Spring naar de content

Wie beurshandelaar wil worden, moet leren pokeren

Een vriend van me zat in zijn studententijd heel wat (nachtelijke) uurtjes online te pokeren. Nu solliciteert hij voor een baan als trader, beurshandelaar. 

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Edwin van Sas

Hij speelde zich niet ‘binnen’, dus een briljante pokerspeler zal hij niet zijn, maar de verdiensten waren een veelvoud van mijn studentenbaantje. De ambitie om professioneel pokerspeler te worden heeft hij nooit gehad, dus moet ook hij nu – na zeven en een half jaar studeren – gewoon op zoek naar een baan. Vreemd genoeg wordt hij als trader eigenlijk alsnog professioneel pokeraar, en dan zelfs met veel grotere bedragen.

Meer dan een spelletje
Aan de ene kant is poker een spelletje, voor velen zelfs een verslavend spelletje. Die verslaving staat los van de vraag die om poker rondzingt: is het een kansspel of toch een behendigheidsspel? Om de geluksfactor in het pokeren – het krijgen van goede kaarten – te minimaliseren, moet je enorm veel potjes spelen. Dan zal de goede pokerspeler, over hoe je dat wordt zijn boeken volgeschreven, er uiteindelijk met de winst vandoor gaan. Nachtenlang zat de vriend achter zijn computer op acht tafels tegelijk zijn spellen te spelen, voornamelijk met Amerikaanse pokeraars. Dat voelde soms ook wel een beetje als werken, verzekerde hij me eens toen ik vroeg of dat nou nog wel leuk was.

De rechtbank oordeelde in 2009 dat poker vooral een behendigheidsspel is en ook had Fred Teeven, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, het voornemen om online pokeren legaal te maken bij zijn liberalisering van de gokmarkt. Door twijfels van het CDA over de mate waarin in verslavingspreventie wordt voorzien en door de val van het kabinet is dat er nog niet van gekomen. Maar het idee dat poker, wat door ongeveer een half miljoen Nederlanders wordt gespeeld, meer is dan een simpel kansspelletje lijkt inmiddels breed geaccepteerd.

Gamen en handelen
De link tussen de pokerdrift van mijn vriend en zijn voorkeur voor een baan als trader blijkt minder vergezocht dan hij op het eerste gezicht lijkt. Pokeraars zijn vaak goede traders, en andersom. Onlangs won Andy Frankenberger, voormalig Wall-Street trader van JPMorgan en BNP Paribas, bijna 4,5 ton bij de World Series of Poker in Las Vegas. En hij is zeker niet de enige trader die succes heeft aan de pokertafel.

In de woorden van Frankenberger is pokeren ‘all about riskmanagement’. Bij één van de sleutelpotjes van een toernooi folde hij bijvoorbeeld een full-house. Een zeer moeilijke beslissing om te maken, maar uiteindelijk bleek het de beste optie aangezien zijn tegenstander een nog betere hand had. Dat is ook hoe beurshandelaren te werk gaan: lezen wat de markt doet, welke aandelen zullen gaan stijgen en dalen. Je verlies pakken wanneer dat nodig is en je zeker niet door je emotie laten leiden.

Kritiek is er overigens zeker op die benadering van de financiële wereld als een pokerspelletje. Zijn banken door dergelijk gedrag niet enorm in de problemen gekomen? Het traden is helemaal losgetrokken van de aandelenhandel zoals het ooit begon: investeren in een bedrijf waar je vertrouwen in hebt. Recentelijk verloor JPMorgan nog twee miljard dollar met traden, wat menigeen deed verzuchten of er nu toch echt niks veranderd is sinds de financiële crisis. The Poker Face of Wall Street blijkt nog altijd aanwezig.

Het gaat zelfs zo ver dat handelskantoren pokerexperts inhuren om hun personeel te trainen, en een pokerverleden is bij menig handelshuis een absolute pre om binnen te komen. De baas van een Amerikaanse trading bedrijf gaf aan dat “If someone’s been successful at poker then there’s a good chance they could be successful in this business. If you have no interest, that’s almost a red flag… It’s almost the equivalent of not reading the Wall Street Journal.”

Waar ik dus dacht dat de vriend met online pokeren weliswaar geld verdiende, maar er inhoudelijk geen klap mee opschoot (stel je eens voor dat je bij een sollicitatie komt en je werkervaring is nachten aan een computerscherm gekluisterd te hebben gezeten), blijkt hij juist het meest relevante bijbaantje denkbaar te hebben gehad. Enige nadeel bij die sollicitatie: kranten lezen heeft hij nooit gedaan.

Onderwerpen