Spring naar de content

Brieven

De redactie verwelkomt ingezonden brieven, maar behoudt zich het recht voor (te) lange brieven in te korten. Vermeld altijd uw adres, ook wanneer u per e-mail verzendt.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door De Redactie

Zeg het maar

In het Kerstnummer (HP/De Tijd, 19 december) sprak de hoofdredactie ook dit jaar weer haar geloofsbelijdenis uit. Dat is goed. Een visie die oprecht is, betekent passie en gedrevenheid om haar uit te dragen. Het venijn zat vorig jaar in de staart, want daar werd in één adem alvast gemeld dat wanneer het nodig is, ook een heel andere mening verkondigd kan worden. Dat lijkt dan niet op passie, maar op koele berekening.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

We kunnen ons vergissen. Het was daarom goed uw blad in dit licht het afgelopen jaar te beoordelen. En helaas zien we een redactioneel beleid dat steeds meer toe werkt naar de grauwe middelmaat. Het heilig licht dat ruim een jaar geleden volop scheen, lijkt langzaam te doven. Waar blijven de bijdragen van schrijvers die door de gevestigde orde niet gepruimd worden? Waarom geen column van Pamela Hemelrijk, waar u vorig jaar nog de titel van uw confessie aan ontleende? Nu blijven steeds meer artikelen door mij ongelezen. Het succes van uw blad hangt samen met het feit dat er geschreven wordt over een maatschappij die zichzelf zowel collectief (drie kilo cocaïne mag) als individueel (Cohen) steeds meer voor de gek houdt en wel met luide instemming van de media. Voor de mensen die daar een andere kijk op hebben, is er helaas geen platform, maar geloof me, ze zijn talrijk. Alleen al te mogen lezen dat je niet de enige bent die er anders over denkt, is al een genot. Je wordt per slot van rekening dagelijks voor gek versleten. Ik hoop dat u meer moed op kunt brengen de schrijvers van brave evenwichtige stukjes buiten de deur te houden en in plaats daarvan (over) mensen te laten schrijven die visie en meningen hebben. De aanhoudende mediapropaganda heeft iedere discussie gedoofd. Alleen duidelijke standpunten kunnen Nederland misschien nog uit de slaapstand krijgen.

Paul Nagels, Arcen

Zeg het maar (2)

De walgelijk zelfgenoegzame toon van Henk Steenhuis geeft uiteindelijk de doorslag. Als hij klaar is met zichzelf op de borst kloppen, mag hij (alvast) 1 abonnement wegstrepen. Maar who cares, het gaat zo goed met HP/De Tijd dat dat niet zal uitmaken! En met die nieuwe, betere en vooral populistische ideologie is het ook Pim Fortuyn gelukt, dus met dat concept zal HP/De Tijd zich in 2004 nog duidelijker onderscheiden van de weekhartigen. Bravo! Maar laat dat nu precies zijn waaraan ik me de laatste tijd zo erger; dat keihard doorslaan naar ‘laten we dit voor het gemak maar rechtse ideologie noemen’. Nu zit ik zeker niet te wachten op linkse ideologie, maar nu is het evenwicht volledig weg en objectieve opinie is langzaam maar zeker vervangen door tendentieus proletengeschreeuw. Ben er maar trots op!

W. Schouten, Breda

Zeg het maar (3)

Een eigen mening is een groot goed en buikspreken is vast niet de bedoeling. Maar alles op zo’n afstand bekijken dat er een vorm van gevoelloosheid in de beoordeling begint door te klinken, is ook niet nastrevenswaardig. Je kunt door je kritische houding ook heel veel kapot maken. Als HP/De Tijd bepaald wil worden door een nieuwe versie van zelfingenomenheid en geloof in eigen ‘kritische levenshouding’, zal dat niet de weg blijken te zijn, lijkt me. Tegendraads wordt al gauw verzet tegen alles wat je niet meer serieus denkt te hoeven nemen omdat je zelf niet zo denkt. Daarom bedankt voor het interview met Roger Scruton. Een denker die het metafysische en het ideaal niet schuwt. Marco Schut, Glimmen

Johan Stekelenburg

Hoe gevoelloos moet iemand zijn om in een Kerstnummer een onaangename column te schrijven naar aanleiding van het overlijden van mijn man Johan Stekelenburg in september van het afgelopen jaar. Mevrouw Hemelrijk vindt dit blijkbaar een prima tijd om nabestaanden extra verdriet te bezorgen.

