infrastructuur.” Deze corrupte cocktail van politiek, criminaliteit en terrorisme is steeds moeilijker te bestrijden en geeft overheden, jihadisten en smokkelaars vrij spel. Het maakt terrorismebestrijding voor bijvoorbeeld non-gouvernementele organisaties steeds lastiger.

Voor de lokale bevolking in het Midden-Oosten en Afrika is de druk in de loop der jaren toegenomen. Intimatie door terroristische organisaties speelt een steeds grotere rol. Nadat de dreiging rond 2007 even was afgenomen, laaide deze de jaren erna in volle hevigheid op door de onrust in Libië en Syrië en de opkomst van ISIS. Jongeren worden gerekruteerd in ruil voor bescherming, gezinnen zijn hun leven niet zeker als ze hun familieleden niet aanmelden bij ISIS en (wees)kinderen worden ontvoerd en ingelijfd in de organisatie. Knoope wijt die populariteit van ISIS niet alleen aan intimidatie, maar ook aan internationaal beleid: “Op een hele ingewikkelde manier heeft de inval van de Amerikanen in Irak in 2003 geleid tot het ontstaan van ISIS, want het heeft een enorme aantrekkingskracht gehad op de militairen die eerst deel uitmaakten van het leger van Sadam Hoessein en vervolgens met lege handen op straat stonden. De militaire slagracht van ISIS is hier voor een heel groot deel aan te danken. Die inval is een historische inschattingsfout van de grootste orde geweest.”

Een veelgehoorde kritiek op de War on Terror is dat het Westen zich te veel heeft gericht op het aanpakken van nieuwe dreigingen en te weinig op het oplossen van strategische vraagstukken. Daardoor lag de nadruk op kortetermijnoplossingen. De vraag naar de doelstelling van de Amerikaanse aanwezigheid in Afghanistan blijft zich opdringen. Als het doel was om keihard terug te slaan na de aanslagen op 9/11 en Al Qaida te verdringen, dan was de missie na twee weken geslaagd. Was een volgend doel om Bin Laden te doden, dan was daar nog tien jaar aan vastgeplakt. 

Inmiddels zijn we twintig jaar verder. Schuurman: “De Amerikanen zijn iets heel groots begonnen zonder precies te weten: wanneer kunnen we ons op de borst kloppen? Het is misgegaan bij de wens om het land te pacificeren en democratiseren. Dat is een torenhoge ambitie die niet op een nette manier te realiseren is.”

Na de overwinning op het kalifaat, zo’n twee jaar geleden, zijn zowel de dreiging als het aantal aanslagen wereldwijd aanzienlijk afgenomen. Met name in het Westen is de dreiging zeer laag geworden. Kunnen we dan eigenlijk achteroverleunen? Als het aan Schuurman ligt niet: “Toen ISIS in 2014 voet aan de grond kreeg en een territorium had afgebakend, kwamen mensen van heinde en verre om zich in de strijd te werpen. Dat zagen we terug in Europa en de Verenigde Staten, waar steeds meer aanslagen werden beraamd en vaak ook met succes werden uitgevoerd. Nu de Amerikaanse troepen zich met de staart tussen de benen terugtrekken uit Afghanistan, krijgt ISIS de kans om zich in relatieve rust te organiseren en voor te bereiden.” 

Al Qaida focust op het Westen als vijand. Voor ISIS is iedereen met een ‘onjuiste’ interpretatie van de islam een legitiem doelwit

Peter Knoope, International Centre for Counter-Terrorism 

In het EU Terrorism Situation and Trend Report 2021 van Europol valt te lezen dat in 2020 vijftien jihadistische terroristische aanslagen plaatsvonden in Europa. Dit zijn er meer dan twee keer zoveel als in 2019. Daarnaast werden minder aanslagen verijdeld, namelijk 14 in 2019 tegenover 6 in 2020.

Al deze jihadistische aanslagen werden gepleegd door zogenaamde ‘lone wolves’. Hoewel de naam doet vermoeden dat het hier om eenmansacties gaat, opereert de lone wolf vaak minder eenzaam dan gedacht. Online zoekt hij (slechts één vermoedelijke terroristische aanslag in Zwitserland werd vorig jaar door een vrouw gepleegd) dikwijls contact met de bredere beweging, die hem voorziet van jihadistische content en tot radicalisering aanmoedigt. Belangrijke personen binnen de organisatie verlenen steun, vormen een inspiratiebron en rechtvaardigen de inzet van geweld. De lone wolf acteert daarmee slechts als eenling bij de uitvoering van zijn daad.

