Spring naar de content

Blij dat ik leef

In het abortusdebat wordt het belang van nooit-geborenen verdedigd. Dat is vreemd.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

Aan de abortuswetgeving wordt voorlopig niet getornd – wél neemt de ChristenUnie de gelegenheid van haar regeringsdeelname te baat om het onderwerp te herintroduceren in het maatschappelijk debat. Het is dus niet de bedoeling de abortuspraktijk te kortwieken (dat kan altijd later nog), maar mensen bewust te maken dat er andere oplossingen bestaan voor het probleem van een ongewenste zwangerschap. Het kind afstaan bijvoorbeeld. Deze boodschap wordt retorisch ingebed in een verhaal over afgedreven foetussen die zich misschien wel tot een tweede Mozart of Einstein hadden kunnen ontwikkelen. Stel je toch eens voor hoeveel potentiële genieën er wel niet wreed in de kiem worden gesmoord bij al die routineuze overtijdbehandelingen! Bij dit argument moet ik altijd denken aan het beroemde verhaal van Roald Dahl, waarin artsen vechten voor het leven van een zieltogende baby na een zware bevalling

“Gefeliciteerd, mevrouw Hitler, uw zoon zal leven,” luidt de slotzin.

Abortus is ellendig, maar de zwangerschap uitdragen en het kind vervolgens ter adoptie aanbieden misschien nog wel erger, zoals bleek uit diverse persoonlijke getuigenissen in de media. Ongewenst zwangere vrouwen die in de jaren vijftig en zestig gedwongen waren hun kind na de geboorte af te staan, bleven daar hun hele leven last van houden. De conclusie uit deze verhalen was even eenduidig als overtuigend: adoptie is geen goede oplossing.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Discussie gesloten, zou je zeggen. Maar nee, er mengde zich toch nog een andere belangengroep in het debat, en wel volwassen adoptiekinderen die zich verheugden dat ze niet geaborteerd waren. Wat hen betreft was de jaren-vijftigregeling voor gevallen meisjes prima in orde, anders waren zij er niet geweest! Dit is nu echt een argument uit het ongerijmde. Een variant erop hoor je ook weleens van gehandicapten of ouders van een kind met downsyndroom die zich verzetten tegen selectieve abortus van foetussen met een afwijking: “Als een foetus met een hazenlip mag worden afgedreven, betekent dat dat ik/mijn kind er niet had mogen zijn.”

Het argument ‘ik ben blij dat ik leef’ kan niet worden geherformuleerd als ‘ik had het vervelend gevonden als ik níet had geleefd’. Dat laatste is een volstrekt zinledige mededeling. Er bestaat een astronomische hoeveelheid potentiële mensen. Je hebt degenen die nooit geconcipieerd zijn, omdat de ene zaadcel net iets sneller was de andere, degenen die voortijdig in een spontane miskraam eindigden en degenen die bruut werden afgedreven. Niemand van deze imaginaire individuen heeft de pest in over gemiste kansen of is opgelucht aan de dans van het leven ontsnapt te zijn. Iets wat niet bestaat, houdt er nu eenmaal geen gevoelens op na.

Als iemand blij is met het leven, is dat fijn voor die persoon – geadopteerd of niet, gehandicapt of niet – maar die levensvreugde kan niet als lichtend voorbeeld dienen voor een willekeurige, ongewenste zwangerschap elders ter wereld. Het een heeft niets met het ander te maken. Van alle mensen die leven en geleefd hebben, zou niemand zijn gemist als hij nooit was geboren. Het was echt geen ramp geweest als Picasso of Newton of Jezus niet onder ons hadden vertoefd, want dan was er wel iemand anders geweest.

Onderwerpen