Spring naar de content
bron: Screenshot Jinek

En toen had de oliebollentest onbedoeld een stem en een gezicht

Veelbesproken en gezaghebbend zijn de bekende testen van het Algemeen Dagblad. De haringtest werd de afgelopen weken al flink bekritiseerd, maar nu lijkt ook de oliebollentest van het voetstuk te vallen. Hoofdredacteur Hans Nijenhuis wist allemaal niet dat het zo slecht ging. Hij belooft beterschap, maar zet zichzelf en zijn krant met één slip of the tongue in het middelpunt van een mediastorm.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: De Redactie

Hans Nijenhuis zou enkel bij het televisieprogramma Jinek aanschuiven om de belangen van zijn AD te verdedigen. Nijenhuis, sinds mei 2016 hoofdredacteur van de krant, zou het debat aangaan met boze oliebollenbakkers en vlak voor de nieuwste editie van zijn markante oliebollentest hopelijk het blazoen ervan oppoetsen.

“Het is niet ons doel om middenstanders kapot te maken,” zegt hij donderdagavond in Jinek. Aan tafel wordt er verontwaardigd gereageerd op die uitspraak en Nijenhuis heeft – kijkend naar de commentaren van vorig jaar – de schijn tegen. “De oliebol voor vogelliefhebbers,” moet een bakker in 2016 over zijn oliebol lezen. “Touwtje erom en ophangen als (mager) vetbolletje voor onze gevederde vrienden. Zelf consumeren lijkt me minder verstandig. Tenzij de wc dichtbij is.”

De tekst gaat hieronder verder.

Oliebollentest
Beeld:

Onwetendheid

Dit soort teksten komen dit jaar niet meer in de krant, belooft Nijenhuis. En het AD zal dit jaar niet meer zulke lage cijfers uitdelen. Dat is een prijzenswaardige knieval. De krant tornt aan haar recept. Dat zien we een oliebollenbakker met een rotsvast vertrouwen in zijn bollen niet gauw doen. Echter, de onwetendheid van de hoofdredacteur is een grote verrassing.

Het centrum voor Smaakonderzoek – dat de oliebollen test – deelt normaal gesproken nooit cijfers onder de 3 uit en ook de recensies blijken niet door panelleden, maar door een AD-recensent geschreven te zijn. “Ik zit hier nu een beetje lullig, maar dat wist ik niet,” stelt Nijenhuis.

Hij heeft in oliebollenbakker Jordy Bakker een geduchte opponent. De laatste plaats voor zijn kraam tijdens de afgelopen test was een hard gelag voor de middenstander. “Je krijgt ongelooflijk veel media-aandacht als je laatste wordt en krijgt de hoon van je vrienden, kennissen en collega’s over je heen,” aldus de geëmotioneerde Bakker.

Het heeft hem gelukkig geen klandizie gekost, een feit dat Nijenhuis inspireert tot een metafoor.“De Kuip zit iedere twee weken vol, of Feyenoord nou goed speelt of niet,” reageert hij. “Mensen staan bij jullie in de rij, omdat ze fan zijn van jullie oliebollen.”

Spraakmakende slip of the tongue

Het ligt echter aan de hoofdredacteur zelf dat hij niet met die uitspraak de ochtendjournaals haalt. Wanneer Bakker stelt achter zijn oliebollen te staan, reageert Nijenhuis met: “Als je net zo bakt, als je praat, dan begrijp ik het wel.” Het is die slip of the tongue die de journaals haalt.

De tekst gaat hieronder verder.

Toch zou deze #ophef niet eens zo slecht kunnen uitpakken voor zijn krant. Want, zoals de beroemde uitspraak van de Amerikaanse showman Pineas T. Barnum luidt: “Slechte publiciteit bestaat niet.”

We gaat het zien bij de publicatie volgende week vrijdag.

Nijenhuis heeft zijn excuses aangeboden voor zijn uitspraak. “Mensen, dat was een afgang gisteren bij Jinek,” reageert hij via Twitter. “Ik was niet goed geïnformeerd over onze testen en maakte uit irritatie een foute opmerking. Mijn excuses. Ik ga het rechtzetten.”