Het eten van vis helpt tegen depressie
Vis, vooral vette, is gezond. Dat weten we al. Maar het is niet alleen gezond, het maakt ook nog eens gelukkig. Vrouwen die minstens twee keer per week vis eten, verkleinen hun risico op een depressie namelijk met maar liefst 25 procent. Dat heeft het Menzies Research Institute uit Australië onderzocht.
De Australische wetenschappers volgden vijf jaar lang meer dan 1400 mannen en vrouwen tussen de 26 en 36 jaar. Zij hielden in een dagboek bij wat ze aten qua vis. Vervolgens keken de wetenschappers naar de invloed van het eten van vis, in vergelijking met depressiefactoren als roken, gewicht, lichaamsbeweging, alcoholgebruik, opleiding en arbeidssituatie. Geconcludeerd werd dat er een verband is tussen depressies en het eten van vis.
Het nuttigen van vis is voor vrouwen dus een ideale oplossing, maar voor mannen is er minder goed nieuws: het eten van vis helpt hun geestelijke gezondheid niet. De wetenschappers weten niet precies waarom. Voor vrouwen geldt dat de vele Omega-3 vetzuren in vis, in combinatie met de vrouwelijke geslachtshormonen oestrogeen en progesteron, een positief effect op de hersenen hebben. Mannen halen dat positieve effect vermoedelijk meer uit vlees. Maar dan is het niet verstandig om fast food te eten, want uit eerder onderzoek blijkt dat je van fast food juist depressief wordt.
Voor wie niet van vis houdt zijn er ook andere oplossingen. Zo schijnt het heel effectief te zijn om depressies te verhelpen en te voorkomen door met een krop sla te gaan wandelen. Misschien helpt zelf vissen ook. Niets is tenslotte rustgevender dan een paar uur naar een dobber staren.
