Spring naar de content

Exclusief: Erwin L. spreekt

Dat was even schrikken vanmorgen op de burelen van HP/De Tijd. Erwin L., die gisteren een lafhartige aanslag pleegde op niet alleen het staatshoofd maar feitelijk de hele monarchie, is een reageerder in onze panelen. Daarom een exclusief kijkje in het hoofd van de gestoorde onderdaan die zijn betekenisloze bestaan van glans trachtte te voorzien (dixit JP Geelen). Op donderdag 19 augustus, om 2.50 uur ‘s ochtends, tikte hij het volgende: “Bij deze wil ik een aanklacht indienen en Prins Bernhard beschuldigen van actief hoogverraad van de Nederlandse Strijdkrachten en landverraad.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Dit is zijn volledige reactie:

“Aanklacht 14 april 2010 ingediend bij politie in Lichtenvoorde. Aanslag van Karst Tates opgeeist door de M.L. via security check nummer(nummer verwijderd) 06-460595-06 begin_of_the_skype_highlightingtussen 15.00 uur en 16.00 uur bij Novum Nieuws, 112, GPD, ANP en de NOS op 30 april 2009, waarbij medeleven is betuigt aan de slachtoffers, maar ook aandacht is gevraagd voor het volgende:

1. Koning Willem I heeft zichzelf tot absoluut soeverein vorst benoemd (dictator)
2. Wilhelmina is of was geen dochter van Willem III en daarmee geen wettige en rechtmatige efgenaam voor de troonopvolging
3. Bernhard Zur Lippe Biesterfeldt heeft hoogverraad gepleegd van de Nederlandse Strijdkrachten voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog (onder meer directe familieleden als mijn grootvader op de Grebbe)

Ik doe aangifte van diefstal (Wetboek van Strafrecht artikel 310), hoogverraad (Misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, Wetboek van Strafrecht artikel 92-107a) en oplichting (Wetboek van Strafrecht, artikel 326) door de volgende daders:

• Beatrix Wilhelmina Armgard von Amsberg – Zur Lippe Biesterfeld (geboortedatum: 31-1-1938 / geboorteplaats: Baarn)
• Willem Alexander Claus George Ferdinand von Amsberg (geboortedatum: 27-4-1967 / geboorteplaats: Utrecht)
• Maxima von Amsberg – Zorreguieta
(geboortedatum: 17-5-1971 / geboorteplaats: Buenos Aires)

Bij deze wil ik de Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis ter discussie stellen. Bij deze wil ik de leden van het Koninklijk Huis beschuldigen van het onrechtmatig, onwetmatig en bovenal op onrechtvaardige (criminele) wijze verkrijgen, behouden en uitbreiden van macht, rijkdom en status door middel van grove schending(en) van de burger- en mensenrechten.

De volgende drie hoofdargumenten, criminele, valse en onrechtmatige daden en gebeurtenissen zijn hierbij van belang:
1. Koningin Wilhelmina (geboortedatum: 31 augustus 1880 / geboorteplaats: Den Haag) is of was niet de dochter van Koning Willem III, maar van de heer S.M.S. de Ranitz en daarmee niet de rechtmatige erfelijke troonopvolg(st)er volgens de wetten van Koning Willem I en/of de Nederlandse Grondwet van 1848 (Thorbecke).
2. Koning Willem I heeft zichzelf onrechtmatig, onrechtvaardig en op criminele wijze uitgeroepen tot absoluut soeverein vorst (koning = dictator) in strijd met de soevereiniteit van de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden, bekrachtigd door de (inter)nationale verdragen; Acte van Verlatinghe (Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring) van 26 juli 1581, het Eeuwig Edict (12 februari 1577), de Unie van Utrecht (23 januari 1579), de Justificatie of Deductie van 1587, de Vrede van Münster (15 mei 1648) en het Eeuwig Edict van 1667.
3. Het hoogverraad door Bernhard Zur Lippe-Biesterfeld van de Duitse democratische rechtstaat (Nacht Zur Lange Messen) en bovenal het hoogverraad van Bernhard Zur Lippe-Biesterfeld en de koninklijke leden van de Hoge Raad van Adel (Koningin Juliana & Koningin Wilhelmina) voor aanvang van en tijdens de Tweede Wereldoorlog van de Nederlandse Staat en de Nederlandse strijdkrachten en het verzet der L.O./L.K.P.

