Spring naar de content
bron: ANP/Paul Bergen

Festivalkriebels: 8 tips tegen keuzestress

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ruud Meijer
De zomer staat weer voor de deur: festivaltijd! Van mei tot en met september kunnen we ons laten vermaken op maar liefst 565 festivals. De rest van het jaar zijn er nóg eens 271 volksfeesten, wat het totale aantal op 836 brengt. Hoe duiden we dit, en hoe houdt een mens zich staande in een overvloed van amusement. 836 festivals, is dat niet een beetje veel van het goede? Probeer een excessieve component van de moderne tijd voorzichtig ter discussie te stellen en je krijgt vaak als antwoord dat ‘het toch altijd zo geweest is’. Is amusement niet van alle tijden? In bepaalde opzichten wel. Het is maar hoe je ernaar kijkt. 600 v.Chr. had je de Pythische Spelen al, de voorloper van de Olympische Spelen, een festival waar in eerste instantie geen sport werd bedreven, maar waar muzikanten, zangers, schrijvers en dichters optraden om het volk te amuseren en hun eigen bekendheid te vergroten. Klinkt dat bekend? De Romeinen konden er ook wat van. Brood en spelen: wagenracen en gladiatorengevechten, denk daar nog maar eens aan als je bij de TT in Assen zit of bij een bokswedstrijd in de RAI. Zo was er in Wales al een muziek-, poëzie- en performance-festival in 1176 en claimt het Three Choirs Festival met zijn driehonderd jaar het oudste niet-competitieve klassieke muziekfestival van Engeland en wellicht de wereld te zijn. Sommige megalomane artiesten gingen wel heel ver. Zo begon Richard Wagner een festival in het Beierse dorpje Bayreuth, waar alleen zijn eigen muziek maar te horen was. En o ja: hij liet voor die gelegenheid er ook nog maar een theater voor bouwen, het Bayreuther Festspielhaus.
Sommige megalomane artiesten gingen heel ver. Richard Wagner begon een festival in Bayreuth met alleen zijn eigen muziek.
Maar als we, denkend aan North Sea Jazz of Lowlands, een voorloper van de huidige, openluchtfestivalcultuur moeten aanwijzen, dan komen we terecht in het Amerika van de jaren vijftig. De eerste editie van het Newport Jazz Festival wordt beschouwd als het eerste grote openluchtfestival dat de deur openzette voor de vele duizenden die er wereldwijd nu zijn. De puissant rijke socialites Elaine en Louis Lorillard wilden een muziekfestival in hun stad Newport, Rhode Island en vroegen impresario George Wein om dit te verwezenlijken. Zij hadden de centen en Wein de connecties. De tekst loopt hieronder door.  [caption id="attachment_657668" align="aligncenter" width="1024"]Festivals Beeld:[/caption] Wein, zelf pianist en zanger, had in 1950 een jazzclub in Boston geopend, Storyville. Met grote regelmaat speelden daar jazzlegendes als Duke Ellington, Charlie Parker, Louis Armstrong en Ella Fitzgerald. Hij runde ook een gelijknamig platenlabel en kon voor het festival dus beschikken over de crème de la crème van de jazzscene. Het is niet overdreven om te stellen dat hij de vader van de festivals is. Een ander festival dat hij initieerde, was het New Orleans Jazz & Heritage Festival. Ook was Wein de man die de sponsoring door het bedrijfsleven bedacht. Zo had je het Kool Jazz Festival (sigarettenmerk) en Schlitz Salute to Jazz (een biermerk). En het mixen van pop en jazz in de programmering – iets waar North Sea Jazz door puristen nog steeds om bekritiseerd wordt – komt óók uit zijn koker. In 1958 zette hij Thelonious Monk en Chuck Berry op hetzelfde podium. Het zijn vaak bevlogen gekken (Weins eigen woorden) die hun gedroomde festivals waar maken en dat blijven doen. Toen wij een paar jaar terug bij Wein in zijn New Yorkse penthouse te gast waren – hij is inmiddels in de negentig –, runde hij Newport nog steeds vanuit zijn eigen eetkamer. Doorgaan doet hij tot hij niet meer kan.
Toen slimme zakenlieden doorkregen dat festivals opleveren, schoof het nieuwe fenomeen al snel op van cult naar mainstream.