Bart Schuurman vindt het een zorgelijke ontwikkeling dat het grootste deel van de aanslagplegers in Europa hier ook is opgegroeid: “De aanslagen op 9/11 waren van buitenaf georganiseerd om de Verenigde Staten een klap toe te dienen. Het kwam als een grote schok dat de daders van de aanslagen in Madrid en Londen in 2004 en 2005 medeburgers waren, die zich tegen hun eigen land hadden gekeerd. Nadat het Westen zich was begonnen te bemoeien met de situatie in Syrië, volgden aanslagen op zowel het Joods Museum in Brussel als de Bataclan in Parijs. Deze werden gepleegd door Belgische en Franse staatsburgers die zich door ISIS lieten inspireren.”

Het dreigingsniveau in ons land wordt weergegeven in het ‘Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland’. Sinds eind 2019 is de kans op een aanslag volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) ‘aanzienlijk’. De jihadistische beweging in Nederland heeft aan kracht verloren, mede door het ontbreken van leiderschap en structuur en de aanwezigheid van repressieve overheidsmaatregelen. “Inlichtingendiensten en politiediensten houden het milieu nauwkeurig in de gaten, grijpen preventief in en oefenen met lokale persoonsgerichte trajecten druk uit. Die moet ervoor zorgen dat de beweging niet groeit, ongeorganiseerd en gedemotiveerd blijft en daarmee haar aantrekkingskracht verliest,” zegt terrorismeonderzoeker Jelle van Buuren van de Universiteit Leiden.

Hoewel de NCTV het niet aannemelijk acht dat momenteel aanslagen in Nederland worden voorbereid, zijn in ons land nog altijd geradicaliseerde personen aanwezig die een bedreiging kunnen vormen. De AIVD schrijft in haar jaarverslag dat zich momenteel zo’n vijf- à zeshonderd jihadisten in Nederland bevinden. In de rest van Europa is eenzelfde trend te zien: Ondanks de afwezigheid van concrete dreigingen blijft het jihadisme het belangrijkste extremistische gevaar. De grootste dreiging komt daarbij van lone wolves, van wie een deel met mentale problematiek kampt. Dat laatste maakt het ingewikkeld om het motief van hun daad vast te stellen.

De tekst gaat onder de foto verder.

Een oorlog die minstens 10 miljoen dollar per uur kostte komt deze maand ten einde

Hoewel de slagkracht van ISIS fors is afgenomen sinds de omverwerping van het kalifaat in 2019, blijft de jihadistische terreurdreiging in landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika groot. In Syrië, Irak en delen van Sub-Sahara-Afrika hebben de afgelopen periode geregeld aanslagen plaatsgevonden. ISIS probeert haar organisatie in die gebieden weer op te bouwen. Het vertrek van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan betekent bovendien dat de Taliban opnieuw terrein wint. 

Bart Schuurman wijst op de implicaties van dergelijke oplevingen voor het Westen: “De jihadistische dreiging in Europa is sterk gekoppeld aan wat er in landen als Afghanistan, Irak en Syrië gebeurt. Tussen 2005 en 2011 zag je dat de beweging in Nederland weinig voet aan de grond had. De boel laaide hier op toen zich een internationale brandhaard ontwikkelde in de vorm van de Syrische burgeroorlog. Dat tekent de immense aantrekkingskracht van gewapende conflicten in het hart van de islam.” 

Jihadistische groeperingen zijn zich bewust van hun invloed en aanzien in het buitenland en spelen daar slim op in: “ISIS wist zijn propaganda in het begin zonder veel obstakels te verspreiden via sociale media. Dat leidde tot een golf aan uitreisbewegingen vanuit Nederland en de rest van Europa, maar zeker ook vanuit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat was een ongelofelijke katalysator, die de beweging een nieuwe impuls heeft gegeven.

