Spring naar de content

Geen grap: levende dieren als pr-machine

Wantrouwen is in de dagen voor 1 april een gezonde eigenschap. Zeker als je op dingen stuit waarvan je het bestaan niet kan bevroeden. Zo schreef The Wall Street Journal deze week over ‘animal ambassadors‘. Dit zijn dieren die namens hun soort het visitekaartje richting de mens vormen. Niet dat dieren zelf de drang voelen om zichzelf eens wat steviger in het overvolle dierenrijk te positioneren, de pr-actie is namelijk een initiatief van dierentuinen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Tim Jansen

Leden van de zoo in Houston kunnen voor 195 dollar met een aangelijnde cheeta paraderen en in een andere dierentuin kan men voor 150 dollar een half uur met een luiaard doorbrengen. Enkele dieren, waaronder een koala, zijn zulk goed marketingmateriaal dat ze het land worden doorgevlogen voor persoptredens, inclusief mobiele eucalyptusboom voor op de hotelkamer.

Dit klonk, ondanks de bijgeleverde foto’s, ongeloofwaardig, maar een korte speurtocht leert dat de Amerikanen het dierenambassadeurschap bloedserieus nemen. Kinderen kunnen verjaardagszoenen in ontvangst nemen van een babykangoeroe, papegaaien doen een scholentour en avontuurlijke types mogen onder begeleiding daten met een boa constrictor.

Alle instellingen spreken plechtige woorden over hun aandacht voor dierenwelzijn, een claim die ik graag geloof. Het gaat de dierentuinen niet om het geld, maar om de educatieve functie van de ontmoetingen. Blijkbaar bestaan er types die eerst een half uur met een tweevingerige luiaard moeten rondkruipen voor dat ze begrijpen dat het platbranden van het natuurlijk leefgebied van dit dier niet het beste idee is. En dan heeft de tweevingerige luiaard in het Amazonewoud nog mazzel dat zijn Amerikaanse vrienden dankzij hun duffe en donzige imago op grote populariteit kunnen rekenen.

Marktwerking is tegelijkertijd ook onverbiddelijk voor de dieren. Vivien de luiaard zit de hele dag volgeboekt tegen 150 dollar per half uur, terwijl slechts één bezoeker de portemonnee trekt om gordeldier Willy wormen te voeren, ondanks het koopjestarief van 40 dollar per half uur en de aantrekkelijke kwaliteit dat het beestje zich kan oprollen tot een soort Cantaloupe-meloen.

Dieren
Beeld: ANP/Lex van Lieshout

Het fenomeen dierenambassadeur roept bij mij een hoop vragen op, waarvan vele onbeantwoord zullen blijven. Zo zal ik nooit te weten komen wat luiaard Vivien vindt van die ene bezoeker met een tatoeage van een luiaard hangend aan een donut op haar kuit.

De vraag of wij in Nederland dierenambassadeurs hebben is wel te beantwoorden. We zijn tenslotte een land waar je flamingo’s kunt huren, met alpaca’s mag wandelen en of voor 1.750 euro — exclusief reiskosten — een olifant kunt inzetten voor promotie-activiteiten (‘Het is mogelijk om mensen ritjes te laten maken op de rug van de olifant’).

Anderzijds zijn we ook het land waar Artis is gestopt met het publiekelijk geven van menselijke namen aan dieren om het educatieve karakter van de dierentuin te benadrukken. In moderne tijden eindigt de zoektocht uiteraard bij de bekende zoekmachine. Wat levert de zoekterm ‘dierenambassadeur’ op? Nou, ouderenambassadeur John de Wolf. En dat is geen 1 april-grap.