Spring naar de content

Laat die dieren toch uitsterven

Tot het laatst toe hebben we schildpad Lonesome George in leven gehouden. We doen heel erg ons best om zeeschildpad Flip een mooi leven te geven. Lovenswaardig, maar moeten we altijd alle flora en fauna willen redden?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Mark Traa

Iedere natuurbeschermer heeft de mond vol van biodiversiteit: de verscheidenheid der soorten. Die moet zo groot mogelijk zijn. Niemand wil dat er in Nederland alleen nog mussen rondvliegen en verder niks. Maar natuurbeschermers willen ook het liefst dat alle soorten in hun eigen omgeving worden behouden. Voorbeeld: op de Sallandse Heuvelrug loopt en fladdert ongeveer een dozijn korhoenders rond. De populatie is daarmee bijna uitgestorven.

Een korhoen mannetje
Waarom negentigduizend euro uitgeven om een dozijn korhoenders op de Sallandse Heuvelrug te redden terwijl er miljoenen van die beesten elders in de wereld rondlopen?

Zweedse korhoenders
Natuurbeschermers vinden dat erg. Daarom importeerden ze enkele Zweedse korhoenders, in de hoop dat die hun Nederlandse collega’s gaan bezwangeren. Het project, dat twee jaar duurt, kost negentigduizend euro. Of dat zonde geld is valt moeilijk te beoordelen, maar feit is dat er wereldwijd vijftien tot veertig MILJOEN korhoenders zijn. Moeten we dan werkelijk alles uit de kast halen om dat handjevol Nederlandse verstekelingen te redden? Of moeten we korhoenders maar gewoon aan andere landen overlaten, omdat de beesten daar kennelijk liever wonen?

Topje van de ijsberg
Onderzoekers hebben wereldwijd zo’n anderhalf miljoen diersoorten beschreven. Dat is het bekende topje van de ijsberg: schattingen leren dat er vijf tot dertig miljoen soorten méér zijn. Het zijn er zó veel dat het 184 miljard euro zou kosten om ze allemaal op te sporen. Circa drieduizend soorten zouden met uitsterven worden bedreigd, en dat uitsterven gebeurt in een hoger tempo dan vroeger, maar om de haverklap worden er ook nieuwe ontdekt.

Je kunt gerust zeggen dat Lonesome George al door een nieuwe soort was vervangen voor hij goed en wel zijn laatste adem had uitgeblazen. Natuurlijk, niet door een nieuw ontdekte schildpad, maar het verscheiden van een schildpad moet wel in het licht worden bezien van de ruim driehonderd soorten die er nog over zijn. En vooral in het licht van de evolutie, die zwakke beesten nu eenmaal al miljarden jaren lang genadeloos afstraft. Dat is voor mensen misschien moeilijk om aan te zien, maar dat is dan ook het verschil tussen mens en dier.

We gaan hier niet ontkennen dat mensen een duidelijk aanwijsbaar aandeel hebben in het uitsterven van diersoorten (vraag dat maar aan de neushoorns) maar er zijn misschien soorten die niet tot elke prijs voor elke lokatie behouden hoeven te blijven. De korhoenders zijn daarvan een mooi voorbeeld. En neem de boommarter: in Nederland staat hij op de Rode Lijst, maar kennelijk leeft hij gewoon liever in Rusland; daar zijn er zeker 170.000 van. Hun wereldwijde aantal is stabiel. De bever dan? In Nederland is hij na een moeilijke tijd weer in opkomst, maar onze populatie valt vooralsnog in het niet bij de Europese: ruim zevenhonderdduizend stuks and rising. Stel dat die Europese toename aanhoudt en de bever in Nederland uitsterft, wat is er dan per saldo verloren?

Bas Haring
Dan is er ook nog het verschijnsel van uitgestorven dieren die bij nadere beschouwing toch niet uitgestorven blijken te zijn. De aarde is namelijk groot. Heel groot. Maar elke nuancering op de natuurbeschermingsdrift ligt extreem gevoelig, zoals filosoof Bas Haring al ondervond. En hij vroeg zich alleen maar hardop af of het zo erg is dat bepaalde diersoorten uitsterven. Je kunt dus gewoon persoonlijk worden bedreigd wanneer je niet in de pas loopt met het gedachtegoed van de natuurbeweging.

Maar wat is er verkeerd aan om onszelf eens af te vragen of het nu werkelijk nodig is dat een land alles in het werk moet stellen om binnen de eigen grenzen een grote verscheidenheid aan flora en fauna te handhaven? Waarom moeten we op ons grondgebied per se een bosje beschermen terwijl er op fietsafstand aan de andere kant van de grens uitgestrekte wouden staan? Waarom moeten we koste wat kost planten en dieren behouden die elders in de wereld in overdaad aanwezig zijn?

Wie door een mondiale bril naar de natuur kijkt, en dat is verstandig omdat de natuur zich niets aantrekt van landsgrenzen, zou beheer en bescherming misschien heel anders organiseren. Dan zou er wellicht meer worden geredeneerd vanuit het belang van de natuur dan vanuit het belang van de mens.