Spring naar de content

De strijd om het vrije woord behoeft dappere verdedigers (of: het falen van PEN)

Onlangs laaide het debat over de terugtrekking van schrijversvereniging PEN Nederland uit de organisatie van het Festival van het Vrije Woord – dat 2 mei 2015 plaatsvond – weer op.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Johanna Geels

Alhoewel, debat is een groot woord. De Nederlandse afdeling van International PEN – de waakhond van de vrijheid van meningsuiting – doet namelijk sinds het debacle haar uiterste best om zich op de vlakte te houden, tot frustratie van enkele opgestapte PEN-(bestuurs)leden die het niet eens zijn met de terugtrekking uit het festival en sindsdien via de media hun onvrede uiten.

Zo verscheen er zaterdag in de Volkskrant een openhartig artikel van Maartje Duin, die uit het bestuur stapte naar aanleiding van de kwestie. Op diezelfde dag werd een petitie in het leven geroepen door opgestapte PEN-leden en schrijvers/dichters Bart FM Droog en Elly de Waard, die tevens samen een onderzoek startten naar de gang van zaken. Zij eisen dat het bestuur van PEN aftreedt.

Wat is er precies aan de hand?

Op 2 mei jongstleden vond in De Balie te Amsterdam het Festival van het Vrije Woord plaats. Kurt Westergaard, een Deense cartoonist die alweer twee jaar op de dodenlijst van moslim-extremisten staat, was hoofdspreker. Dapper, vond ik. Ik probeerde me voor te stellen hoe het moest voelen om 24/7 een wandelend doelwit te zijn. De moed die het vereist om lezingen te geven terwijl de bedreigingen je om de oren vliegen moet groot zijn.

Ik kan mij daar weinig bij voorstellen. Zelf word ik ‘slechts’ af en toe in mails bedreigd naar aanleiding van mijn columns. Meestal moet ik oprotten naar Turkije, soms ben ik een Allahhoer, vaak een kutwijf en heel soms moet ik dood. Dat glijdt van me af als water van een eend. Behalve die keer dat ze mijn geliefden erbij betrokken, nadat ik schreef over Charlie Hebdo. Toen sliep ik even iets minder goed. Toch zal ik nooit overwegen om de toon van mijn columns aan te passen. Niet dat ik daarmee een held ben. Je zou het ook gewoon stom kunnen noemen. En nogal makkelijk trouwens, in een land als Nederland.

Muziek zwelt aan…

Gelukkig zijn er organisaties die het Vrije Woord beschermen, dacht ik ontroerd. Die opkomen voor mensen die wél serieus bedreigd worden vanwege hun mening. Schrijversvereniging PEN is zo’n organisatie.

Bzjjjjt. Terugspoelen.

Wás zo’n organisatie, moet ik zeggen. Want naarmate de terreurdreiging in de westerse wereld toeneemt, en er zowaar doden vallen, blijkt het vrije woord (en de verdediging daarvan) ineens niet meer zo vanzelfsprekend. Het begon in Amerika, in april. Zes schrijvers en tevens PEN-leden weigerden de Freedom of Expression Award uit te reiken aan de redactie van Charlie Hebdo. Hebdo zou onder andere ‘cultureel onverdraagzaam’ zijn.
“Pussies”, sneerde publicist Salman Rushdie op Twitter over de weigeraars.

‘Pussies’ heb je overal. Zo trok het PEN-bestuur Nederland zich terug uit de organisatie van Festival het Vrije Woord omdat volgens voorzitter Manon Uphoff ‘de veiligheidsrisico’s’ te groot waren. Ja dûh, dacht ik, dat is toch precies de reden dat jullie zijn opgericht? Als iedereen veilig en gezellig kan zeggen wat-ie wil, is zo’n organisatie natuurlijk niet nodig. Ook in de media barstte de kritiek los en een paar dagen later verklaarde PEN-voorzitter Manon Uphoff in het NRC Handelsblad: “Er werd buiten ons om besloten Westergaard uit te nodigen. We wilden betrokken worden bij de beveiliging.”

Maar volgens direct betrokkenen was de komst van Westergaard al in december 2014 bekend, en werd het PEN-bestuur – waar nodig – op de hoogte gehouden van de veiligheidsmaatregelen. Uit mailcontact tussen Thomas Bruning (van de Nederlandse Vereniging van Journalisten – JG) en Bart FM Droog blijkt namelijk dat Bruning in december 2014 Westergaard uitnodigt, met medeweten van de andere festivalpartners, waaronder PEN. En Maartje Duin laat mij weten: “Ik deed steeds verslag uit van de bijeenkomsten, 19 december 2014 lichtte ik het bestuur in over de komst van Westergaard.”