Eveneens is er hier duidelijk sprake van een voortdurend delict, namelijk een strafbaarstelling van een verboden toestand volgens de Nederlandse Grondwet van 1848, de Nederlandse Grondwet van 1983 en de Acte van Verlatinghe (Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring) van 26 juli 1581. Artikel 42 van de Nederlandse Grondwet betreffende de onschendbaarheid van de Koning is derhalve niet van toepassing sinds het overlijden van Koning Willem III en zelfs in strijd met de eerste tien artikelen van de Nederlandse Grondwet.

Naar mijn mening is de Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis op onrechtmatige en dus criminele wijze ingevoerd. Op welke rechtvaardige, historische en/of rechtmatige gronden kon Koning Willem I immers een absolute monarchie het Koninkrijk der Nederlanden ten faveure van hemzelf en zijn familie uitroepen?

Op 2 december 1813 heeft Koning Willem I zichzelf tot absoluut soeverein vorst (dictator) van het Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden uitgeroepen. Dit is in strijd met de historische wetten en de Acte van Verlatinghe (Nederlandse onafhankelijkheidverklaring) van 26 juli 1581 van de stadhouder Willem van Oranje-Nassau en de soevereine Staten-Generaal van de Republiek der (Zeven) Verenigde Nederlanden, bekrachtigd door het internationale verdrag de Vrede van Münster (15 mei 1648) tussen de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden en Spanje, waarbij de Nederlandse Staat(en) onafhankelijk en soeverein werd verklaard.

Op 30 november 1813 zette Koning Willem I na achttien jaar weer voet op de Nederlandse bodem vanaf een Engels fregat. In London was hij per brief uitgenodigd om als “soeverein vorst” de regering op zich te nemen. De brief was afkomstig van het driemanschap van 1813 (de Haagse notabelen Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg Stirum), maar feitelijk was dit slechts het excuus voor de staatsgreep, die door de Engelse geheime dienst in opdracht van de Britse Minister van Buitenlandse Zaken Castlereagh werd uitgevoerd.

Op 23 mei 1802 sluiten Frankrijk en Pruissen een verdrag, waarbij het vorstendom Fulda en een aantal andere gebieden aan voormalig stadhouder Willem V wordt toebedeeld. In december 1801 schreef Willem V de brieven van buitenplaats Oranienstein, waarin hij de Bataafse Republiek als wettig erkende. Hiermee deed hij afstand van al zijn rechten als erfstadhouder en voldeed de stadhouder aan de door Napoleon Bonaparte gestelde voorwaarden voor het verkrijgen van een schadeloosstelling. De erfprins Willem Frederik (Koning Willem I) en voormalig stadhouder Willem V aanvaardde van Napoleon de soevereiniteit over vorstendom Fulda als schadeloosstelling voor de in 1795 toegepaste verbeurdverklaringen in de Nederlanden.

De Franse Revolutie is begonnen met het verzet op 5 mei 1789 van de Derde Kamer van de Franse Volksvertegenwoordiging en had uitdrukkelijk niet het doel tot een hernieuwde dictatuur van de adel. Koning Willem I heeft alleen al hoogverraad gepleegd door samenwerking met Napoleon Bonaparte en de acceptatie van het vorstendom Fulda en gebieden als schadeloosstelling.

