Spring naar de content
bron: anp

De overheid van Rob Jetten (D66) oogt repressief, regentesk en koud

Steeds vaker worden burgers geconfronteerd met repressieve plannen van het kabinet. Het perspectief ontbreekt en de burger betaalt de prijs. D66-minister Rob Jetten wil nu de brandstofprijzen kunstmatig verhogen met 5 à 10 cent per liter. Maar hoe moet een gemiddelde autorijder dat betalen? De overheid van Jetten oogt repressief, regentesk en koud. Een politieke revolutie dreigt, zo stelt Ton F. van Dijk.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ton F. van Dijk

Rob Jetten is namens D66 minister voor Klimaat en Energie. Hij wil oliemaatschappijen verplichten om dure biobrandstof toe te voegen aan benzine en diesel. Vanuit klimaatperspectief lovenswaardig natuurlijk, maar de gevolgen voor de automobilist zijn groot. De brandstofprijs zal door deze weloverwogen politieke keuze met 5 à 10 cent toenemen. 

Ook wil Jetten vanaf 2025 de aanschafbelasting (BPM) op nieuwe auto’s verdubbelen. Met de miljarden die dit zal opleveren, wil de bewindspersoon van D66 vervolgens de subsidie op tweedehands elektrische auto’s mogelijk (blijven) maken. Andermaal op zich een lovenswaardig streven. Immers, er moet iets gebeuren om de CO2-uitstoot terug te dringen.

Echter, wie wil blijven autorijden, kan dat zo langzamerhand beter niet in Nederland doen. De prijzen van nieuwe auto’s liggen door de bestaande BPM – nu al – substantieel hoger dan bijvoorbeeld in Duitsland. Wie hier een BMW 3-serie koopt voor zo’n 50.000 euro, wordt op de Duitse Autobahn voorbijgereden door dezelfde auto, die iets meer dan 40.000 euro heeft gekost. Hoe legt Rob Jetten dat eigenlijk uit in het licht van het door zijn partij gepropageerde Europese ideaal?

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

En nu gaan we dus, als het aan dezelfde Jetten ligt, nóg meer betalen voor autorijden. Het is een voorbeeld van overheidsbeleid dat technocratisch klopt. Doel is het autorijden af te remmen en het gebruik van fossiele brandstoffen op termijn tot nul terug te brengen. Iedereen snapt dat het verhogen van de benzineprijs en het duurder maken van nieuwe auto’s een remmend effect heeft op aanschaf en gebruik van auto’s. Op papier is het een sluitend verhaal. 

En nu gaan we dus, als het aan Jetten ligt, nóg meer betalen voor autorijden. Het is een voorbeeld van overheidsbeleid dat technocratisch klopt

Als technocraat is Jetten geslaagd. Sterker nog: zijn partij D66 en de andere coalitiepartijen in Rutte IV hebben het kille rekenmeesterschap tot kunst verheven. Of het nu gaat om het halveren van de boerenstand in Nederland of het door het kabinet gesignaleerde ‘gunstige’ effect van de stijging van energielasten voor huishoudens (namelijk dat het energiegebruik als gevolg daarvan zal dalen) – de technische benadering van het probleem is leidend. 

‘Houd rekening met blijvend hoge energielasten’, zei Rob Jetten dan ook met het hem kenmerkende enthousiasme tegen burgers, die in grote aantallen zijn aangewezen op de voedselbank, ook als ze een baan hebben en hard werken. 

De maatregelen – zoals nu weer het plan om de benzineprijzen kunstmatig te verhogen – leiden echter tot veel onzekerheid. De meeste mensen gebruiken hun auto voor datgene waartoe ze op aarde zijn, de essentie van hun bestaan: overleven. De auto is daarbij instrumenteel en al lang geen doel meer op zich.

De meeste burgers hebben een auto nodig om naar het werk te gaan, kinderen naar de opvang te brengen en voor bezoekjes aan opa en oma die steeds meer zijn aangewezen op mantelzorg. Bus en trein rijden niet, of zitten overvol, verbindingen zijn slecht en reizen met een gezin is onbetaalbaar. Autorijden is bittere noodzaak om als werkende Nederlander alle ballen in de lucht te kunnen houden. Een complexe jongleer-act die in toenemende mate onder druk staat. 

‘Houd rekening met blijvend hoge energielasten’, zei Rob Jetten dan ook met het hem kenmerkende enthousiasme tegen burgers, die steeds vaker zijn aangewezen op de voedselbank, ook als ze een baan hebben en hard werken. 

Het meest recente benzineplannetje van Jetten vormt in deze zin de zoveelste bedreiging van de financiële zelfredzaamheid van grote groepen in de samenleving. Onder hen onderwijzers en agenten, die geen toegang meer hebben tot de huizenmarkt en steeds vaker merken dat hard werken niet meer genoeg is om het goed te hebben en maandelijks rond te komen. 

In die context is het onbegrijpelijk en zelfs verwijtbaar dat politici als Rob Jetten primair op basis van kloppende rekensommetjes regeren. De compassie ontbreekt. Waar de burger meer dan ooit behoefte aan heeft, is het ‘grotere’ verhaal, de context van het beleid. Waar worden we naartoe geleid, waarom en tegen welke prijs? En door wie eigenlijk? Waar is de zorgzame overheid gebleven?

Nu oogt Jetten’s overheid repressief, regentesk en koud. Maatregelen die diep ingrijpen in het dagelijks leven van mensen worden ogenschijnlijk op basis van improvisatie uitgestrooid over de hoofden van hardwerkende en goedwillende burgers, die zich onder druk gezet voelen om hun levensstijl te veranderen, zonder dat hen wordt duidelijk gemaakt wat ervoor in de plaats komt. Een recept voor politieke revolutie. En dan zijn we misschien nog verder van huis.

Met uw donatie steunt u de onafhankelijke journalistiek van HP/De Tijd. Word donateur of word lid, al vanaf €4 per maand.