“Het verlies van grondgebied (en daarmee faciliteiten en manschappen) heeft de propagandamachine van ISIS het afgelopen jaar een grote klap toegebracht. De restricties naar aanleiding van COVID-19 rondom reizen en fysieke ontmoetingen beperkten de mogelijkheden tot persoonlijke communicatie. Het neerhalen van jihadistische profielen en groepen op de chat-app Telegram, waarmee versleutelde berichten konden worden verstuurd, zorgde er bovendien voor dat de communicatie versnipperd raakte over diverse platformen met een kleiner bereik. De communicatiekanalen van Al Qaida bleven wel intact. Zij probeerden het afgelopen jaar onder andere westerse anti-racismedemonstranten te rekruteren tijdens protesten die volgden op de dood van George Floyd.”

Volgens Bart Schuurman moeten we er echter voor waken dat onze blik te veel op jihadistische terreur gefixeerd raakt. Hij ziet de laatste jaren een verschuiving van het geweld in de richting van extreemrechts: “In de VS vormt deze groep qua aantallen de grootste dreiging, maar ons idee van terrorisme is zo bepaald door het jihadisme dat er tot voor kort vrij weinig aandacht voor was. Ook in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië is de dreiging groot.”

Sinds 9/11 bestaat in de westerse samenleving veel angst voor geweld uit ‘religieuze hoek’. De grote migrantengolf uit landen waarvan de meeste mensen niet meer weten dan dat de islam er de hoofdgodsdienst is, heeft de afgelopen jaren veel angst opgeroepen in Europa. Het is dus maar de vraag of de opkomst van extreemrechts los kan worden gezien van twintig jaar jihadistische dreiging. De replacement theory, die stelt dat de witte, Europese populatie vervangen dreigt te worden door niet-Europeanen, zoals moslim-migranten, is zeer populair onder rechts-extremisten. De aanslagplegers in Christchurch en El Paso lieten zich door zowel de replacement theory als de anti-feminismetheorie (‘het ligt aan de vrouwelijke standpunten dat de witte bevolking wordt vervangen’) inspireren. In de Verenigde Staten stijgt sinds de coronacrisis het aantal haatdelicten tegen Amerikanen van Aziatische afkomst.

Wanneer mensen gaan twijfelen aan het systeem, is de stap om tot gewapend verzet te komen klein

Bart Schuurman, terrorismedeskundige Universiteit Leiden 

“Van de rechts-extremistische beweging gaat meer dreiging uit dan voorheen. Het gaat steeds vaker om jonge jongens, die snel kunnen radicaliseren, maar het zal niet snel op een vergelijkbaar dreigingsniveau met jihadisme komen,” stelt Jelle van Buuren. “De geweldsdreiging komt niet zozeer van groeperingen of netwerken; rechts-extremisme is een fluïde milieu, dat digitaal inspireert en waar op persoonlijk niveau contacten bestaan, maar de grote aanslagen zijn tot op heden gepleegd door eenlingen.” Volgens Van Buuren moeten we dan ook oppassen om te veel in termen van groeperingen te denken. 

Volgens Bart Schuurman ligt nog een ander gevaar op de loer: “De afgelopen jaren blijkt een grote groep mensen vatbaar voor anti-overheidsdenken en samenzweringstheorieën. De radicalisering van een grote groep Republikeinse Amerikanen neemt bijvoorbeeld actieve vormen aan, zoals tijdens de bestorming van het Capitool. Dat is niet direct terrorisme, maar als instituties van binnenuit bedreigd worden – een presi-dent die meent dat de verkiezingen gestolen zijn en zijn volgers aanmoedigt om de boel te bestormen –, dan is dat zorgwekkend. Wanneer mensen gaan twijfelen aan het systeem, is de stap om tot gewapend verzet te komen klein.”

Het conflict dat twintig jaar geleden begon met 9/11 en de inval in Afghanistan stopt niet met het vertrek van de laatste Amerikaanse troepen. De strijd laat zijn sporen na: een verstoord evenwicht in het Midden-Oosten, ruim baan voor terroristische groeperingen in een corrupt speelveld en terugkeerders tegen wie geen bewijs beschikbaar is. Een oorlog die minstens 10 miljoen dollar per uur kostte komt deze maand ten einde. Maar een duurzame vrede is nog ver weg