bron: Matthias Giesen
Waarom biologisch eten helemaal niet per se beter is
‘Biologische boeren gebruiken kopersulfaat tegen schimmel. Dat is tien keer giftiger dan synthetische middelen.’Biologisch eten is volgens Boersma niet alleen niet duurzamer, het zou ook niet gezonder zijn. “Er zijn wel aanwijzingen dat in sommige biologische producten iets meer mineralen en vitaminen zitten, maar het verschil is zo klein dat je er niet gezonder van wordt. Biologisch eten is niet gezonder en zelfs niet lekkerder. Mensen kunnen bij een blinde proef biologisch en niet-biologisch niet uit elkaar houden. Waarom ze dan toch bij hoog en bij laag beweren dat die biologische aardbeien lekkerder zijn? Het is het idee. Dat is een serieuze factor die je niet moet onderschatten. Mensen vinden biologisch eten lekkerder, puur vanwege het idee.” “Het probleem met de critici is dat ze er vooral op focussen dat er in de biolandbouw meer grond nodig is,” zegt Miriam van Bree. Zij is woordvoerder van Bionext, de belangenvereniging van biologische boeren, producenten en winkels. “Maar biologische boeren behandelen de bodem zo goed dat hij op langere termijn vruchtbaar blijft. Bij intensieve landbouw raakt de grond uitgeput en is die op een gegeven moment niet meer bruikbaar. Dan moet je op zoek naar gebieden die nog wel vruchtbaar zijn. En dan moeten daar weer bossen voor worden gekapt. Er is onlangs een rapport verschenen waaruit blijkt dat de toekomst van de bodemvruchtbaarheid rampzalig is. Dat lijkt heel ver weg. Maar uit onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor Integrale Duurzame Landbouw en Voeding blijkt dat de vruchtbaarheid van Flevoland, de meest vruchtbare landbouwgrond die we hebben, hard teruggelopen is. Dat is dus heel dicht bij huis.” Ze geeft toe: ook biologische boeren gebruiken bestrijdingsmiddelen. “Het voorbeeld dat dan altijd wordt genoemd, is het gebruik van koper om de aardappelziekte te bestrijden. Maar wij hebben vanochtend net een convenant getekend met alle biologische aardappeltelers, veredelaars en supermarkten dat we in 2020 alleen nog maar aardappelrassen gebruiken die resistent zijn tegen de aardappelziekte. Bij de teelt van deze aardappelen wordt geen koper gebruikt. Biologische boeren zoeken echt naar oplossingen en in dit geval is die oplossing: robuuste rassen telen. Conventionele boeren kunnen die rassen ook gaan telen. Maar die zeggen: ik vind dat toch te riskant, die aardappel ziet er net iets anders uit, dus ik weet niet of mijn supermarkt die wel in het schap wil leggen. Zij blijven dus bestrijdingsmiddelen spuiten tegen de aardappelziekte.” Op de kritiek dat bioveeteelt meer broeikasgassenuitstoot genereert, heeft ze ook een antwoord. “Biologische beestjes laten ook scheten, dat klopt. De uitstoot van één biologisch gehouden kip kan soms hoger zijn dan van een kip die in een kooi zit. Maar als jij de buurman bent van een pluimveebedrijf, dan gaat het jou niet om wat die ene kip uitstoot, maar wat de totale stal uitstoot. In biologische pluimveestallen lopen minder kippen rond en ze hebben een veel groter oppervlak, omdat elke kip vier vierkante meter buitenruimte krijgt. Het totale systeem zet dus een lagere druk op de uitstoot omdat er minder dieren zijn en omdat die dieren meer ruimte krijgen. Met bioveeteelt krijg je in Nederland veel minder beesten en dan is de milieubelasting lager. Natuurlijk, de productie is dan ook lager. Maar moeten wij in Nederland de ambitie hebben om de hele wereld te voeden? Dat ons varkensvlees naar China gaat? En wij met de mest blijven zitten? De biologische landbouw heeft juist als uitgangspunt dat je zo dichtbij mogelijk produceert. “Bioboeren produceren zo milieuvriendelijk mogelijk, zonder de omgeving te belasten. Bestrijdingsmiddelen en mestoverschotten vervuilen het grondwater en dan is bijvoorbeeld het winnen van drinkwater niet goed meer mogelijk. Het drinkwaterbedrijf Brabant Water heeft al plekken gesloten omdat de kwaliteit van het grondwater onvoldoende was. Die vervuilende landbouwpraktijken veroorzaken kosten waar de belastingbetaler voor opdraait. “En wat de gezondheid betreft: in biologische voeding zitten minder resten van bestrijdingsmiddelen. Wat er niet op gespoten wordt, zit er ook niet in. In sommige biologische producten zitten wel degelijk meer vitaminen en mineralen. Met name in biologische melk zitten meer voedzame elementen. Dat staat op de site van het Voedingscentrum, dat kun je gewoon opzoeken.” Het klopt wat Van Bree zegt, op de site van het Voedingscentrum staat dat in biologische melk meer meervoudig onverzadigde vetzuren zitten, meer bètacaroteen en vitamine E. Maar er staat ook dat in het algemeen niet is aangetoond dat biologisch voedsel gezonder is dan gangbaar voedsel. “We weten niet wat de gezondheidsvoordelen van biologisch eten zijn,” zegt Stijn Bruers. “In biologische melk zitten meer omega 3-vetzuren, die zijn gezond. Maar aan de andere kant zit er minder selenium en jodium in. Is die melk dan gezonder? Heel veel biologische producten roepen soortgelijke vragen op. Dan zitten er bijvoorbeeld meer mineralen of vitaminen in, maar minder aminozuren. Wat is dan gezonder? Het is waar dat in biologische voeding minder giftige synthetische pesticiden zitten, maar er kunnen wel meer giftige mycotoxines in zitten. Het is allemaal heel onduidelijk. En daarom kunnen wetenschappers met geen mogelijkheid zeggen wat gezonder is.
