Spring naar de content

Waarom vrouwen niet grappig (mogen) zijn

Arrogant of gewoon grappig? In België verdeelt De slimste mens-deelneemster Danira Boukhriss de meningen. Op sociale media krijgt ze ervan langs. Een recensent van Het Laatste Nieuws suggereerde zelfs dat de 25-jarige VRT-journaliste ‘wat moet gaan doen aan haar imago.’ Is Danira echt arrogant of mogen vrouwen niet grappig zijn?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door EOS Wetenschap

Vrouwelijke komieken krijgen wel vaker het verwijt dat ze arrogant of ‘mannelijk’ zijn. De Amerikaanse komiek Susan Prekel getuigde bijvoorbeeld dat de moed haar in de schoenen zonk toen ze een aantrekkelijke man in het publiek opmerkte. ‘Tegen het einde van mijn optreden zal hij me afstotelijk vinden, tenminste als seksueel wezen.’ In meer dan tien jaar optreden in het New Yorkse circuit werd de grote, aantrekkelijke brunette nog maar één keer uit gevraagd na een show. Maar mannelijke komieken worden bedolven onder vrouwelijke aandacht. “Ze doen het erg goed bij de vrouwen. Ik zie het constant,” zegt Prekel.

Komieken ervaren blijkbaar een extreme vorm van de typische romantische interactie tussen mannen en vrouwen. ‘Hoewel beide seksen consequent een partner met een goed gevoel voor humor verkiezen, is er een intrigerend verschil in de manier waarop die voorkeur tot uiting komt’, zei hoogleraar cultuursociologie Giselinde Kuipers (Universiteit van Amsterdam) in 2011 in een artikel over vrouwen en humor in het Vlaamse wetenschapstijdschrift EOS, ‘Mannen willen iemand die hun grappen apprecieert, terwijl vrouwen iemand willen die hen aan het lachen maakt.’

Die aanvullende verlangens wortelen allicht in de evolutionaire kracht van de seksuele selectie, waarbij de ene sekse wedijvert voor de aandacht van de andere, kieskeuriger sekse. Want humor heeft meer dan we zouden denken met macht te maken. De gerenommeerde Amerikaanse socioloog Rose Coser observeerde eind jaren 1950 vergaderingen in een psychiatrisch ziekenhuis. Ze stelde vast dat artsen opvallend meer grappen vertelden dan de stagiairs, die op hun beurt weer meer grappen maakten dan het verplegend personeel. Bovendien waren de grappen hoofdzakelijk ‘naar beneden’ gericht. De artsen lachten met de stagiairs en het verplegend personeel. De stagiairs vooral met de verplegers. Voor laatstgenoemden restten enkel nog de patiënten. De stagiairs en verplegers waren ook meer geneigd om te lachen met de grappen van de artsen over henzelf, terwijl de artsen vaak negatief reageerden op grappen waarin zij het onderwerp van spot waren. Het mechanisme dat Coser beschreef – hoe meer status, hoe meer grappen – is in vele studies bevestigd.

“Als we spontaan een gevoelswaarde moeten toekennen aan de lach, dan zou die positief en sociaal zijn, en toch heeft hij zijn wortels in agressief en competitief gedrag,” zegt Mark Nelissen, gedragsbioloog aan de Universiteit van Antwerpen. “Samen lachen was voor onze voorouders een middel om de verbondenheid in de groep te versterken. Het lachgeluid was een signaal waarmee een groep een gezamenlijke vijand bedreigde, dus een vorm van uitlachen. Vandaag is dat eigenlijk niet anders. Hoe leuk is het niet om met zijn allen te lachen om die fenomenale stommiteit van een sukkelaar. Voor deze laatste is het minder grappig want tijdens de groepslach is hij uitgesloten uit de groep en dat is een bijzonder pijnlijke gebeurtenis, ook al gebeurt het maar even. Mensen krijgen liever een klap in het gezicht dan dat ze worden uitgelachen.”

“Vooral mannen gebruiken humor op die manier,” aldus Giselinde Kuipers. “Het mechanisme van Rose Coser, hoe meer status, hoe meer grappen, betekent in werkelijkheid dan ook: hoe meer man, hoe meer grappen. Moppen tappen komt vaak neer op de aandacht trekken van een groep luisteraars en roepen ‘ik sta hier en ik ben grappig’. Om die reden is een geslaagde mop een kortstondige machtsgreep, en vinden mannen vrouwen die zelf moppen tappen helemaal niet sexy, omdat ze gezien worden als een bedreiging voor hun eigen status.”

Dat we ons daar op instellen, blijkt ook uit een onderzoek waarbij psychologen 127 proefpersonen telkens twee kandidaten lieten zien voor een potentiële onenightstand, een langdurige relatie of vriendschap. De ene kandidaat werd omschreven als een grappenmaker, de andere als goedlachs, maar zelf niet grappig. Voor elke situatie behalve vriendschap kozen mannen een vrouw die met hen zou lachen. De vrouwen kozen mannen die hen aan het lachen zouden brengen. Daarom pakken we graag uit met die geslachtsspecifieke kenmerken tijdens een eerste afspraakje of in een contactadvertentie. Psycholoog Robert Provine bestudeerde 3.745 van die berichtjes. Daarin profileerden vrouwen zich voornamelijk als ‘goedlachs’ en ‘op zoek naar iemand met een gevoel voor humor’. Mannen omschreven zichzelf als ‘grappig’.