Spring naar de content

Wielrenners en atleten? Nee darters, die gebruiken pas veel doping

Dafne Schippers behoort plotseling tot de beste sprinters van de wereld? Die heeft vast iets genomen. Chris Froome wint de Tour de France? Kleine kans dat hij schoon is. Topprestaties in het wielrennen of de atletiek worden al snel in verband gebracht met dopinggebruik. Toch is er een groot aantal sporten waarin relatief gezien vaker positief wordt getest.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Rick Stet

Dat blijkt uit het rapport van het wereldantidopingagentschap (WADA) waarin alle dopingtesten van 2014 zijn verzameld. In totaal werden er vorig jaar 283.304 tests afgenomen, in 3.866 (1,36 procent) gevallen werden er afwijkende waarden gevonden. Voetballers moesten het vaakst in een potje plassen of bloed afstaan: 31.242 keer. Ook in de atletiek (25.830) en fietsen (22.471) werd volop getest.

Misschien zijn de frequent gecontroleerden bang om tegen de lamp te lopen of slimmer dan de dopingautoriteiten, maar zij die nauwlettend in de gaten worden gehouden, worden minder vaak dan gemiddeld betrapt op dopinggebruik. Natuurlijk, in geen enkele tak werden zoveel sporters positief bevonden als in de atletiek (261), maar dat is slechts 1 procent van het alle afgenomen tests. In het wielrennen zien we een zelfde percentage. Bij voetballers was dat slechts een half procent.

Dan is het bij andere olympische sporten als gewichtheffen (1,9 procent) en paardrijden (1,8 procent) relatief slecht gesteld. De golfsport – in Rio de Janeiro staat de sport voor het eerst in meer dan honderd jaar weer op het olympische programma – maakt ook geen goede beurt. Of er middelen zijn die je beter laten putten valt te betwijfelen, maar in 8 van de 507 gevallen werd een golfer positief bevonden op het gebruik van doping, wat neerkomt op 1,6 procent.

Gedrogeerd hengelen en pijltjes gooien
Al deze cijfers vallen echter in het niet bij enkele niet-olympische sporten. Hoewel er veel minder werd getest dan bij de eerdergenoemde sporten, zijn het aantal positieve testen bij het darten (8,5 procent van de 94) en – ja, écht – sportvissen (10,6 procent van 46) toch minstens opvallend te noemen. Geen enkele sporter werd overigens gepakt op overmatig alcoholgebruik. Welke middelen de darters en vissers dan wel innamen voor het pijltjes gooien of hengelen is onduidelijk.

Minder verrassend is dat van de afgenomen testen in het bodybuilding 13,7 procent positief was. De opgepompte mannen en vrouwen worden daarmee relatief het vaakst betrapt op dopinggebruik. Anabolen steroïden zijn volgens WADA de populairste drugs onder sporters. Bij de betrapten werd in bijna de helft van de gevallen een vorm van synthetische testosteron gevonden.