De Franse Revolutie was daarbij een politieke omwenteling in het laatste decennium van de 18e eeuw waarbij de Franse monarchie werd vervangen door een republiek. De macht en de privileges van adel en geestelijkheid werden teruggedrongen ten gunste van de geletterde burgerij. Als beginpunt geldt juni 1789, toen na meer dan 175 jaar de Staten-Generaal bijeen werden geroepen en op 14 juli de staatsgevangenis van Parijs, de Bastille, werd bestormd. Als einde van de revolutie beschouwt men de staatsgreep op de ’18e Brumaire’ in 1799 van Napoleon Bonaparte.

De Bataafse Republiek werd na de Bataafse Revolutie uitgeroepen op 19 januari 1795, één dag nadat stadhouder Willem V naar Engeland was gevlucht. Het grondgebied was gelijk aan dat van de gewesten van de voormalige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

De omwenteling van 1795 was in feite een herhaling van de omwenteling van de Patriotten, die in 1787 met behulp van een Pruisisch interventieleger was onderdrukt. Veel leiders van de Bataafse Republiek waren Patriottische politici, die in 1787 naar Frankrijk waren uitgeweken. Nu kregen zij, met Franse steun, de kans om alsnog hun idealen te verwezenlijken. In tegenstelling tot Frankrijk kreeg de nieuwe Republiek geen terreurregime of schrikbewind. In de Republiek stonden democratische principes hoog in het vaandel. De Nationale Vergadering, de eerste Nederlandse volksvertegenwoordiging, kwam op 1 maart 1796 voor de eerste maal in zitting bijeen.

In tegenstelling tot Frankrijk, waar de Franse Revolutie snel radicaliseerde en de guillotine overuren draaide, werden de revolutionaire veranderingen in de Bataafse Republiek relatief vreedzaam doorgevoerd. Het land was al tweehonderd jaar een republiek, en had dan ook maar weinig tegenstribbelende edelen die anders misschien ‘ingekort’ moesten worden.

Een klein deel van de Nederlandse adel gaat terug op middeleeuws adeldom, de zogenaamde bloed- of zwaardadel. Een voorbeeld van Noblesse d’épee (zwaardadel) zijn de grafelijke geslachten Van Rechteren en Bentinck, tevens de enige geslachten opgenomen in de Almanach de Gotha. De Almanach de Gotha is een almanak van adellijke geslachten die voor het eerst verscheen in 1763. In 1795 werden onder invloed van de denkbeelden van de Franse revolutie in de Nederlanden de standen en daarmee de adel afgeschaft.

Koning Willem I stelde onrechtmatig, onrechtvaardig en op criminele wijze bij soeverein besluit (24 juni 1814 nr. 10) de Hoge Raad van Adel (Collegie van Heraldie) in. In de Grondwet werd vastgelegd dat adeldom zou worden verleend door de Koning Willem I. Bij soeverein besluit (13 februari 1815, nr 60) werd bepaald op welke manieren adeldom verleend zou kunnen worden en enkele jaren later uitsluitend door erkenning, inlijving of verheffing. De term erkenning heeft betrekking op inheemse adel van vóór 1795, inlijving op oorspronkelijk buitenlandse adel, terwijl met verheffing geheel nieuwe adel werd gecreëerd.

De constitutie van 1814 onder leiding van Van Hogendorp voor een nieuwe Grondwet liet de absolute macht aan de Koning Willem I. Deze absolute soevereine macht had Koning Willem I min of meer opgedrongen aan en geëist van het driemanschap onder leiding van Van Hogendorp, dat zichzelf het Voorlopig Bewind noemde, als voorwaarde om naar Nederland terug te keren als vorst. Het bestuur over de financiën, buitenlandse betrekkingen, het land, de koloniën en de vloot kwam op die chantabele wijze allemaal in de portefeuille van de absoluut soeverein vorst. Men sprak van “restauratie”, maar in werkelijkheid werd een aantal waardevolle vernieuwingen die in de Franse tijd waren doorgevoerd, ongedaan gemaakt.

