Spring naar de content

Oma WhatsAppt sinds kort ook

Er zitten vijf vrouwen aan tafel, ze zijn rond de vijfenzestig. Eentje is denk ik eerder vijfenzeventig. Ze lunchen samen met pompoensoep en een glas witte wijn. En ze kletsen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Pauline Bijster

Ineens veert een met een wit jasje aan, op: “Ik heb een smartphone aangeschaft!”
“Een wát?” zegt een ander.
“Wat zeg je?”
“Een smartphone!”

Ze beginnen door elkaar heen te praten en gaan op het puntje van hun stoel zitten. Blijkbaar is dit spannend nieuws. Of ze kunnen het gewoon niet zo goed horen.
Het witte jasje graait in haar tas om haar nieuwe telefoon erbij te pakken.
“Kijk, zo’n ding!”
“Ach” en “Jee” en “Gut” zeggen de anderen.
“Laat eens zien!”
“En wat kun je daar allemaal mee?” vraagt een.
“Je kunt er álles mee! Alles.” Zegt een ander.
Door elkaar heen beginnen de dames op te noemen wat je met zo’n smartphone kan. Wat ze erover hebben gelezen tenminste, want zij hebben het allemaal niet.
“Je kunt ermee bellen. Fotograferen. Alles.”

Over het scherm schuiven
“Snap je hem?”
“Nee, niet echt,” geeft het witte jasje toe. “Ik snap het nog niet echt.”
“En hoe gaat het aan?”
“Je moet over het scherm schuiven,” zegt het witte jasje. Ze laat het zien.
Het handigste vindt ze WhatsApp. “Je kunt whats-eppen, hè.” De andere vier dames luisteren. Ze vertelt hoe haar kleinkinderen dat doen: televisie kijken en ondertussen whats-eppen. In hun eigen huizen kijken ze naar de Olympische Spelen en in een Whatsapp groep praten ze erover. In hun speciale ‘Sotsji whats-epp groep’, dat vond oma zo leuk eraan. Toen mocht ze ook in de groep.
“Je kunt ook een foto in Whats-epp zetten,” vervolgt ze.

Mee in de vaart der volkeren
“Heb je nu internet?” vraagt iemand haar.
“Nee, ik geloof het niet, ik heb een heel goedkoop abonnement.”
“Heb je al apps?” vraagt een ander. Het is een beetje alsof ze allemaal zestien zijn en eentje net heeft opgebiecht dat ze verkering heeft met de buurjongen. En ze de eerste is van hun vriendinnengroepje met verkering.
“Nog niet zo veel apps hoor.”
“Die zijn toch heel duur?”
“Veel kun je gratis krijgen.”
Een mevrouw met een paars jasje vertelt hoe ze heeft gelezen in de krant dat er allemaal problemen van komen. Concentratieproblemen. De jeugd hè. Er volgt een gesprek over de nadelen van een smartphone. Gelukkig hebben zij daar geen last van.
“Nouja, ik wil mee in de vaart der volkeren,” zegt de vrouw met het witte jasje en de smartphone verontschuldigend.
De andere gaan alweer verder, en praten over andere dingen die de vier, die niet meegaan in de vaart der volkeren, nog interessanter vinden. Een nieuwe televisieserie van de VPRO. En de treintijden.
De mevrouw met de smartphone houdt haar mond.

Voor het afspreken van de volgende keer dat ze samen kunnen lunchen, pakken de vijf dames allemaal hun papieren agenda erbij.

Ik denk altijd dat iedereen een smartphone heeft, maar veel mensen hebben er natuurlijk nog geen. Vorig jaar is het aantal smartphonegebruikers gestegen van 7 naar 8,5 miljoen volgens een onderzoek van marktonderzoeker GfK. Op dit moment heeft zo’n 67% van de Nederlandse bevolking een internettelefoon, dat is een iets groter percentage dan mensen met een computer thuis (65%).