Spring naar de content

Fotograaf Terry O’Neill: ‘Paparazzi hebben de entertainment-industrie kapot gemaakt’

Geen enkele popster die er in de jaren zestig en zeventig toe deed is ontsnapt aan de lens van Terry O’Neill (76). De inmiddels zelf wereldberoemde Britse ‘celebrity-fotograaf’ stond zelfs aan de voet van de carrière van een van de grootste namen in de popmuziek: The Beatles. “Ik was de eerste die de popgroep voor de krant op de foto zette,” claimt hij, jaren na dato. Fotograferen doet hij niet meer, met hoge uitzondering op verzoek van goede vriend Eric Clapton. Een interview met de fotograaf in de Eduard Planting Gallery in Amsterdam, waar O’Neill zijn tentoonstelling en gelijknamig boek Rock ‘N Roll  presenteert.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Rowie van der Vliet

Diverse exemplaren van Rock ‘N Roll liggen op de glazen tafel in de kleine galerij. Op de cover prijkt Brigitte Bardot met een door de windmachine ontregeld kapsel. “Een fenomenale foto, hè?” zegt Terry O’Neill, het is de eerste keer dat hij in Nederland exposeert. Van arrogantie lijkt geen sprake, doet de twinkeling in zijn ogen vermoeden.

O’Neill wordt al jaren geroemd door tijdschriften en artiesten. Keith Richards (bandlid van The Rolling Stones) zei ooit: “Terry was overal in de zestiger jaren. Hij kende alles en iedereen.” O’Neill is bescheidener over zijn succes: “Ik weet niet hoe het komt. Ik heb geluk gehad. Ik was gewoon een jonge kerel die toevallig iedereen ontmoette.”

Toppositie
Veel foto’s uit zijn tentoonstelling Rock ‘N Roll zijn gemaakt in de roerige jaren zestig, waarin de entertainment erg verschilde van de huidige. “De fotograaf had toen nog een toppositie. Als het mij niet lukte om The Rolling Stones te fotograferen, kwamen ze naar mijn kantoor toe.”

De huidige entertainmentindustrie moet het bij O’Neill ontgelden. “De pr-afdeling wil alles controleren, de artiesten worden afgeschermd. Het heeft de hele industrie geruïneerd. De paparazzi hebben alles kapot gemaakt,” zegt O’Neill stellig. “Ik heb er genoeg van. Er is nu niemand die ik nog wil fotograferen. Er zijn geen nieuwe Sinatra’s, geen nieuwe Stones.” Over een van de laatste ontwikkeling op fotografisch gebied is O’Neill ook niet te spreken: “Ik haat selfies. Het is leuk dat iedereen nu foto’s maakt, maar dat is toch geen fotografie te noemen?”

Momenteel vliegt O’Neill heel de wereld over om zijn werk uit betere tijden te exposeren. Vegas, New York, Oslo, München, Hong Kong, Tokio, Amsterdam. “Ik heb al heel veel hotels van binnen gezien. Te veel.” Glimlachend: “In april ga ik maar eens rusten.”

Backyard Beatles
Het Beatles-portret © Terry O’Neill

“Voor de krant maakte ik deze foto van The Beatles,” zegt O’Neill, wijzend naar het iconische portret in zwartwit. “Mijn chef zei dat popmuziek weleens in kon raken. Die man had daar een goed oog voor. De krant was overal in Londen uitverkocht.” De foto werd buiten de studio aan Abbey Road gemaakt. “Niemand maakte toen foto’s van een groep, maar ik zag al snel hoe ik het wilde hebben. Ik heb de bandleden gevraagd om met hun instrumenten buiten te gaan staan. John Lennon was toen de leider van de groep, hij ging er gelijk in mee en de anderen volgden.”

Kapperszaak
De bewegingsvrijheid die O’Neill ooit had als fotograaf maakte het mogelijk een goede band op te bouwen met muzikanten die later een godenstatussen zouden verwerven. “The Beatles en ik dachten begin jaren zestig dat hun populariteit twee jaar later wel over zou zijn,” vertelt O’Neill. “Ringo Starr wilde met zijn vrouw een kapperszaak kopen. We hadden ons er al op voorbereid dat we snel een andere baan zouden moeten nemen. Een baan die onze moeders wél zouden waardeerden.” Over een invulling van dat werk heeft hij nooit nagedacht, maar O’Neill realiseert zich wel dat het heel anders had kunnen lopen. “Waarschijnlijk was ik dan bij een bank gaan werken.”

Bowie
Het fotoboek Rock ‘N Roll is naast een verzameling van O’Neills werk, een portret van de beginjaren van rock- en popmuziek te noemen. Critici stellen lovend dat iedereen er in staat, maar O’Neill had graag meer prominenten willen fotograferen. “Ik hou het meest van jazzmuziek. Ik heb er zo’n spijt van dat ik geen jazzmuzikanten heb gefotografeerd. Ik durf geen mensen op de foto te zetten die ik aanbid. Ik had jazzmuzikanten te hoog zitten.” Dat betekent niet dat de fotograaf niet luistert naar de muziek van zijn geportretteerden, ook al vindt hij niet alles even leuk. “Ik ben niet zo’n fan van de muziek van Bowie, maar ik hou van zijn geest.” Tevreden kijkt Terry O’Neill naar het portret dat hij van van de zanger maakte.

David Bowie © Terry O'Neill
David Bowie © Terry O’Neill

O’Neills werkwijze was naar eigen zeggen nooit hetzelfde. “Ik reageer op de mensen die ik voor mijn camera heb. Het beeld dat ik wil hebben zie ik altijd al snel voor mij. Ik haat het om een camera te gebruiken om het beeld te vangen. Mensen denken vaak dat de camera een foto maakt maar dat is niet zo. Dat doet de fotograaf.”

De persoonlijke leefomgeving van de groten der aarde binnenstappen; weinig fotografen zullen dat O’Neill vandaag de dag nadoen. De fotograaf raakte indertijd bevriend met enkele muzikanten, zoals gitarist Eric Clapton. Al wil O’Neill wel een misverstand de wereld uit helpen: “Er wordt gedacht dat dichtbij een artiest komen het werk bevordert. Dat doet het niet. Er was een tijd waarin ik heel close had kunnen worden met Frank Sinatra. Dat wilde ik niet. Ik had er niet aan moeten denken dat in het openbaar een drankje met hem zou drinken, en iemand anders ons vervolgens op de gevoelige plaat zou vastleggen.”

De fototentoonstelling Rock ‘N Roll is van 21 maart tot 23 mei te bezichtigen in de Eduard Planting Gallery in Amsterdam. Op zaterdag 21 maart is Terry O’Neill aanwezig in de galerij om zijn gelijknamige boek te signeren. Hieronder ziet u een voorproefje van de expositie.

Elton John
Elton John © Terry O’Neill
Amy Winehouse
Amy Winehouse © Terry O’Neill
Mick's Parka
Mick Jagger © Terry O’Neill
Rolling Stones
The Rolling Stones © Terry O’Neill