Na de poprevolutie van de jaren zestig, die de jazz degradeerde tot ofwel ‘moeilijke muziek’, ofwel muziek voor ouwe mensen, ontfermde de rockmuziek zich over de festivalerfenis van Wein. Op het Monterey Pop Festival (1967) zette Jimi Hendrix zijn gitaar letterlijk en figuurlijk in vuur en vlam, een mooie opmaat voor Woodstock (1969), het festival waarin de hippiecultuur gelijktijdig culmineerde en ten onder ging. Engeland deed het nog eens dunnetjes over met het Isle of Wight Festival (1970). Nederland diende Woodstock van repliek met het Holland Pop Festival (1970) in het Rotterdamse Kralingse Bos. Nadat slimme zakenlieden in de gaten hadden gekregen dat er met het organiseren van festivals mogelijk geld te verdienen viel, schoof het nieuwe fenomeen hier te lande al snel op van cult naar mainstream. De programmeringen werden gemakzuchtig en voorspelbaar en dat inspireerde de vooruitstrevende muziekliefhebber weer tot het beginnen van een eigen, hipper festival. Die nieuwe festivals werden in no time ook weer ingekapseld door het systeem, zodat weer anderen met iets totaal anders op de proppen kwamen. En wilde je dat niet, zoals de bedenkers van een alternatief festival als Pandora’s Music Box (1983-1985 in Rotterdam), dan zat er niets anders op dan je feestje maar op te doeken. De oude festivals bleven bestaan (denk: Pinkpop, volgend jaar vijftig jaar!) nieuwe volgden elkaar op (denk: Lowlands, Best Kept Secret, Down The Rabbit Hole, Camp Moonrise) en voor je het weet zit je op de 836. Zeker omdat zo goed als iedereen op de festivaltrein is gesprongen. Zo heb je culinaire festivals als Foodstock en Lepeltje Lepeltje en voor de kids een heus Legofestival. [caption id="attachment_657652" align="alignleft" width="300"]Festivals Beeld:[/caption] Zijn al die festivals een vloek of een zegen? Hoe heeft het zover kunnen komen? Of, belangrijker nog, hoe houdt een mens zich staande in een overvloed van amusement? We leggen deze vragen voor aan dr. Marco van Leeuwen, universitair docent/onderzoeker aan de academische bachelor en master Leisure Studies van Breda University. Een vloek wil hij de wildgroei van de festivals niet noemen. “De focus op de negatieve kanten van amusement is maar zeer ten dele terecht. In ons boek Philosophy of Leisure – Foundations of the Good Life betogen mijn collega Johan Bouwer en ik dat de negatieve connotatie zeker niet de enige is – de titel van het boek zegt het al. Vrije tijd heeft de potentie om een positieve, formatieve kracht te zijn, namelijk als we vrijetijdsgedrag zien als domein voor art of life – het hanteren van esthetische criteria bij het maken van keuzes wat te doen, hoe de tijd te besteden en in welke activiteiten tijd, geld en moeite te investeren. En dat kan zelfs op hedonistische grondslag: het kiezen van activiteiten omdat ze simpelweg ‘leuk’ of ‘fijn’ zijn is helemaal niet erg, en dat op zichzelf maakt zo’n activiteit niet minder zinvol.” Het feit dat we de neiging hebben om naar ieder festival te hobbelen dat toegesneden is op de doelgroep waartoe we behoren, heeft alles te maken met FOMO (fear of missing out) – de angst om iets te missen. Vooral de gebruikers van de sociale media (dat zijn we zo langzaam maar zeker allemaal) hebben daar last van. Van Leeuwen: “De onderligger hier is dat we een zekere vrijheid hebben om op zoek te gaan naar de dingen en activiteiten waar we blij van worden, en waar we misschien een beter mens van worden. En dat is iets wat geleerd kan worden. Het concept bildung, het proces waardoor iemand een autonoom, volwassen, verantwoordelijk mens wordt, is wellicht wat ouderwets, maar wat mij betreft rijp voor een terugkeer naar onderwijsland. En binnen zo’n proces van het trainen van morele, esthetische en epistemologische oordeelsvorming hoort ook het leren van omgaan met de vrijheid van vrije tijd. Alleen omdat iets kan, betekent niet dat het mag. En alleen omdat iets mag, betekent niet dat dat voor jou het beste is om te doen. En juist als je vrije tijd erbij betrekt, kan dat ervoor zorgen dat zo’n proces sterke, veelzijdige individuen oplevert, in plaats van mensen die zich gedwongen voegen naar de leitkultur binnen hun maatschappelijke bubbel.”
De neiging om zo veel mogelijk festivals af te gaan, heeft alles te maken met FOMO (fear of missing out).