Wat schrijft zij eigenlijk:

– Dat Wim Kok, Lodewijk de Waal en Wouter Bos geen vrienden van Johan waren. Weet zij hoe vaak zij hier waren tijdens Johans ziekte en daarna?

– Dat er sprake is van persoonsverheerlijking. Wat weet zij van het verdriet en medeleven van familie, vrienden, Tilburgers, mensen uit de rest van het land en oud-vakbondscollega’s uit binnen- en buitenland?

– De vergelijking van Johans uitvaart met die van prinses Diana. In een vroeg stadium heeft Johan zelf een aantal mensen benaderd die in zijn leven een belangrijke rol hebben gespeeld, om te spreken, mocht het verkeerd met hem aflopen. En dat Paul de Leeuw wilde komen zingen, heeft hem zeer ontroerd.

Er is geen sprake geweest van een schaamteloze propagandastunt voor partij en vakbeweging’. Dat mevrouw Hemelrijk vindt dat het overlijden van Pim Fortuyn in de media onderbelicht is geweest, zegt meer over haar dan over de media destijds, want ik geloof niet dat de krantenkoppen ooit groter zijn geweest. Blijkbaar maakt haar adoratie voor hem haar blind.

Om werkelijk te zien wat Johan heeft betekend voor zijn omgeving en voor de samenleving, zou mevrouw Hemelrijk eens een kijkje moeten nemen in de vele dozen met post die dit jaar gekomen zijn, de condoleanceregisters en de kaarten die ik nu nog dagelijks van bekenden en onbekenden krijg.

Heleen Stekelenburg-Hoekstra, Tilburg

Johan Stekelenburg (2)

Ik koop een dubbeldik nummer van HP/De Tijd, terugbladerend vanaf pagina 194 begin ik te lezen in de rubriek ‘Hemelpost’ (Hermien Timmerman, Wim van Est, Willem Wilmink) en lees dan het stuk over Johan Stekelenburg. Wat een afknapper. Ik vind het een schande. Iedereen mag schrijven wat hij wil, maar een rubriek is een rubriek en dan moet je daar geen misbruik van maken. Vind ik. Drie prachtige, ontroerende, persoonlijke verhalen/gedichten en dan een zeikerig stukje van columniste Pamela H. (Hemelrijk lijkt mij te veel eer in deze) over de rug van een dode. Op zich mag ik haar geen ongelijk geven, maar dit past hier niet.

Ed Vervoorn, Den Haag

Johan Stekelenburg (3)

Pamela Hemelrijk maakt de op 22 september 2003 overleden Johan Stekelenburg belachelijk in ‘Hemelpost’. Een misselijk makende rubriek, die zich niet verdraagt met zowel de stijl van HP/De Tijd als de Kerstgedachte. Pamela Hemelrijk overschrijdt als columniste iedere fatsoensnorm en maakt zich bovendien schuldig aan het opdissen van halve waarheden. Volstrekt verwerpelijk wat zij doet. Johan Stekelenburg was een aimabel mens en als burgemeester en politicus een voorbeeld voor velen. Hij stelde zich steeds in dienst van zijn naasten. Met name voor de minderbedeelden. Daarvoor streed hij zijn leven lang. Daarnaast was hij zeer toegankelijk voor alle mensen in stad en samenleving. Hij kon luisteren, hij kon mooi spreken, hij had humor en charisma. Een slopende ziekte heeft hem helaas geveld. Zeer velen hebben steun gehad aan de manier waarop hij met zijn ziekte is omgegaan. Zijn overlijden was voor velen een schok en is nog steeds een groot gemis, voor zijn familie in de eerste plaats, maar ook voor de hele publieke sector in ons land. Zijn begrafenis was in stijl; Johan kreeg wat hij verdiende: lof en waardering. Tienduizenden mensen, van Groningen tot Limburg, hebben meegeleefd. Columniste Pamela Hemelrijk gaat aan dit alles voorbij. Als een verzuurde vrouw mokt zij (na), volkomen bezijden de waarheid en opent zij de aanval op iemand die zich op geen enkele wijze (meer) kan teweerstellen. Zij geeft de weduwe en familie daarmee geheel ten onrechte een trap na. Echt misselijk makend. Voor mij en velen met mij is Johan Stekelenburg een ‘monument’; we zijn trots op hetgeen hij voor velen in ons land heeft betekend.

