Spring naar de content

Correct geciteerd in interview Yvonne Kroonenberg

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: De Redactie

In een interview op The Post Online noemt Yvonne Kroonenberg haar uitspraken in HP/De Tijd ‘lomp geciteerd’, terwijl de schrijfster in een eerder interview met RTV Drenthe had aangegeven de HP-interviewer ‘niets te verwijten’. Bovendien wordt de indruk gewekt dat HP/De Tijd niet zorgvuldig met de journalistieke codes is omgesprongen. Dat is allerminst het geval. Voor de duidelijkheid: de uitspraken die in het interview zijn opgenomen, zijn letterlijke citaten.

De auteur van het gewraakte stuk is Nick Muller: “Als ik iemand interview, neem ik het interview altijd op met een voice-recorder. Vervolgens werk ik het gesprek uit, zonder de context van het gesprek aan te tasten, zoals elke goede journalist doet, en stuur de tekst ter controle op feitelijke onjuistheden dan wel uit de context gerukte passages naar de geïnterviewde.  Dat is de meest transparante en eerlijke manier van werken.”

Ook in het geval van Yvonne Kroonenberg is het zo gegaan. Nick Muller stuurde de uiteindelijke tekst volgens afspraak ter controle naar Yvonne Kroonenberg, maar kreeg geen reactie. Ook niet nadat ze was teruggekeerd uit Portugal – waar ze ten tijde van het versturen van de mail op vakantie was.

In het interview met The Post Online zegt Kroonenberg: “Nooit zal ik meer een interview geven voordat ik zeker weet dat ik het van tevoren eerst kan lezen.”

Muller snapt niet goed wat ze hier bedoelt: Yvonne Kroonenberg heeft voldoende gelegenheid gekregen de tekst te controleren op feitelijke onjuistheden. Van dat recht heeft ze willens en wetens geen gebruik gemaakt. Maar al had ze dat wel gedaan, dan nog had HP/De Tijd niets aan haar uitspraken veranderd en hadden we die gewoon in de tekst laten staan. Ze zijn immers gewoon gezegd, dat kunt u zelf controleren.

Uit het hier te beluisteren fragment zal duidelijk worden dat Nick Muller Yvonne Kroonenberg geen woorden in de mond heeft gelegd. Ze spraken over klassieke muziek. Vanuit het niets, zonder dat Muller er op welke manier dan ook maar op had aangestuurd, begon Kroonenberg over de ‘primitieve mensen’ in Amsterdam-Noord en Assen te praten. Het feit dat Yvonne Kroonenberg deze uitspraken in een interview met RTV Drenthe afdeed als een grapje, verbaast Muller dan ook zeer. Nergens in het gesprek valt iets van humor of ironie te ontdekken – oordeelt u zelf.

Hoofdredactie HP/De Tijd

Tom Kellerhuis
Edwin van Sas

 

Als de embedfunctie niet werkt kunt u het audiofragment ook via deze link beluisteren. Hieronder vindt u de schriftelijke weergave van het audiofragment:

“Ik heb een echte cursus over Mahler gedaan. Ik vertel het verhaal maar, je gooit maar weg wat je niet nodig hebt. Ik was uitgenodigd door een politieman uit Amsterdam-Noord om een keertje rond te kijken in Amsterdam-Noord. Dat was op woensdagmiddag en ik zag mensen die je normaal niet tegenkomt. Uit Floradorp, hè? Die zo primitief zijn dat ze… gewone zinnen uitspreken lukt al niet best, het waren allemaal kreten en op harde toon, omdat ze toch wel erg graag begrepen wilden worden. Ik zag echt families die zich aan de zelfkant van de maatschappij bevinden. En ’s avonds ging ik naar het Concertgebouw voor die cursus Mahler van Leo Samama die in een razend tempo heel moeilijke dingen vertelde, en daar zat het klasje en ik keek om me heen en ik dacht: iedereen noemt zich maar mens tegenwoordig. Er gaapte een heelal tussen de twee bevolkingsgroepen: Amsterdam-Noord en Amsterdam-Zuid. En dat was heel curieus.”

Dat was toen eigenlijk voor het eerst dat u dat zag…

“Zo fysiek meemaakte, omdat ik ’s middag dus in Noord was geweest en ’s avonds in Zuid zat, en dat was zo’n eh… zo’n astronomisch verschil. En dat was opmerkelijk, terwijl ik niet zeg: ik hoor bij die en bij die. Natuurlijk, ik zit niet voor niks in het klasje van de klassieke muziek, en kom niet dagelijks in Floradorp, daar ligt mijn werk ook niet, maar het is… ik was wel blij dat ik de gelegenheid kreeg om dat goed te beseffen. Ik heb een soort fascinatie met eenvoudige mensen die van simpele potjes eten. Ik was van de week in Drenthe, in Assen, en de markt werd opgebouwd. En ik zag daar warempel de winkel Action, waar ik nooit kom. Daar was ik even binnengelopen, want ik had gehoord dat het zo leuk ik, het is enig. En ik zag daar klassieke Drentse koppen, maar ook wel uitdrukkingsloze ogen, er komen heel simpele mensen in de Action, en die kom je niet iedere dag tegen, zeker niet als je de heel veel thuis zit.”

“En dat hebben schrijvertjes een beetje.”

En wat fascineert u dan zo in die mensen?

“Ik wil altijd alles begrijpen. En ik eh…”

Begrijpt u die mensen?

“Ja ik denk het. Op dezelfde manier waarop ik probeer me te verdiepen in het geestelijk leven van dieren. Als de taal niet je eerste vervoermiddel is om je te uiten in de wereld, als taal dat niet is omdat het je gewoon niet gegeven is om een zinnetje te zeggen of een grammaticale zin tot een goed einde te brengen, dan beweeg je je op een andere manier door de wereld. En ik ben heel benieuwd hoe dat dan is, wat je dan zegt of hoe je je uit, wat je doet en eh… hoe je je dagen doorbrengt. Dat vind ik heel interessant. Ik heb ook heel lang nagedacht: mensen praten, er komt geluid uit, altijd, ook als je niks te vertellen hebt hè, wat gaan ze dan zeggen? Heel vaak zie je dan herhaling. Beginnen en weten na woord of zes al niet meer wat er gezegd is, en zeggen het dan nog eens.”