Zeshonderd zorgvuldig geselecteerde en “benoemde notabelen” kregen in maart 1814 een oproep over het ontwerp van de nieuwe grondwet hun stem uit te brengen. Eerder had de vorst (dictator) zelf op 14 februari al 600 personen aangewezen om deel uit te maken van een Grote Vergadering van Notabelen. Deze vergadering moest zich op 29 maart in de Nieuwe Kerk te Amsterdam uitspreken over de ontwerp-Grondwet.
Van de 600 uitverkorenen verschenen er 474. Sommigen bleven weg vanwege persoonlijke omstandigheden of ziekte (liefst 60 personen), terwijl drie benoemden al overleden waren. Een enkeling had geen vertrouwen dat vrijelijk over het ontwerp gesproken kon worden, en vreesde alleen ‘ja’ of ‘nee’ te mogen zeggen.
Het ontwerp werd met 448 tegen 26 stemmen aangenomen. Enkele katholieken vreesden overheersing door de Hervormden en wezen het ontwerp af. Een dag later werd Willem door de vergadering van notabelen ingehuldigd als soeverein vorst.

In de laatste maanden van 1814 en de eerste van 1815 werd de eenwording van de Nederlanden met België en Luxemburg in Wenen besproken tijdens het beroemd geworden congres van de Europese leiders. De Conferentie van Wenen werd abrupt afgebroken na het bericht, dat Napoleon Bonaparte van het eilandje Elba was ontsnapt. Op 18 juni 1815 lagen de legers rondom Waterloo en Napoleon Bonaparte had haast, want zolang de Pruissen niet waren gearriveerd, had hij alleen de westelijke geallieerden tegenover zich staan. Nog voordat deze slag bij Waterloo plaatsvond, had Koning Willem I (dictator) zich al vast uitgeroepen tot koning over het grote Nederland: België en Luxemburg incluis, een daad die later door de Europese staatshoofden werd bekrachtigd.

De inhuldiging van Koning Willem I in Brussel was geen feestelijke gebeurtenis. De verschillen tussen beide landen waren groot. Dat bleek wel tijdens de stemming over de nieuwe grondwet, die na de eenwording noodzakelijk werd. De beide kamers van de Staten-Generaal, waarvan alle leden benoemd door Koning Willem I, keurden het ontwerp unaniem goed.

Anders ging dat in België, waar het grondwetsvoorstel bij gebrek aan een parlement werd voorgelegd aan 1604 notabelen. Van hen brachten 1323 personen inderdaad een stem uit: 527 waren voorstander en 796 stemden tegen. Een duidelijke meerderheid wees het grondwet-ontwerp dus af.

Koning Willem I (dictator) bedacht een sluwe valse oplossing voor de patstelling, die nu was ontstaan. Koning Willem I bestudeerde de tegenstemmen en ontdekte dat 126 stemmers als belangrijkste bezwaar de bepalingen over de godsdienst hadden genoemd. Deze 126 tegenstemmers werden ineens geacht door deze bepalingen voorgestemd te hebben en diegenen, die geen stem hadden uitgebracht, werden opeens ook bij de voorstemmers meegeteld. Op deze wijze werd een ruime meerderheid, die het grondwet – ontwerp afwees opeens een door de dictator gecreërde meerderheid voor het grondwet – ontwerp.

Vanaf 1813 voerde Willem Frederik van Nassau-Dietz (valselijk Oranje-Nassau) de titel van absoluut soeverein vorst over de Nederlandse Staat. Deze Willem Frederik van Nassau-Dietz (24 augustus 1772-12 december 1843) stamt af via zijn voorvaderen van uiteindelijk Ernst Casimir (22 december 1573 – 2 juni 1632), graaf van Nassau-Dietz. De vader van Ernst Casimir, graaf van Nassau-Dietz is Jan VI van Nassau-Dillenburg (22 november 1535 – 8 oktober 1606).