Hoewel met name muziekfestivals nog steeds booming business zijn, voorziet Marco van Leeuwen een kentering. Van Leeuwen: “Een simpel concertje voldoet niet meer, dus krijg je behalve muziek ook theater, workshops, foodtrucks, uitgebreide thematisering in extravagante decors, en het idee dat het festival iets meer betekent dan simpel vermaak, doordat het bijvoorbeeld ook een wereldverbeterende boodschap verspreidt. En nu dreigt een volgende fase in die levenscyclus: veel festivalconcepten bestaan al langere tijd, waardoor een groot deel van de bezoekers klaar is voor iets nieuws. Een flinke kaalslag dan wel innovatiegolf zit eraan te komen...” Dit zijn de beste festivals voor de komende zomer: Camp Moonrise – An extraordinary ‘Boutique’ Weekender Dat festivalbezoekers meer en meer werden bekropen door een onbestemd gevoel van onbehagen werd feilloos aangevoeld door de mensen achter festivals als Amsterdam Open Air en Milkshake. De settings in de natuur, respectievelijk het Gaasperpark en het Westerpark, trokken zij nog verder door met het bedenken van het Camp Moonrise Festival. Maar waar je op Milkshake nog een pilletje moest slikken om het allemaal een beetje leuk te vinden, moet je op Camp Moonrise gewoon high worden van de natuur. De droomlocatie op de Veluwe, aan de rand van het meer van Bussloo, is een duidelijk antwoord op het hogesnelheidsamusement van de uit de voegen barstende urban-scene en het ‘waar-kunnen-we-zoveel-mogelijk-mensen-kwijt’-locatieconcept van Mojo-festivals als Pinkpop en Lowlands. Mojo Concerts, het bedrijf dat op een haar na een monopolypositie heeft op het organiseren van festivals en concerten, voelde die behoefte ook tijdig aan en creëerde Down the Rabbit Hole, een festival dat de concurrentie aanging met het Best Kept Secret, het prijswinnende festival (in 2013 uitgeroepen tot beste festival van het land) van concurrerende organisator Friendly Fire. Maar nu is er dus Camp Moonrise, een driedaags weekend dat zich presenteert als het eerste échte boutique-festival van Nederland. Even voor de duidelijkheid: het begrip boutique wordt in de Engelse taal gebruikt om een bedrijfje aan te duiden dat een sophisticated clientèle bedient door in zeer specifieke behoeftes te voorzien. Air & Co, de organisatie van Camp Moonrise, heeft een clientèle in gedachte die niet alleen voor de muziek komt, waar je niet constant heen en weer hoeft te rennen om bands te zien. De focus ligt op aandacht voor tijd en kwaliteit met betrekking tot gastronomie, muziek, theater, kunst, wellness en slaapcomfort. Naast de wijnterrassen, de jazzclub en de tropische beachbar is er ook ruimte voor verdieping en mindfulness door middel van inspirerende masterclasses, seminars, debatten en... vrij klassiek dansen. Dat muziek op de tweede plaats komt, kan een keuze zijn, maar ook een gevolg van het feit dat alle bands en artiesten al op de andere festivals waren geboekt. Camp Moonrise – An extraordinary ‘Boutique’ Weekender wordt georganiseerd van 22 tot en met 24 juni. Healthy Fest Als je de muziek helemaal wilt schrappen uit je festival, dan is het Healthy Fest in Zeewolde misschien wel iets voor je. Centraal staan sport, mind en food. Je verblijft comfortabel op Centerparcs De Eemhof en je kunt er aan MLAB, salsation, power calisthenics, zumba en suppen doen. Geen idee wat dat allemaal is, maar dat is het spannende én de uitdaging. Voor je mind is er Sup Yoga, FloatFit, cryotherapy en – die kennen we – de hottub en de sauna. Wat food betreft is er het Healthy Foodtruck Festival, een granola-workshop en de lezing ‘Waarom je NIET moet diëten’. Healthy Fest wordt georganiseerd van 8 tot en met 10 juni. Wonderfeel Wie vanaf de balkons van het Amsterdamse Concertgebouw of de Rotterdamse Doelen de blik naar beneden laat dalen, heeft vaak uitzicht op een landschap vol kale hoofden of grijze haren, een veeg teken dat ons eraan doet herinneren dat over een jaar of twintig het publiek voor klassieke muziek uitgestorven zal zijn. Er moet dus verjongd worden en wie jong zegt, zegt festival. Aangezien jazz en aanverwante artikelen ook geen genre is dat helemaal ‘grijsvrij’ is, hebben beide soorten ‘moeilijke muziek’ de handen ineengeslagen om te laten horen dat ‘moeilijk’ ook maar een relatief begrip is en dat mooi grijs helemaal niet lelijk hoeft te zijn. Met die gedachten in het achterhoofd