Spring naar de content

Argwaan & Wantrouwen

NRC Handelsblad publiceerde vorige week gegevens waaruit blijkt dat de hoogste ambtenaar van het ministerie van Justitie, ene Joris Demmink, per maand ongeveer 500 euro aan restaurantkosten declareert, ongeveer het dubbele van wat andere ambtenaren van zijn rang gemiddeld in rekening brengen. Vooral de drankcomponent van die bestedingen was aan de hoge kant, meldde NRC Handelsblad niet één maar wel acht keer, rijkelijk veel voor een bericht van zevenhonderd woorden. Heeft de redactie van NRC Handelsblad misschien kennis van een ‘drankprobleem’ bij deze ambtenaar? Dat kun je niet zomaar opschrijven, maar door om de vijf regels het woord ‘drank’ te laten vallen, kun je het natuurlijk wel suggereren. Toch lees ik dan geloof ik liever een krant die het gewoon zégt, hoe smadelijk ook.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Mag ik misschien proberen een aanvullende definitie van het begrip ‘populisme’ te geven? Zullen we het publiceren van feiten die machtsmisbruik suggereren, zonder verdere context of verklaring, er voortaan ook toe rekenen? Het zal veel journalisten blasfemisch in de oren klinken, maar zou ‘t niet beter zijn als journalisten dit soort ‘feiten’ soms níet publiceerden? Wat zegt u? Wel onderzoek doen, maar je bevindingen niet publiceren? Ja, dat zeg ik.

Welk doel dient de pers? De pers controleert de macht en dient daarmee het algemeen belang. Schandelijk hoge declaraties door overheidsdienaren zijn in strijd met het algemeen belang en dienen dus niet voor te komen. Maar als NRC Handelsblad minister Hirsch Ballin had gebeld en gezegd: “Ambtenaar D. declareert veel te veel en hij heeft een drankprobleem, grijp in, dan publiceren wij niet” – was het publieke belang ook gediend. En misschien wel méér.

Want hoe gaan die dingen nu? De media wobben onkos- tendeclaraties, dat is een hoop werk, dus als die bonnetjes er dan eindelijk zijn, moet er ook kopij van komen. Zie de zonnebril van Bos en het jacquet van Van Middelkoop. Zaken worden opgeblazen. Dat kan op twee manieren. De ene manier is om feiten groter voor te stellen dan ze zijn, de andere manier is om feiten niet te verklaren of in een context te plaatsen, zodat ze als het ware zichzelf opblazen. Een diner voor twee, twee flessen wijn, voor 100 euro! Ik geef toe, een fles wijn de man op een avond is flink, maar weten wij wat voor zware onderwerpen de directeur generaal van Justitie ‘s avonds bespreekt? Misschien zat hij wel met de Nederlandse Tony Soprano aan tafel.


“Heeft u al een keuze kunnen maken?”

“Eh, flesje huiswijn dan maar?”

“Ik mag uitsluitend Barolo van de dokter.”

“Maar…”

“Van al het andere word ik een beetje eh, op-vlie-gend.”

“Ah, juist, een fles Barolo graag.”

Als er werd onderhandeld over een miljoenenafdracht in het kader van de pluk-ze-wetgeving, was dat dineetje elke cent waard. En dat Tony Poldermans zo’n deal liever in Michelin-stijl sluit dan bij Van der Valk, is ook wel weer begrijpelijk. Bovendien: dat er een tweede fles op de rekening staat wil nog niet zeggen dat hij ook op ging. Bestel drie glazen los en je bent even duur uit, dat weet iedereen die weleens een restaurant bezoekt. Het kan natuurlijk zijn dat deze NRC-redacteur dat nog nooit gedaan heeft, maar dan schort er iets aan zijn opleiding. En was er dan geen eindredacteur te vinden die met mes en vork eet?

En dan die prijs. Vijftig euro per fles! Wijn gaat in Nederlandse restaurants zoals bekend ruim drie keer over de kop, dus het ging hier om flessen die bij Gall & Gall pakweg zestien euro kosten. Geen gangbare begeleiding voor andijviestamppot, maar op zondag bij een mooie lamsbout? Het kunnen natuurlijk ook salarisonderhandelingen zijn geweest met nieuwe topambtenaren, waarbij die wijn juist dient om de schade voor de schatkist te beperken.

Kortom, de functie van al deze flessen blijft een mysterie, maar de maatschappelijke barometer staat meteen weer op Argwaan en Wantrouwen. Allemaal graaiers en zakkenvullers, roepen de populistische stemmingmakers, van wie je zeker weet dat ze het minstens zo bont zouden maken als ze de kans kregen. Denk aan de LPF, denk aan GeenStijl, waar de term ‘subsidiehoer’ begeerde status en scheldwoord tegelíjk is.


Over de reputatieschade voor deze topambtenaar heb ik het maar niet. Die natuurlijk een drankzuchtige nietsnut kán zijn, maar voor hetzelfde geld (letterlijk) is het een zeldzame mannetjesputter voor wie zo’n onkostenrekening nog een koopje is. Een journalist die het algemeen belang werkelijk wil dienen, zoekt dat eerst allemaal uit voor hij publiceert. Of hij geeft voorrang aan de oplagecijfers, maar dat is iets anders dan het algemeen belang.

Onderwerpen