Nico van Mourik, Krimpen aan den IJssel

Kerkschisma

Een zure spruitjeslucht walmt omhoog uit het artikel ‘Kerkschisma’ van Bert Nijmeijer (HP/De Tijd, 19 december). De ‘bezwaarden’ die de gereformeerde kerk vrijgemaakt verlieten, zijn zo’n anomalie in de beperkte belevingswereld van de journalist, dat hij er slechts paternalistisch en badinerend over kan schrijven. Inderdaad behoren de gereformeerd vrijgemaakten niet tot een van de erkende knuffelminderheden die aan Amsterdamse grachtengordels gekoesterd worden. De journalist kiest voor een verslagje in een setting van regen en donkerheid. “De gereformeerde kerk vrijgemaakt, ongeveer de strengste, meest behoudende kerk die er is.” Definieer ‘streng’. Definieer ‘behoudend’. Maar nee, Berts journalistiek onvermogen produceert inmiddels een lucht van ernstig verbrande spruitjes. “Als ik het niet begrijp, dan badineer ik.” Een knuffelminderheid was met ernst en respect tegemoet getreden. Al begrijp je niet wat een groep mensen bezielt; het journalistieke metier eist dat men hen open, ja, tolerant tegemoet treedt. Martha Aalbers, Ede

De sneue Hollander

Het negatieve beeld van de Nederlander in het buitenland (‘De sneue Hollander’, HP/De Tijd, 19 december) wordt volgens mij door slechts één gegeven bepaald, namelijk de gespannen houding van de Nederlander met het begrip ‘traditie’. In de ogen van de Nederlander is traditie iets voor ouwe horken en daar worden we niet graag mee geafficheerd. Mensen in Nederland die nog iets van traditie in stand willen houden, worden vaak met enige minachting bekeken. Nieuwlichtende stromingen, zoals daar achtereenvolgens waren calvinisme, wetenschap, kolonialisme, luchtvaart, moderniteit, emancipatie, milieubeweging: we hebben er als een blind paard achteraangehold. Steeds weer opnieuw beginnend, steeds ook het kind met het badwater weggooiend. Nederland gidsland, Hollanditis. We hebben het allemaal zelf verzonnen en achteloos aangenomen dat de anderen dat ook wel zo zouden vinden. IJdele hoop van een ijdele natie.

In tegenstelling tot wat we dachten, hebben we slechts hoongelach over ons afgeroepen. De plek om de anderen de weg te wijzen, die plek komt ons dus gewoon niet toe. Het gewicht van Nederland in de wereld en in Europa is daarvoor gewoonweg te gering. Het zal wel een illusie zijn, maar het zou goed zijn als we eens wat meer traditie zouden koesteren en dan met name in dingen waarin we wél heel erg goed zijn, zoals ooit de woningbouw en de weg- en waterbouw. En de landbouw, die zich veel beter op hoogwaardige producten kan richten dan in competitie te zijn met de laagste van de lagelonenlanden. De landen om ons heen, ze koesteren hun tradities met verve en dragen dat ook uit. Wij voelen ons daarom niet echt thuis in Europa en zoeken onze bondgenoten overzee. Amerika, Canada, Israël, Zuid-Afrika, de soortgenoten waar we graag mee ‘anhauchen’. Natuurlijk zien de fellow Europeans dat ook en zullen ze niet nalaten ons ons gebrek aan traditie stevig onder de neus te wrijven, in ruil voor al die arrogante bedilzucht. En zo houden die vooroordelen dus nog wel enige eeuwen stand, sterker nog, ze zullen wel nooit verdwijnen.

