Spring naar de content

Waarom donderdag het einde van het open internet kan aanbreken

Donderdag 3 april kon wel eens een inktzwarte dag worden voor het Europese internet: dan stemt rond 12.00 uur het Europees Parlement over netneutraliteit in dit werelddeel. En dat voorstel is niet onomstreden. Dikke kans dat u binnenkort extra moet gaan betalen voor diensten die veel bandbreedte vragen. Het einde van het open internet.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Geert Poorthuis

Netneuraliteit betekent dat providers zoals Ziggo, UPC en KPN alle internetverkeer gelijk moeten behandelen. In de twee decennia van het bestaaan van het internet is dat altijd de standaard geweest. Maar de laatste jaren zijn er veel ‘zware’ diensten bijgekomen, Netflix en Spotify bijvoorbeeld. De Europese providers willen de gelegenheid hebben om voor het doorgeven daarvan extra geld te vragen aan de aanbieders en uiteindelijk dus aan de consument. Dat betekent dus ook dat ze daarmee andere diensten ‘afknijpen’. Daarover woedt deze week in het Europees Parlement in Brussel het debat.

Voorstel van Neelie Kroese
Nu heeft Nederland als een van de weinige landen in de wereld (samen met Slovenië en Brazilië) wel strikte netneutraliteit in de wet opgenomen maar de Europese wetgeving, die waarschijnlijk minder streng zal zijn, zal die vermoedelijk vervangen. Zoals de zaken er nu voorstaan gaat het EP (op voorstel van onze eigen Neelie Kroes) wel netneutraliteit garanderen, maar het voorstel bevat zoveel uitzonderingen dat providers er een aardig verdienmodel aan vast kunnen plakken. En dat moet ook wel, vinden ze, want anders zijn ze niet in staat om vernieuwende infrastructuur aan te leggen.

Wat daarvan de gevolgen zijn is nu al waar te nemen in de Verenigde Staten: daar betaalt bijvoorbeeld Netflix (dat sinds kort ook in dit land actief is) verschillende providers om een haperingsvrije doorgifte van de series en films te kunnen garanderen. Maar dat betekent wel dat die providers, die met een beperkte bandbreedte te maken hebben, andere internetdiensten minder ruimte moeten geven. En in theorie zelfs kunnen besluiten om bepaalde diensten helemaal te staken. Wie geld heeft mag het internet op met zijn bedrijf. Wie dat niet of nog niet kan betalen krijgt die gelegenheid niet.

Einde van Whatsapp?
Een dreigend voorbeeld daarvan zagen we recent ook in Nederland waar KPN van zins leek de doorgifte van Whatsapp voor zijn klanten te staken. Zogenaamd omdat het zoveel capaciteit van het net zou opvreten maar natuurlijk vooral omdat het telefoonbedrijf van de berichtenmarkt wordt weggevaagd door het (nog wel) gratis Whatsapp. Dankzij onze eigen Nederlandse wet kon dat voornemen niet doorgaan. Maar als de stemming donderdag in Brussel verkeerd uitpakt (en daar schijnt alle kans op te zijn) kan KPN gewoon een eigen berichtendienst uitrollen.