Spring naar de content
bron: Koos Breukel

De Kellendonk-biografie is uit: ‘Hij zou zich omdraaien in zijn graf’

Dinsdag 25 september verschijnt de biografie van schrijver Frans Kellendonk, geschreven door emeritus hoogleraar Nederlandse letterkunde Jaap Goedegebuure (Sint-Annaland, 1947). We belden met Goedegebuure, over zijn twaalfde boek: Kellendonk – een biografie.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Berend Sommer

“Frans Kellendonk zou zich omdraaien in zijn graf als hij wist dat ik een biografie over hem heb geschreven. Hij had een ontzettende hekel aan het genre. Pas op zijn sterfbed is hij biografieën gaan lezen. Hij zei daarover: ‘Een biografie is net als Engelse drop, eerst nog lekker, pas na een tijdje besef je hoe smerig het is.’

In 2012 bezorgde ik al de brieven van Kellendonk, samen met Oek de Jong, daarmee had ik een vliegende start, omdat die brieven ook het basismateriaal vormden voor het onderzoek naar Kellendonks leven.”

Waar komt uw interesse voor Frans Kellendonk vandaan?
“Dat komt door twee dingen. Allereerst de magnifieke stijl. Hij schreef ontzettend mooie zinnen, met veel humor. Ook wist hij personages trefzeker neer te zetten, karikaturaal, met een feilloos gevoel voor ironie. Hij heeft daarbij veel geleerd  van Bordewijk.

Ten tweede had hij een ook een eigen visie op de Nederlandse samenleving aan het  het einde  van de twintigste eeuw: het verval van de sociale cohesie, de val van het gezin als hoeksteen van de samenleving. Kellendonk hechtte erg aan die sociale cohesie, maar zag tegelijkertijd dat die gedateerd was. Dat dubbele maakt hem interessant voor een biografie.”

Ik had mezelf ten doel gesteld om een intellectuele biografie te schrijven van Kellendonk, daarbij heb ik veel aandacht besteed aan de vormende jaren van de middelbare school. Hij las veel, schreef toen ook al veel. Toen hij in ’69 in Nijmegen ging studeren – Engelse letterkunde – was hij al grotendeels gevormd.

Bij het schrijven wilde ik een aantal dramatische climaxen inbouwen; het moment dat  hij op zijn veertiende zijn ouderlijk huis verliet bijvoorbeeld. Ook begint het boek met zijn begrafenis: het is geen fictie, maar ik vertel natuurlijk wel een verhaal.”
Hoe snel schrijft u?
“Als ik duizend woorden per dag op papier krijg, ben ik erg tevreden. Bij de bundeling van de brieven van Kellendonk in 2012 kwam al veel onderzoek kijken, maar de eerste woorden van de biografie heb ik pas in december 2015 op papier gezet. Afgelopen voorjaar bereikte ik de eindstreep. Als ik de onderbrekingen meereken ben ik twee jaar fulltime bezig geweest. Maar ik had ook niets anders te doen, want ik ben sinds 2013 met emeritaat.”

Wat is de ergste tegenslag die u te verduren hebt gekregen tijdens het schrijven van dit boek?
“Concrete tegenslagen waren er niet, maar schrijven is natuurlijk altijd een worsteling. Schrijvers die dat ontkennen, spreken niet de waarheid: je bent aan het werk, maar je voelt ook regelmatig de drang om je laptop dicht te klappen.”

Hoe ziet een schrijfdag eruit?
“’s Ochtends ging ik aan het werk, tot een uur of een. Daarna ging ik op pad om mensen te spreken over Kellendonk. Vroeger dacht ik dat schrijven ’s nachts moest, en dan begon ik om elf uur en werkte door tot vier – maar die romantische tijden heb ik achter me gelaten.”

Waar schrijft u mee?
“Ik schrijf op een laptop, dat heeft als voordeel dat het lekker snel gaat – veel sneller dan een typemachine. Het nadeel is dat je nu eerder geneigd bent om stukken te herschrijven, omdat dit veel makkelijker gaat dan met een typemachine. Daardoor ben je ook langer met de tekst bezig.”

Zou u met Frans Kellendonk op een onbewoond eiland willen stranden?
“Nee, want Frans Kellendonk was een moeilijk mens. Er viel eigenlijk niet met hem te leven. Hij heeft een tijd samengewoond, maar toen hij zich echt op het schrijven wilde richten, moest zijn vriend het huis uit. Altijd was hij bezig met zijn werk, en daarvoor was afzondering nodig. Hij was arrogant, en tegelijk schaamde hij zich – iets wat vaak samengaat. Hij had iets autistisch, maar was tegelijkertijd ook op zoek naar contact en wilde deel uitmaken van een gemeenschap.”

Hoeveel verdient u hier eigenlijk mee?
“Dit boek schreef  omdat ik door Kellendonk ben gefascineerd. Het is mijn twaalfde , en van de vorige elf zijn er niet heel veel verkocht. Dat komt omdat het boeken van beschouwende en tamelijk diepgravende aard zijn, voor een beperkt gezelschap. Overigens zijn mijn lezers niet alleen maar academici. De brieven van Kellendonk verkochten verrassend goed, en wekt het vermoeden dat hij achtentwintig jaar na zijn dood nog iets betekent. De biografie kan misschien ook aanslaan, maar ik verwacht geen succes als dat van Onno Bloms Wolkersbiografie”

Welke schrijvers schaart u onder uw vrienden?
“Oek de Jong, met wie ik de brieven bezorgde, is een goede vriend.”

Wat is uw favoriete Nederlandstalige schrijver?
“Grunberg lees ik graag.”

Tot slot: op het huis van welke schrijver zou u wel een precisiebombardement willen laten uitvoeren?
“Dat hebben jullie overgenomen van Gerard Reve, over Theun de Vries, als ik me niet vergis. Ik wens niemand een precisiebombardement toe. Iemand vijandschap toedragen, is uiteindelijk alleen maar schadelijk voor jezelf, heb ik ervaren. Er zijn wel mensen die ik niet mag, maar niemand hoeft gebombardeerd.”

Kellendonk. Beeld:Querido