Chris Ghijsen, Susteren

Renate Rubinstein

Naar aanleiding van de tekening van Waldemar Post bij het artikel over biografieën (HP/De Tijd, 5 december) moet ons van het hart dat de tekenaar er qua research niet veel van gebakken heeft. Ik bedoel de tekening van Renate Rubinstein waar zij in een rolstoel zit. Renate bewoog zich in huis en in het openbaar op een elektrische scooter en heeft nooit in een rolstoel zoals afgebeeld gezeten. Ze verafschuwde die zelfs hevig. Er zal ook geen foto te vinden zijn van haar in zo’n ding. Voor wetenschappelijk verantwoorde biografieën is het niet aan te bevelen uit het werk van de heer Post te putten.

Tamar en Maurits Rubinstein, Amsterdam

Prijspolitie

Met grote verbazing lazen wij de rubriek ‘Prijspolitie’ in HP/De Tijd van 28 november. U vermeldde dat Palthe in vijf jaar tijd een prijsstijging voor het stomen van een japon en pantalon heeft doorgemaakt van respectievelijk 76 en honderd procent. Deze voorstelling van zaken is onjuist. Het reinigen van een japon kostte bij Palthe in 1998 geen 12,50, maar 16,50, in 2000 bedroeg deze prijs 18,95. Het reinigen van een pantalon kostte bij Palthe in 1998 geen 7, maar 11,95. In 2000 bedroeg deze prijs 12,95. Indien u in een dergelijke prijsvergelijking onze naam noemt, maak de vergelijking dan ook op basis van onze prijzen die destijds golden, en niet met prijzen van andere stomerijen.

Krista Gerhartl, Palthe Stomerijen B.V.

De ama-lobby (2)

Met veel belangstelling heb ik uw artikel over de ama-lobby in Nederland gelezen (HP/De Tijd, 12 december). Met nog meer belangstelling heb ik de citaten gelezen van fysisch antropologen Van der Pas en Maat. Met name de opmerking over het ‘professioneel zieken’ van prof. dr Blickman, kinderradioloog in het U.M.C. Sint Radboud en het feit dat ‘radiologen alleen de neiging hebben te kijken naar radiologisch wetenschappelijke literatuur’. Wanneer een zo gevoelige kwestie als leeftijdbepaling van een ‘twama’ (twijfelachtige alleenstaande minderjarige asielzoeker) speelt, wil ik de heren fysisch antropologen toch adviseren in ieder geval zorgvuldig hun radiologisch wetenschappelijke literatuur te raadplegen of, wanneer dit voor hen niet mogelijk is, een MSRC-geregistreerde arts-radioloog te raadplegen wanneer zij deze dappere uitspraken doen.

Het lezen, beoordelen en interpreteren van een radiologisch onderzoek is een vak, geen hobby, die na het arts-examen minimaal vijf jaar opleiding vereist. Een en ander wordt door u bewezen door de knullige wijze waarop de illustratie bij het artikel is verzorgd. Er wordt een deel van een X-thorax (röntgenfoto van een sleutelbeen) getoond waarbij in plaats van de te beoordelen mediale epifysairschijf van de clavicula (de spleet of witte streep te midden van wat zwarte vegen, zit aan de voorkant van de borstkas) een vertebro-costaal gewricht (het gewrichtje van de rib en wervelkolom aan de rugzijde) wordt omcirkeld. Een fout die een (kinder)radioloog nimmer zou maken wanneer hij of zij deze opname zal beoordelen. Heren fysisch antropologen: het beoordelen van röntgenfoto’s is een vak dat specialistische medische kennis vereist die in ieder geval te vinden is in onze wetenschappelijke literatuur, ik betwijfel of uw ‘tal van anatomische studies naar de rijping van het sleutelbeen’ die uwes inziens niet in onze kraam te pas komen, u hieromtrent voldoende informeren.