Nog een belangrijke beweegreden van PEN was dat de betrokken schrijvers die in hun land bedreigd werden, door het mediacircus rond Westergaard extra gevaar zouden lopen. Maar protest werkt juist door de kracht waarmee het wordt bedreven. Het sterke signaal dat je afgeeft. Daar past geen poldermodel bij. Of zoals in het handvest van PEN beschreven staat: ‘de leden beloven zich te verzetten tegen elke vorm van onderdrukking van de vrijheid van meningsuiting.’ Verzetten staat er expliciet. Niet bang terugtrekken onder het mom van diplomatie.

Waarom ineens die omslag? Het was immers al lang bekend dat Westergaard zou komen, inclusief het risico dat zijn bezoek zou opleveren. Met als enig verschil dat toen hij werd uitgenodigd de aanslag in Kopenhagen en die op de redactie van Charlie Hebdo, nog niet hadden plaatsgevonden. Na die gebeurtenissen bleek Westergaards komst ineens niet meer zo handig. Blijkbaar werd de dreiging nu wel erg ‘echt’.

Sommige PEN-leden keerden zich tegen de beslissing van het bestuur, en/of zegden hun lidmaatschap op. De dichters Elly de Waard en Bart FM Droog bijvoorbeeld, en schrijvers Nelleke Noordervliet en Pam Emmerik. En PEN-bestuurslid Maartje Duin, die er in de Volkskrant het volgende over schreef: “Het voelde alsof ik een moreel baken kwijt was. Wij hadden toch samen met opgeheven potlood op de Dam gestaan? Wij waren het toch eens over de waarden die we moesten beschermen? Zó in de steek gelaten voelde ik mij, dat ik de volgende vergadering mijn vertrek uit het bestuur aankondigde.”

De Amsterdamse burgemeester Van der Laan, die vierkant achter het festival én het strenge beveiligingsbeleid eromheen stond, zei in Nieuwsuur: “Bij mooi weer het vrije woord verdedigen is makkelijk genoeg, maar juist als het gevaarlijk wordt, moet je er staan”.

Youri Albrecht, directeur van De Balie, reageerde op de teugtrekking van PEN als volgt: “Je bent opgericht om te wijzen op de bedreigingen die kunstenaars en schrijvers in hun wereld tegenkomen, dan moet je dat ook hier doen, in Nederland. Ik vind het schokkend.”

Dat de mensen bang zijn, kun je hun niet verwijten. Dat is menselijk en daar moeten wij respect voor hebben. Maar ga dan niet in een bestuur zitten waarin je wordt geacht op te komen voor mensen die zo dapper zijn hun mening te verkondigen, ook (of juist) als dat gevaarlijke situaties veroorzaakt. Dat mensen feiten verdraaien is wel een verwijt waard. En dat lijkt PEN te doen. Voorzitter Manon Uphoff, bijvoorbeeld, door in het NRC Handelsblad in een interview met Toef Jaeger te zeggen dat de komst van Kurt Westergaard buiten PEN omging.

Of recent nog in een verklaring van PEN op 23 mei, naar aanleiding van het artikel van Maartje Duin: “De organisatie heeft zich enorm ingezet om die veiligheid, voor zover mogelijk, te waarborgen. Maar voor auteurs uit de risicogebieden was dit, juist omdat zij dáár zijn, niet mogelijk, ook omdat de naam Westergaard niet genoemd mocht worden in de aanloop naar de conferentie. Dat gaf de doorslag bij de beslissing.”

Dit laatste lijkt dus niet waar te zijn. Op Facebook en Twitter verklaarde opgestapt bestuurslid Maartje Duin recent dat alle betrokkenen drie weken van tevoren werden ingelicht over de veiligheidseisen, en drie dagen van tevoren over de komst van Westergaard. Het bij het festival betrokken campagnebureau BKB bevestigt dit.

Vanmorgen verscheen in de Volkskrant een ingezonden brief van dichter Joke van Leeuwen (PEN-voorzitter Vlaanderen). Hieruit blijkt dat PEN zich blijft beroepen op bovengenoemd punt, dat ze vreesden voor de veiligheid van de deelnemers. Ik citeer: “De overweging om auteurs uit landen zonder persvrijheid niet in gevaar te brengen is een zeer wezenlijke en heeft met lafheid niets te maken.”

Ik denk dat de deelnemers van het festival prima in staat waren om zélf de afweging te maken. Ze waren tenslotte op de hoogte gesteld van de beveiligingseisen, de komst van Westergaard. Het lijkt mij de taak van PEN om een sterk signaal af te geven. Dat ze er zijn, er stáán. Opdat schrijvers in gevaar zich gesterkt voelen.

Het bestuur van PEN zal het heus niet kwaad bedoelen, ze doen goed werk, en dat is te prijzen. Maar de manier waarop ze dit hebben aangepakt getuigt van grote naïviteit en knulligheid. Door zich zonder valide reden zo plotseling terug te trekken uit het festival en het verdraaien van de gang van zaken heeft het PEN-bestuur wat mij betreft dan ook zijn geloofwaardigheid geheel verloren. Dappere strijders verdienen dappere (en eerlijke) verdedigers, tenslotte.