‘De vruchtbaarheid van Flevoland, de meest vruchtbare landbouwgrond die we hebben, is hard teruggelopen.’“Maar laten we iemand die niet biologisch eet eens vergelijken met iemand die helemaal biologisch eet. Dan zou het kunnen dat de persoon die niet biologisch eet daardoor een hoger sterfterisico heeft van bijvoorbeeld één op een miljoen. Dan is de vraag: hoeveel geld ben je bereid te betalen om dat extra risico van één op een miljoen te vermijden? Ik heb uitgerekend dat het ongeveer zeshonderd euro extra per jaar kost om biologisch te eten. Ben je bereid zeshonderd euro per jaar te betalen om een risico van één op een miljoen te vermijden? Als ik twintig kilometer fiets, heb ik een sterftekans van ongeveer één op een miljoen. Ben ik bereid zeshonderd euro te betalen om twintig kilometer honderd procent veilig te rijden? Nee. Waarom zou je dat wel betalen voor biovoeding? Dat is toch irrationeel?” “Ik wil niet alleen maar negatief doen over biologische landbouw,” zegt Hidde Boersma. “Biologische landbouw is moeilijker dan conventionele landbouw en bioboeren verdiepen zich echt in de materie. Ze zijn voorlopers in het verbeteren van de bodemkwaliteit. Ze zijn zich veel bewuster van hun rentmeesterschap en willen daar extra tijd in steken. Dat maakt hen tot inspirerende mensen, dat moet ik ze nageven. En als het om dierenwelzijn gaat, dan scoort de biologische veeteelt ook echt hoger. De dieren krijgen veel meer ruimte en zien meer daglicht. Ik koop geen biologische groente, maar wel biologisch vlees, puur vanwege het dierenwelzijn.” “Er kleven ook een aantal nadelen aan,” zegt Stijn Bruers. “In de bioveeteelt worden varkens en kippen soms ook nog opgesloten en gehouden onder omstandigheden die we onze honden en katten nooit zouden aandoen. Dat soort gevangenschap is niet leuk voor dieren. En biologisch gehouden dieren leven langer, dus ze hebben een langere gevangenisstraf. Plus: in de biologische veeteelt wordt minder snel naar antibiotica gegrepen als dieren ziek zijn. Het dier loopt dus het risico dat hij minder snel werkzame medicijnen krijgt. Het is heel moeilijk af te wegen wat nu echt het beste is voor de dieren.” Het is om wanhopig van te worden. Als weldenkende consument vraag je je vertwijfeld af: als het echt waar is dat biologisch eten niet per se duurzamer is, niet gezonder, niet lekkerder en als er zelfs enkele (zij het dunne) vraagtekens geplaatst kunnen worden bij het dierenwelzijn, wat kan een milieubewust mens dan wél eten? “Minder vlees,” zegt Hidde Boersma. “Als je echt iets wilt doen voor een beter milieu, eet dan minder vlees. Want zeventig procent van alle landbouwgrond wordt gebruikt om vee te houden of om voedsel te verbouwen voor het vee. Er is zo verschrikkelijk veel land nodig om een stukje vlees te maken." "Vlees eten is dé grote aanjager van ontbossing en verlies aan biodiversiteit," vervolgt hij. "Ik ben zelf voor een vleestaks, maar geen politicus durft daar zijn vingers aan te branden. Iedereen verwacht dat de consument vanzelf minder vlees gaat eten, maar het gebeurt gewoon niet. Het echte vraagstuk is dus helemaal niet of biologische landbouw beter is dan conventionele landbouw. Het echte vraagstuk is: hoe kunnen we met zijn allen minder vlees gaan eten?”