Spring naar de content

De ‘Federer Moments’ van David Foster Wallace

“I submit that tennis is the most beautiful sport there is and also the most demanding.” – David Foster Wallace (‘The String Theory’. In: Esquire, 1995)Het is zomer 1995.
De Amerikaanse schrijver David Foster Wallace is als journalist van Esquire aanwezig bij de kwalificatiewedstrijden van de Canadian Open. Hij bezocht wedstrijden, sprak met spelers en haalde herinneringen op aan zijn eigen spel: Wallace was zelf tot in zijn puberteit een veelbelovende tennisser geweest.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

De mooiste sport die er bestaat
Tenminste, dat dacht hij zelf. Zijn werkelijk niveau was dat van een regionale subtopper die van zichzelf dacht dat hij ‘het’ in zich had, simpelweg omdat hij nooit ervaren had wat het was om te spelen tegen mensen van een ander niveau, een niveau waarvoor hij de nodige fantasie nodig had om te begrijpen hoe hoog het eigenlijk wel was.
Met een combinatie van verbijstering en bewondering is Wallace getuige van de wedstrijd tussen Michael T. Joyce  en Dan Brakus, vergeten of zelfs nooit bekend geworden tennissers die zich een loopbaan lang hebben moeten behelpen in de kelder van het wereldtennis. En toch, zo stelt Foster Wallace vast, is het spel dat Brakus en Joyce voor hem ontvouwen van een volstrekt andere orde dan welke tenniswedstrijd hij ooit maar heeft gespeeld.
Tennis, zo stelt de schrijver van The Pale King, is niet alleen de mooiste sport die er bestaat, maar ook de meest veeleisende. Je hebt lichaamscontrole nodig, oog-handcoordinatie, snelheid, uithoudingsvermogen en een vreemde combinatie van voorzichtigheid en driestheid.

Schoonheid van de universele soort
Tien jaar later
Dit keer is Wallace niet op de Canadian Open, maar op Wimbledon, de tennistempel van aardbeien met slagroom, lijnrechters met lange rokken en Tim Henman. De plaats waar de Britse upper lip zich van z’n stiffste kant laat zien en bovendien de plek waar ieder jaar witte magie wordt bedreven door een handjevol tennissers die dingen doen die de rest van het jaar onmogelijk lijken. Wallace, afkomstig uit het land van de US Open, een rumoerig pizzarestaurant vergeleken bij de haute cuisine van Wimbledon. Hij beschrijft het Londense toernooi als een autoriteit die al zijn diploma’s aan de muur van z’n kantoor heeft gehangen: iedere keer als je hem ontmoet, sta je oog in oog met zijn superioriteit.

Wallace is door The New York Times naar Wimbledon gestuurd om verslag te doen van Roger Federers verwachte tovenarij. Daar, uitkijkend op de zorgvuldig gecultiveerde sprietjes van het Centre Court, beleeft Foster Wallace een van zijn Federer Moments: momenten die een mengeling zijn van genot en onbegrip en die nog eens versterkt worden als je zelf gesport hebt en ook maar een flauwe notie hebt van de onmogelijkheid van wat die man in het wit daar op een paar meter afstand staat te doen.
Federers schoonheid is van het universele soort, aldus Foster Wallace. De kracht en aantrekkingskracht ervan overstijgen de grenzen van geslacht of culturele normen. Een kinetische schoonheid, noemt de schrijver het.

Wallace beschrijft hoe Federer op komt lopen, in zijn karnemelkkleurige trainingsjack dat alleen hij kan dragen zonder eruit te zien als een totale gek.
Op zijn gelaat ontwaart hij voortdurend een afwezige glimlach.
Wat volgt is een tot mislukken gedoemde poging om Federers techniek te omschrijven. Wallace beschrijft diens slag tot op de nanoseconde, ontleedt iedere beweging van het Zwitserse lichaam zo nauwkeurig dat het lijkt alsof hij bezig is gegevens te verzamelen voor een biomedisch essay over “de arm”.

The most demanding
Over anderhalf jaar is het weer tien jaar later.
Wallace zal niet maar naar Wimbledon, of naar God weet welk ander toernooi, afreizen om de sublimatie van het tennis in Federer te zien weerspiegelen: de chronisch depressieve schrijver verhing zichzelf in de indian summer van 2008. Wat rest is een indrukwekkend, komisch en niet zelden uiterst ingewikkeld oeuvre. En de gedachte die altijd terugkeert als Roger Federer ergens ter wereld op een tennisbaan staat: ‘I submit that tennis is the most beautiful sport there is and also the most demanding.’