Deze Jan VI van Nassau-Dillenburg verliet de Nederlanden in 1580 nota bene omdat hij zich niet kon vinden in de Fransgezinde politiek van zijn broer Willem van Oranje-Nassau. Stadhouder Willem van Oranje-Nassau en Jan VI van Nassau-Dillenburg hadden diepgaande religieuze en politieke meningverschillen. Daarmee stammen Koning Willem I, Koning Willem II en Koning Willem III zeker niet af van rebellenleider Willem van Oranje-Nassau. Het elfde kind van Jan VI van Nassau-Dillenburg, de broer van stadhouder Willem van Oranje-Nassau was Ernst Casimir, graaf van Nassau-Dietz.

Koning Willem I kan dan ook beschouwd worden als een verlicht despoot. Despotisme is een regeringsvorm, waarbij één persoon of een kleine groep personen absolute macht heeft, die naar willekeur kan worden toegepast. Het gaat hierbij dus om een autocratie, oligarchie, tirannie of dictatuur. Er is geen mogelijkheid voor discussie, er is geen volksvertegenwoordiging en er zijn geen politieke partijen. Kritiek en verzet wordt afgestraft. Een verwante term is het verlichte despotisme. De oorsprong van deze staatsvorm ligt in de Verlichting, een politiek-filosofische vorm in de 18e Eeuw.

Bij het verlicht despotisme voerden absolute monarchen sociaal politieke hervormingen door in hun rijken, dus was er sprake van een totalitaire dictatuur. Deze totalitaire dictatuur heeft een ondemocratisch karakter, waarbij er geen of onvoldoende scheiding is van de machten: de wetgevende macht, de rechterlijke macht en de uitvoerende macht.

In de meeste dictaturen is er sprake van systematische onderdrukking van tegenstanders van de dictator en andere andersdenkenden, bijvoorbeeld door ze gevangen te nemen of zelfs te vermoorden. Een onafhankelijke rechtspraak waarop men een beroep kan doen is misschien in de theorie nog aanwezig, maar in de praktijk is deze uitgeschakeld en ondergeschikt aan de wil van de dictator.Vaak komen dictaturen tot stand door een (militaire) staatsgreep of een burgeroorlog.

Koningin Wilhelmina stamt echter niet af van Koning Willem III en dus ook niet van Koning Willem I, zoals in de Nederlandse Grondwet voor erfopvolging van de troon vermeld staat. Koningin Wilhelmina is een dochter van Emma van Waldeck-Pyrmont en S.M.S. de Ranitz. Het huwelijk tussen Koning Willem III en Emma van Waldeck-Pyrmont is onder valse voorwendselen gesloten om voort te borduren op de valse beloning van het instellen van een dictatorschap door Koning Willem I en consorten.

Ik stel dat de Koninklijke familie onwettig c.q. onrechtmatig haar rol vervult in de Nederlandse samenleving. Tevens stel ik dat zij onrechtmatig gelden uit de Nederlandse staatskas ontvangen. Uit feiten is mij bekend, dat de huidige koninklijke familie niet de rechtmatige troonopvolgers zijn. Naar mijn mening is dit middels een dna – onderzoek aan te tonen en onomstotelijk overtuigend te bewijzen. Ik vind dit diefstal, hoogverraad en oplichting en doe derhalve aangifte.

Daarbij is voor mij de spreekwoordelijke druppel, die de emmer doet overlopen, het hoogverraad van de Nederlandse en Binnenlandse Strijdkrachten en dus wederom onder meer mijzelf en mijn familie voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog voor de Nederlandse natie door Bernhard Zur Lippe-Biesterfeld. Bij beide families waren vele familieleden (minimaal circa twintig van de families Zur Lippe-Biesterfeld / van Waldeck-Pyrmont) actief en zeer fanatiek betrokken bij het Nazi-regime en bekleden hoge functies bij de SS en andere soortgelijke organisaties tot het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Bij deze wil ik een aanklacht indienen en Prins Bernhard beschuldigen van actief hoogverraad van de Nederlandse Strijdkrachten en landverraad (Wetboek van Strafrecht artikel 92-107a).

In deze aanklacht wil ik de Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis ter discussie stellen. Bij deze wil ik de leden van het Koninklijk Huis beschuldigen van onrechtmatig en bovenal op onrechtvaardige (criminele) wijze verkrijgen, behouden en vergroten van macht, rijkdom en status.

