Financieel klachteninstituut Kifid is niet wat het lijkt
Het Financieele Dagblad publiceert vandaag de uitkomsten van een eigen onderzoek naar de mate waarin klagende particulieren door financiële instellingen worden behandeld. De uitkomsten zijn niet best maar dat kan niemand verbazen.
Al lang geleden is in Nederland het Kifid opgericht. De website oogt vertrouwenwekkend, dit is het Kifid, volgens zichzelf:
Welkom bij Kifid: het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening. Wanneer u een klacht hebt over financiële producten of diensten, kunt u bij ons terecht. Wij bemiddelen in geschillen tussen consumenten en banken, verzekeraars, intermediairs en andere financiële dienstverleners.
Financiële dienstverleners en de Consumentenbond waren de oprichters, het ministerie houdt een oogje in het zeil. Als u een klacht heeft over een bank, verzekeraar of vermogensbeheerder, dan kunt u ‘m door het Kifid laten beoordelen. De regels schrijven voor hoe u het eerst rechtstreeks met uw dienstverlener formeel moet hebben geprobeerd. Pas als dat niks oplevert neemt het Kifid uw klacht in behandeling, tegen een minimaal tarief dat meer bedoeld is als drempel en om niet bedolven te raken onder een stortvloed van onzin.
De financiële toezichthouder AFM controleert of financiële dienstverleners bij het Kifid zijn aangesloten. Ook dat klinkt vertrouwenwekkend. Maar dan komt het. Het Financieele Dagblad meldt dat je als dienstverleners weliswaar aangesloten kan zijn maar dat dit op zichzelf niks zegt. Want je kunt een uitspraak van Kifid als bindend accepteren. Of niet als bindend. In dat laatste geval heeft de benadeelde klant dus een tijdrovend traject doorlopend dat mogelijk resulteert in een voor hem gunstige uitspraak. Om vervolgens vast te moeten stellen dat je dienstverlener je ermee het bos instuurt. Dan rest je niks anders dan alsnog de gang naar de rechter die met het Kifid nu juist zoveel mogelijk voorkomen moest worden.
Het is nog erger. Financiële dienstverleners pronken in hun ronkende marketinguitingen met het lidmaatschap, daarmee vertrouwen oproepend. Zoals u hierboven kunt lezen zegt dat lidmaatschap helemaal niks, een uitspraak in het nadeel van zo’n bedrijf kan net zo goed waardeloos blijken te zijn. Helemaal ongelooflijk wordt het als blijkt dat een financiële dienstverlener, lid van het Kifid, van het ene op het andere moment zijn status van ‘bindend’ in ‘niet-bindend’ kan veranderen.
Hoe komt het toch dat ons vertrouwen in de financiële wereld maar niet wil toenemen?