werd het kleinschalige, driedaagse festival Wonderfeel geboren. Wonderfeel is een boutique-festival bij uitstek. Allereerst is er de plek: het landgoed Schaep en Burgh, de buitenplaats waar de gegoede burgerij de stank en hectiek van de stad placht te ontvluchten. Wat dat betreft is er met de komst van Wonderfeel in dit paradijsje in het dorp ’s-Graveland (5 kilometer ten westen van Hilversum) niet echt veel veranderd. Het festival programmeert op zeven podia klassieke muziek en maakt uitstapjes naar jazz, pop en world. Dit jaar, op de vierde editie, is er voor het eerst ook dans. Onder de 350 musici dit jaar Reinbert de Leeuw en het Asko|Schönberg Ensemble met een preview van Im wunderschönen Monat Mai, De Leeuws visie op de liederen van Schumann en Schubert, met actrice Katja Herbers in de hoofdrol en De Leeuw zelf aan de piano. Hij bewerkte de befaamde romantische liederen van Schubert en Schumann voor stem, piano en ensemble. In het kader van de cross-overs gaat Mechanical Duck aan de haal met Schuberts Die Schöne Müllerin in een multimediaspektakel en speelt Raaf Hekkema de cellosuites van Bach – die overigens als een rode draad door het hele festival lopen – op saxofoon. Een doorlopend kinderprogramma maken dat papa en mama niet alleen de stad, maar ook hun kroost even kunnen vergeten. Wonderfeel wordt georganiseerd van 20 tot en met 22 juli. Nederlandse Wijnfeesten Op de Groesbeekse heuvels groeien de mooiste druiven voor bekroonde Nederlandse wijnen. Dat maakt het dorp van Wijngaard van Ditshuizen en het Nederlands Wijnbouwcentrum tot de ideale locatie voor een driedaags wijnfestival. Ruiken, proeven, kopen en meedoen aan de diverse workshops – Bacchus zelf zou de verleiding niet hebben kunnen weerstaan. De Nederlandse Wijnfeesten worden georganiseerd van 28 tot en met 30 september.  Dag van de Romantische Muziek Dat kwaliteit niet veel – lees: niets – hoeft te kosten bewijst de Dag van de Romantische Muziek in Rotterdam. Waar je op andere festivals al snel zestig euro per persoon per dag moet neer tellen, kun je in het historische Euromastpark gratis de hele dag naar klassieke muziek luisteren. Historisch, omdat Franz Liszt er in 1854 al tijdens een internationaal muziekfestival optrad. In 1986 organiseerde de Stichting Buitengoed de eerste editie van de Dag van de Romantische Muziek om de Rotterdamse bevolking op een onbevangen manier kennis te laten met klassieke muziek. Stoeltjes in het gras, picknickkleedjes in het groen en hemelse klanken: een dagje uit voor nop. De Dag van de Romantische Muziek wordt georganiseerd op 19 augustus. North Sea Around Town/Kid Dynamite Jazz Festival En als we dan toch in Rotterdam zijn: North Sea Round Town, het fringe festival van het grote North Sea Jazz Festival, biedt in tweeënhalve week driehonderd concerten op honderd podia. Naar het model van het New Yorkse Winterfest is letterlijk overal in de stad muziek te horen van pop-uplocatie, kroeg en plein tot in een voormalig klooster of het pand waar vroeger de machinistenschool voor de koopvaardij huisde. Op Katendrecht wordt de Surinaamse jazzlegende Kid Dynamite geëerd met een eigen festival in het decor van oude pakhuizen en met als skyline het Manhattan aan de Maas. North Sea Around Town en Kid Dynamite Jazz Festival worden georganiseerd van 23 juni tot en met 15 juli. Veggie Festival Amsterdam In een tijd waarin steeds meer mensen, vaak onder druk van hun jonge kinderen, hun stukje vlees laten staan, is het misschien niet gek om met die kids naar een veggiefestival te gaan. Het Veggie Festival in en rond de NDSM Scheepsbouwloods te Amsterdam is dan een goed idee. Wie daar drie dagen lang de meest exquise gerechten heeft leren kennen, laat de koeien voortaan wellicht gewoon in de wei staan. Veggie Festival Amsterdam wordt georganiseerd van 15 tot en met 17 juni. Yoga Festival Schiermonnikoog Wie in de nazomer nóg na ligt te stuiteren van de FOMO en keuzestress, kan maar beter naar het Yoga Festival op Schiermonnikoog afreizen. Keuzestress zul je dáár niet krijgen, want er is slechts yoga en het eiland. Gerenommeerde leraren die je kennis laten maken met verschillende soorten yoga. Beetje wandelen, beetje eten, slapen op de camping en een leenfiets. Eigenlijk heeft een mens niet meer nodig. Yoga Festival Schiermonnikoog wordt georganiseerd van 14 tot en met 16 september.