Spring naar de content

Waarom Joris Demmink weinig te vrezen heeft van eerste getuige

“Ik weet honderd procent zeker dat ik voor mijn gevoel twee keer bij Joris Demmink in de auto heb gezeten.” Dat wist getuige ‘Bart’ na vier uur verhoren tal van onzekere uitingen ineens uit te brengen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Peter Olsthoorn

Toine Heijmans en Elsbeth Stoker verslaan in de Volkskrant de getuigenis van ‘Bart’, die in Amsterdam in de verschrikkelijke jongensprostitutie kwam na zijn ouderlijk huis in Limburg ontvlucht te zijn.

Demmink komt pas na vier uur verhoren – met onderbrekingen – ter sprake. Vanuit de Festival Bar was een afspraak voor hem gemaakt met een man in een auto.

“Hij zat in een donkere wagen met chauffeur. Ik zei: ik ben Bart. Hij zei: ik ben Joris. Toen begon hij aan mij te zitten. Hij wilde seks. Ik kreeg 250 gulden, een paars briefje…

Hij had een donker pak aan en had donker haar. Hij was normaal groot.”

Op de vraag van de rechter-commissaris of hij zeker weet dat deze man Joris Demmink was, volgt het antwoord: “Daar kwam ik achter in 2003, toen ik een artikel in de Panorama las over het Anne Frankplantsoen in Eindhoven…Ik weet niet of Demmink in dat stuk genoemd werd. Misschien stond er een foto bij met een balkje voor zijn ogen. Dat kan ik me niet meer herinneren.”

Om toch te eindigen met: “Ik weet honderd procent zeker dat ik voor mijn gevoel twee keer bij Joris Demmink in de auto heb gezeten.”

Van Basten
We spreken over 1988, 25 jaar na dato. Wat weet de gemiddelde mens nog van dat jaar? Ja, ‘we’ werden Europees kampioen na die fantastische goal van Van Basten. Ik moet dat jaar examen hebben gedaan en in militaire dienst zijn gegaan.

Maar, eerlijk gezegd, stoelt mijn feitenkennis over het EK nu op mijn aloude geheugen of op de talloze terugblikken van vorig jaar op tv? Bart sprak ook over een kwart eeuw geleden, een traumatische situatie, waarvan de herinnering tot stand komt via een artikel vijftien jaar later.

Maar van de diploma-uitreiking in 1988 herinner ik me nog het meisje met wie ik halfdronken het grote feest afsloot en zelfs de muziek waarop we daarvoor gingen ‘slijpen’. (Via Google leer ik nu dat ze een vermaard medisch onderzoeker is.)

Erotiek, dat herinner je je nog, afhankelijk van de mate van bedwelmende middelen die in het spel waren. En gedwongen misbruik als jongen van veertien jaar? Niet mijn vakgebied gelukkig, reden genoeg om er prudent mee om te gaan.

Maar louter juridisch is zo’n getuigenverklaring zwak. Zonder aanvullende getuigenissen van diezelfde gebeurtenis of hard bewijs bij dit soort getuigenissen zal Joris Demmink vrijuit gaan in de strafzaak die later in Arnhem dient. Wel kan deze getuigenis wellicht tot andere getuigen leiden, bijvoorbeeld de chauffeurs van Demmink.

Het is nog slechts de eerste indruk uit het getuigenverhoor op grond van verdenking van pedoseksuele misdaden begaan door Joris Demmink voor de rechtbank Utrecht van stichting De Roestige Spijker van voorzitter Robert Rubinstein.

Dit soort openbaringen leidt soms tot nieuwe aanknopingspunten. Te achterhalen is wie de chauffeur was, en of hij nog leeft. Maar hij was, hopelijk voor hem, even een bakkie gaan doen terwijl zijn baas – wie het ook geweest moge zijn, want dat is allesbehalve ‘100 procent’ helder – zijn gerief beklonk met een paars briefje.

Meer en meer worden dit soort zaken – zie ook het proces tegen Oscar Pistorius – een kwestie van voor- en tegenstanders, van kampen. Alles wordt amusement, of politiek, of beide. Jammer voor de rechtsstaat? Bemoeilijkt dit dat het recht zijn loop krijgt?