W. Deserno, radioloog i.o., Arnhem

Grootstedelijke graaizucht

Deze week kregen wij uw artikel ‘Grootstedelijke graaizucht’ onder ogen (HP/De Tijd, 7 november). Verbaasd constateerden wij dat begraafplaats/crematorium De Nieuwe Ooster te Amsterdam op de derde plaats staat in de tabel van gestegen kosten voor een algemeen graf. Ons tarief zou zijn gestegen met 122 procent. Het tegendeel is echter waar. Over de periode 1998-2003 is het tarief voor een algemeen graf gestegen met slechts 9,5 procent; de laatste drie jaar heeft zelfs geen tariefsverhoging plaatsgevonden. Het misverstand berust op het feit dat HP/De Tijd is uitgegaan van een verkeerd (te laag) tarief voor 1998. Wij hechten eraan om dit misverstand recht te zetten, temeer daar ons bestuur (stadsdeel Oost/ Watergraafsmeer) er bewust voor heeft gekozen de tarieven voor een algemeen graf zo laag mogelijk te houden.

Marie-Louise Meuris,

directeur De Nieuwe Ooster, Amsterdam

Naschrift

De informatie over de kosten van een algemeen graf op De Nieuwe Ooster is telefonisch verstrekt door een medewerkster van deze begraafplaats zelf.

Moeders wil is wet (6)

Dr Ed Spruyt van het raadsrapport Het verdeelde kind heeft zijn anti-vadergezindheid ook eerder nooit onder stoelen of banken gestoken. Want hoewel 75 tot tachtig procent van de scheidingen door moeders worden geëist en vaders dan dus óf verstoten óf verlaten worden, placht Spruyt de afwezige vader standaard te omschrijven als de ‘vertrokken’ vader, alsof die uit zichzelf was opgestapt. Omgang tussen vader en kind vindt Spruyt ‘van weinig belang’ (Het zwarte schaap, 2003). Om de communicatie met hun ex open te houden, moeten vaders trouwens desnoods maar ‘door het stof’ (Een nieuwe start, 2001). Enzovoort. Kernpunt van Het verdeelde kind is de beleidsaanbeveling dat ‘chronisch ouderlijk conflict’ een wettelijke grond voor omgangsontzegging zou moeten worden. Reken maar dat dat omgangssabotage zou aanzuigen. Volgens de huidige wet mag omgang van ouder en kind helemaal niet ontzegd worden, behalve bij kinderbeschermende maatregelen – wat bij een doorsnee-echtscheiding niet aan de orde is. Daarom kan aan de Raad voor de Kinderbescherming ook maar beter de bevoegdheid worden ontnomen zich met doorsneescheidingen te bemoeien; dat zou dan voor het kabinet ook nog een mooie bezuinigingspost opleveren.

Nog een beter idee heeft de Belgische staatssecretaris voor het Gezin Isabelle Simonis, die naar een verblijfsco-ouderschap streeft, dat wil zeggen dat het kind als grondregel na scheiding even lang bij de ene als bij de andere ouder verblijft, afwijkingen van deze hoofdregel alleen in onderling akkoord. Dus niks meer verblijfouder en omgangsouder: men is getrouwd als twee gelijke mensen, dan kan men ook wel scheiden als twee gelijke mensen. Vrouwen zullen hier best aan wennen, zoals mannen er indertijd aan moesten wennen niet langer gezinshoofd te zijn.

R. van Altena, Oosterhout

Onderwerpen