Willem van Oranje en de Staten-Generaal hebben op verschillende wijze, onder meer met de Justificatie of Deductie, de soevereiniteit uitgeroepen van een democratische rechtstaat, de Staten, de Republiek der (Zeven) Verenigde Nederlanden (Verenigde Provinciën).

Daarbij is Koning Willem I op geen enkele wijze familie of nazaat van Willem van Oranje en kon dientengevolge op geen enkele rechtmatige, historische of rechtvaardige wijze aanspraak maken als machthebber van Nederland en in feite een dictatuur instellen.

Op deze wijze is de Trias Politica, te weten de wetgevende, uitvoerende en controlerende macht op dit moment gedwongen om mijn aanklacht in mijn contra onderzoek op serieuze en rechtvaardige wijze te behandelen en strafrechterlijk te onderzoeken. De uitkomst kan naar mijn mening niet anders zijn, dan dat alle leden van het Koninklijk Huis abductie doen van hun oneerlijke recht op macht via de onrechtvaardige onrechtmatige ondemocratische Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis op hun macht en status en een deel van hun ongelijkwaardige rijkdom en dat de ceremoniële vacature functie wellicht op democratische wijze in de toekomst met een bepaalde maximum termijn wordt ingevuld.
Inmiddels zijn door mij ook andere zaken geconstateerd, namelijk:
• Dat mijn grootouders en overgrootouders actief betrokken waren bij het verzet der L.O. en de verdediging van Nederland bij de Nederlandse Strijdkrachten tijdens de Tweede Wereldoorlog.
• Dat het faillissement (of gedwongen verkoop) van de boerderij `t Hinkamp/`t Heenkamp van mijn grootvader en mijn ouders onrechtvaardig is en voor een belangrijk deel de waarschijnlijk directe of indirecte belangrijkste oorzaak (kans minimaal 10% tot en met 100%) van het overlijden van mijn moeder bij zelfdoding.

Wijlen Prins Bernhard Zur Lippe Biesterfeld heeft mijn grootvader Gerrit Willem (Gerhard) L., Marcelis Adolf (Max) de Vries en andere Nederlandse Strijdkrachten lafhartig verraden. Tijdens de strijd om de Grebbeberg kwamen 424 man om het leven, waaronder Marcelis Adolf de Vries op 13 mei 1940. In totaal kwamen circa 2300 Nederlandse militairen om het leven tijdens de Duitse invasie in mei 1940. Verder hebben Prins Bernhard Zur Lippe Biesterfeld en Erfprinz Zur Waldeck Pyrmont de democratische Duitse rechtstaat met actieve betrokkenheid verraden bij de Nacht Zur Lange Messen.

De adel en de bankiers hebben dan ook een grote belangrijke rol gehad bij het aan de macht brengen van Adolf Hitler, de Nazi partij in Duitsland en Mussolini in Italië en het omver werpen van de democratische Europese rechtstaten. De instelling van de Hoge Raad van Adel door Koning Willem I en het zichzelf uitroepen tot absoluut soeverein vorst is in strijd met de Acte van Verlatinghe (Nederlandse soevereiniteitverklaring en onafhankelijkheidverklaring), het Eeuwig Edict, de Vrede van Münster, de Justificatie of Deductie en de Unie van Utrecht.

Op geen enkele wijze heeft de huidige Nederlandse “koninklijke familie” recht op hun huidige status, macht en rijkdom. Daarmee beschuldig ik de leden van het Koninklijk Huis rechtmatig, rechtvaardig, moreel en in historisch perspectief van hoogverraad, landverraad, politieke corruptie, diefstal en als criminele organisatie, namens de Nederlandse samenleving en de Nederlandse democratische rechtstaat.

etc. etc. etc.
http://www.prorepublica.nl
http://www.tomcouzy-weblog.nl.”

Erwin L.19-08-’10 02:50

Onderwerpen